Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Kerk&* : De herwaardering van de Sint-Ritakerk

Quinten Malfait
De projectnota is opgesteld in het kader van de masterproef OMG! Van God Los en bundelt het onderzoekend en ontwerpend werk, opgebouwd uit drie blokken, opeenvolgend onderzoek, scenario’s en ontwerp. De masterproef spitst zich toe op het relevant en hedendaags vraagstuk rond de herbestemming van het kerkelijk erfgoed in Vlaanderen. Door de groeiende secularisering lopen de kerken, vaak gelegen in het centrum van een wijk of dorp, stilaan leeg. Toch zien architecten, stedenbouwkundigen en erfgoedspecialisten verschillende opportuniteiten ontstaan voor de gebouwen omwille van hun specifieke typologie, strategische ligging en publieke schaal. De casestudies richten zich specifiek toe op kerken gebouwd na de Tweede Wereldoorlog. De modernistische architectuur zowel in plan als opbouw verschilt fenomenaal van de kerken gebouwd voor de oorlog.
De vooropgestelde case van deze nota is de Sint-Ritakerk in Harelbeke van de Belgische architect Léon Stynen. De kerk staat als een losstaand sculpturaal artefact in een generische Vlaamse context. “Dit is een tent waar men God vindt”, concludeerde de pastoor bij de inwijding in 1966. De architectuur is een zoektocht naar de essentie van deze typologie waarin de sacraliteit wordt uitgedrukt in de piramidale oervorm en puurheid tussen het materiaal en structuur. Sinds 2016 is de kerk een beschermd monument.
De aanwezigheid van de Sint-Ritakerk laat zich gelden in de ruimte waarmee dit heilige object een spanningsveld creëert als monument op zijn omgeving. Hierom luidt de onderzoeksvraag als volgt: “Wat is de impact van een ‘beschermd monument’ op zijn omgeving op korte en lange termijn?”. De Sint-Ritakerk wordt hiermee niet enkel een ‘heilige’ plek voor christenen, maar ook voor architecten en erfgoedspecialisten.
Het uitgewerkte scenario is een masterplan dat de zones en perimeters die voortkomen uit de gedefinieerde spanningsvelden eerst gaat optekenen om ze vervolgens te gaan herformuleren in een groter netwerk. De intentie is om de kerk van zijn banale omgeving te onttrekken en hem een centrale rol als monument en kerk te geven in de nieuwe gecontroleerde stedelijke ruimte waar zowel de lokale als de globale actoren in en rond de kerk samenkomen. Het web van de kerk biedt zo een omkadering op uiteenlopende schaalniveaus dat de impact van de Sint-Ritakerk op zijn omgeving op korte en lange termijn kan meten.

Onderzoek naar de maatschappelijke en economische opportuniteiten van Belgische pop-up stores in combinatie met e-commerce binnen de mode-industrie in tijden van economische onzekerheid - Een kwalitatieve analyse bij Belgische modebedrijven

Stefanie Van Avermaet
De maatschappelijke en economische opportuniteiten van Belgische pop-up stores werden tijdens de COVID-19 pandemie extra uitgelicht. Ze kunnen namelijk internationalisering faciliteren, kosten en risico's beperken en leegstand helpen verminderen. Het concept biedt bovendien meerwaarde voor E-commerce onder bepaalde voorwaarden.

ECO-ANXIETY, IS IT TABOO OR NOT? A closer look at the impact of climate change on people’s well-being and behavior

Mélicia Casneuf
Klimaatverandering is niet meer te ontkennen, maar wat is de impact hiervan op ons mentaal welzijn en gedrag. Via een kwalitatieve studie werd de term eco-anxiety onderzocht.

Kinderbuddy's

Elien van Veen Kaat De Saegher
Het uiteindelijke doel van dit praktijkonderzoek bestond erin om de kennis bij kinderen rond het
ouder worden te verruimen en de huidige stereotypering te achterhalen. Om hier een antwoord op
te kunnen geven werd er gebruik gemaakt van de literatuurstudie, enkele opdrachten, het gezelschapsspel
‘Geborgen Zorgen’ en de aanvullende “inleefdag”. De onderzoekers fungeerden als coördinatoren
tijdens een opgedragen samenwerkingssessie of spelsituatie met kinderen en ouderen.

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Heline Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.

sociaal werker als brug tussen de oudere en het woonzorgcentrum

Greet Leemans
Ouder worden heeft een enorme impact op het leven. Verhuizen naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende beslissing waarbij verschillende factoren een effect hebben. Thuiszorgdiensten, sociaal werkers en onthaalmedewerkers van een woonzorgcentrum zijn een eerste aanspreekpersoon bij de beslissing en hebben dan ook een belangrijke functie in de begeleiding naar de nieuwe leefomgeving. Voor dit onderzoek werd door middel van enquêtes aan sociaal werkers van ziekenhuizen en opnameverantwoordelijken van woonzorgcentra gevraagd hoe een opname naar een woonzorgcentrum verloopt en hoe men de ouderen bij een opname ondersteunt. Daarnaast werd ook de tuiszorgdiensten bevraagd om de ervaringen van deze dienst mee te nemen in de conclusies. De thuiswonende ouderen werd door middel van een enquête gevraagd naar de beeldvorming van woonzorgcentra en wat men belangrijk vindt. Daarnaast werd via interviews nagevraagd aan bewoners hoe men de opname heeft ervaren. Vanuit het literatuur- en praktijkonderzoek zijn er goede zaken naar boven gekomen maar vooral ook zeer veel tekortkomingen in de ondersteuning van ouderen bij de beslissing naar een woonzorgcentrum te verhuizen. Iedere dienst wil zich inzetten om ouderen de juiste ondersteuning te bieden om het welzijn te verbeteren maar krijgen vooral door beleidsmatige druk en veel administratief werk, veelal in functie van de financiering van de organisaties vanuit de overheid, hiervoor te weinig mogelijkheden. Om als sociaal werker de oudere zorgvrager beter te kunnen ondersteunen in het opnameproces door middel van psychosociale en praktische begeleiding is het belangrijk dat er een andere beeldvorming ontstaat over woonzorgcentra en deze beter aansluiten bij de leefwereld en zorgvragen van de ouderen. Daarnaast is het ook belangrijk dat deze betaalbaar worden en er meer werkmiddelen zijn in organisaties om tijd te kunnen vrij maken voor het welzijn van de ouderen. Hierdoor kan er op zoek gegaan worden naar mogelijkheden om de oudere zorgvrager beter te ondersteunen van thuis uit of vanuit het ziekenhuis en revalidatiecentrum naar het woonzorgcentrum. De sociaal werker wordt daardoor de vertrouwenspersoon van de oudere die beslissingsrