Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
The Moral Foundations of Attitudes Towards Genetic Manipulation in Humans
Abortus in Vlaanderen: gelijke wens, ongelijke kans. Een kwalitatief onderzoek naar de impact van het huidig en toekomstig abortusbeleid in Vlaanderen op vrouwen van etnisch-culturele minderheidsgroepen
EU asylum and border policies as a determinant of maternal and perinatal health in applicants for international protection: bridging the gap between migration management and health as a human right
Europa voert een steeds strenger migratiebeleid en draagt daardoor bij tot ongelijke zwangerschapsuitkomsten bij verzoekers om internationale bescherming. Zorgverleners kunnen zelf het verschil maken in het voorzien van een meer toegankelijke, gecoördineerde en continue zorgverlening door in te zetten op lokale, gemeenschaps- en patiëntgerichte zorginitiatieven.
Morele distress is een psychologische angst bij hulpverleners om zich in een situatie te bevinden die de professional tegenhoudt om moreel correct te handelen. Morele distress is veel voorkomend bij frontliniewerkers, onder andere OCMW-medewerkers. Ze krijgen te maken met twee verschillende vluchtelingenstatuten die op papier dezelfde rechten zouden bevatten, maar in realiteit verschillend worden ingevuld. Deze masterproef tracht bij te dragen tot de kennis over de invloed van verschillende vluchtelingenstatuten op OCMW-medewerkers. Het onderzoek is tot stand gebracht door middel van een online enquête dat verstuurd werd naar alle OCMW’s over heel Vlaanderen. Deze enquête bevatte kwantitatieve data met een kwalitatief luik, dit bood de mogelijkheid om bepaalde keuzes te beargumenteren/ondersteunen in de open vragen. Uit de data bleek dat vele respondenten moeite hebben met de eisen van het beleid bij de verschillende statuten. OCMW-medewerkers streven naar een gelijke behandeling onder cliënten en proberen onderbenutting van de rechten te vermijden. De voorkeursbehandeling ten aanzien van de Oekraïense vluchtelingen wordt niet geapprecieerd en wordt gezien als discriminatie ten aanzien van de andere kwetsbare groepen in de samenleving. De wijze waarop het beleid snel ingreep bij de Oekraïense vluchtelingen wordt gezien als een good practice dat ook aangemoedigd moet worden bij andere vluchtelingengroepen.
Conclusie, OCMW-medewerkers ervaren morele distress door niet dezelfde kansen te kunnen bieden aan hun cliënten vanwege de regels van de verschillende overheden.
Deze masterproef onderzocht de manier waarop professionals (OKAN-leerkrachten en asielcentrum medewerkers) niet-begeleide minderjarige Afghaanse jongeren percipiëren en hoe deze percepties hun professioneel handelen richting geven. Aan de hand van een reeks diepte-interviews werd deze vraag op een diepgaande manier geanalyseerd.
Het recht op persoonlijk contact van het kind. Een analyse van het wetgevend kader vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief. Is het Burgerlijk Wetboek aan een update toe?
Het recht op persoonlijk contact is het recht om op regelmatige wijze contact te hebben met een minderjarig kind. Omwille van de mondige positie van het kind lijkt het vanzelfsprekend dat het kind contacten mag houden met wie en wanneer hij of zij dat wil. Toch is dat vandaag niet het geval. Het IVRK plaatst het kind in de hoofdrol door het als rechtssubject te beschouwen. Dat wil zeggen dat het kind zelf in de mogelijkheid moet zijn om zijn rechten te kunnen invullen, uitoefenen en afdwingen. Tot op heden is het oud BW echter ingebed in het idee dat enkel volwassenen dat kunnen, ook wanneer het om het recht op persoonlijk contact gaat. Deze masterscriptie gaat na op welke manier dit recht op persoonlijk contact van het kind wordt ingevuld in de mensenrechtelijke, Belgische, Nederlandse en Duitse regelgeving. Hierbij wordt een antwoord geformuleerd op de centrale onderzoeksvraag hoe de Belgische regelgeving betreffende het recht op persoonlijk contact van het kind in overeenstemming gebracht kan worden met de mensenrechtelijke verplichtingen uit artikel 9.3 IVRK en artikel 8.1 EVRM.
Dit onderzoek bestudeert hoe hedendaags postfeminisme gerepresenteerd wordt in de controversiële tienerdramaserie Euphoria (HBO). Verder stelt het escapisme voor als nieuw postfeministisch thema.
Deze thesis identificeert de standpunten van de verschillende Vlaamse politieke partijen omtrent additionele politieke actie tegen menstruatiearmoede. Het onderzoekt of er gelijkenissen bestaan met de narratieven van de extreemrechtse, anti-gender beweging in Europa.
Deze thesis onderzoekt via het veld van de Fat Studies hoe dikke personen worden gerepresenteerd in theater en hoe het begrip Fat Dramaturgy kan bijdragen tot een meer positieve perceptie van dikke mensen in theater. Via interviews met Andrew Van Ostade (muzikant, theatermaker en acteur) en Jelmer Verheij (student aan de Toneelacademie Maastricht) wordt nagegaan in hoeverre Fat Dramaturgy reeds wordt toegepast in het Vlaams en Nederlands theaterlandschap en op welke manier dit de representatie van dikke mensen in theater zou kunnen bevorderen.
Deze thesis voert diepgaand onderzoek uit naar zowel het wettelijke als het maatschappelijke kader omtrent pornografische deepfakes. Het hoofddoel was tweeledig: allereerst te onderzoeken of er bestaande juridische mechanismen zijn om slachtoffers van pornografische deepfakes te ondersteunen, en ten tweede te verkennen of dit fenomeen kan worden ingebed in een bredere context van genderongelijkheid. Dit onderzoek werd uitgevoerd door middel van een uitgebreide literatuurstudie gevolgd door interviews met 17 experten, variërend van beleidsmakers tot belanghebbenden, uit zowel België als Nederland.
Studieadvies en sociale reproductie. Sociale ongelijkheid in oriënteringsadvies bij de overgang naar het secundair onderwijs: een exploratieve studie bij Vlaamse leerkrachten.
Onderzoek naar sociale ongelijkheid in oriënteringsadvies bij de overgang naar het secundair onderwijs in Vlaanderen. Specifiek werden achterliggende mechanismen voor deze ongelijkheid kwalitatief geëxploreerd.
Deze scriptie toont een onderzoek hoe je één specifiek duurzaamheidsthema concreet kan maken voor één doelgroep tijdens de les. Een 6-stappen duurzaamheidsplan is daar de cruciale factor om de studenten een objectief en multiperspectivistisch kader te geven om tot oplossingen te komen. Hiermee scherpen we hun duurzaamheidsdenken aan.
Tegen 2050 wil de Vlaamse overheid dat alle woningen de energieprestatie hebben van een nieuwbouwwoning. Door verschillende scenario's te simuleren wordt onderzocht welke invloed het huidige renovatiebeleid heeft op de vermogensongelijkheid in Vlaanderen.
Het doel van deze scriptie is om de complexiteit en systematische structuur van een verborgen type huisvesting in het complexe stadslandschap van New York City bloot te leggen.
Deze studie is ontwikkeld als een grafische atlas om te laten zien hoe een verborgen daklozeninfrastructuur is ingekapseld in de ruimtelijke anatomie van New York City.
De grafische atlas illustreert zowel historische als huidige lagen van deze infrastructuur om aan te tonen hoe de opvang van daklozen verankerd is in de geschiedenis van de stad, hoe deze zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld en hoe deze heeft gereageerd op de COVID-19 pandemie.
New York, als één van de meest ongelijke en gesegregeerde metropolitane gebieden van het Westen, geeft een unieke inkijk in de daklozenproblematiek als een pertinente uitdaging voor steden wereldwijd.
Nu ook in Vlaanderen de ene crisis de andere opvolgt, en sociale ongelijkheid elke dag verder de pan uit swingt, is deze scriptie ook een parabel voor de gevolgen van toenemende neoliberalisering en sociale verloedering in de eigen nabije omgeving.
Het is dan ook een appèl aan de architectuur en stedenbouw om (opnieuw) een voortrekkersrol op te nemen in het debat rond huisvesting en mensenrechten in het algemeen.
In de masterproef ‘Ongelijkheid in tijden van cholera’ wordt onderzoek gevoerd naar de cholera-epidemie in Antwerpen in 1866. Het onderzoek stelt de vraag of en op welke manier het sociaal-economische profiel een invloed had op een besmetting met of sterfte aan cholera. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een gedetailleerd, comparatief onderzoek in tijd en ruimte tussen twee wijken in Antwerpen, de tweede en vijfde wijk.
Is het toeval dat ten midden van een volle energietransitie democratie overal ter wereld onder druk komt te staan? Het samengaan van de opkomst en verval van fossiele brandstoffen en democratie in de wereldgeschiedenis doen vermoeden van niet. Via een link tussen individuele energiebudgetten en waardenpatronen wordt de beschikbare hoeveelheid energie en de verdeling hiervan als de nodige en voldoende voorwaarde onderscheiden waarin democratie een mogelijkheid wordt. Óf, net zoals in de evolutieleer een niet-deterministisch voordeel krijgt. Aan de hand hiervan zijn de grote trends in de wereld te vatten in vier toekomstscenario's.
Opkomst en verval van fossiele brandstoffen en democratie gaan samen in de wereldgeschiedenis. Met energieoverschot als nodige, en de verspreiding van dit overschot als voldoende voorwaarde lijkt biedt dit een nieuw politiek perspectief op de transitie.
Volks- en buurttuinen zijn gegeerd in de stad en alomtegenwoordig in het academisch onderzoek. In deze masterproef willen we de stedelijke moestuinen koppelen aan het al even actuele onderwerp van een rechtvaardige transitie: een transitie naar een duurzame samenleving die niemand achterlaat. Ingebed in dit concept is het idee dat sociale en ecologische duurzaamheid samen behandeld moeten worden. Gemeenschappelijke moestuinen of volkstuintjes raken aan zowel sociale als ecologische bezorgdheden, dus is het zinvol om te bekijken in hoeverre ze zich positioneren binnen een rechtvaardige transitie. De masterproef focust op de stedelijke context van Gent,
Morele content op sociale media triggert onze emoties meer dan dat we zouden denken. Dit zijn posts, stories en tweets die maatschappelijke problemen aankaarten in de vorm van een opiniestuk, afbeeldingen of video’s met quotes en hashtags. Uit dagboekinterviews met jongvolwassenen van verschillende sociale achtergronden bleek dat content die hun persoonlijke identiteit raakt of de personen waarmee ze zich vereenzelvigen, hen heel vaak onbewust kwaad maakte. Voornamelijk zij uit minderheidsgroepen voelden veel woede als ze iets zagen over homofobie, vrouwonvriendelijkheid of racisme omdat ze zich intenser in het slachtoffer kunnen plaatsen. Deze berichten delen gebruikers dan ook sneller als vorm van positieve actie om bewustzijn te creëren over de problematieken die hen aanbelangen.
In dit beleidsrapport wordt genderongelijkheid achter de schermen van de Vlaamse filmwereld in beeld gebracht aan de hand van vier overkoepelende barrières. Deze barrières zijn de opleiding regie, de financiële middelen, de mannelijke/informele netwerken en de aard van het beroep. Daarnaast worden ook enkele opportuniteiten aangehaald om gendergelijkheid in de Vlaamse filmsector te bereiken zoals bewustwording, quota en mentorschap.
Discriminatie door politieagenten, zeker verbale en meer verdoken vormen, is weinig bekend bij de brede samenleving. Daarnaast is er - zeker in België - nog veel te weinig ervaringsonderzoek gedaan naar de beleving van politiecontact bij etnische minderheden. De resultaten van dit onderzoek, kwalitatieve interviews bij Belgische millennials met een Sub-Sahara-Afrikaanse achtergrond, werden intersectioneel bekeken: verschillen ervaringen met politie en de beleving ervan afhankelijk van individuele persoonskenmerken, naast etniciteit?
Binnen deze masterproef werden 22 OKAN-leerkrachten opgeleid in interactief voorlezen. Gedurende een maand gingen zij met hun meer dan 200 anderstalige leerlingen aan de slag met kortverhalen uit Overhaald. Een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek toont aan dat interactief voorlezen een positief effect heeft op de leesmotivatie van anderstalige nieuwkomers.
Onderzoek naar de impact op lange termijn van de COVID-19 schoolsluiting op de leesontwikkeling van leerlingen uit het tweede leerjaar. Het lezen en fonemisch bewustzijn van de leerlingen werden vergeleken met de normgroep van de gestandaardiseerde testen en een controlegroep van het jaar 2013-2014. Daarnaast wordt de invloed van (een ondersteunende) omgeving op het leesniveau onderzocht.
Een empirisch onderzoek dat tracht te achterhalen of 'het hebben van sociale impact' een motivator is, of kan zijn, voor Vlaamse jongeren met een migratieachtergrond om zélf leerkracht te worden - hetgeen onrustwekkend weinig gebeurt en daardoor talloze negatieve gevolgen voortbrengt.
Kwalitatief onderzoek naar de manier waarop leerkrachten een hoge of lage mate van academisch optimisme verklaren en hoe zij deze oorzaken attribueren.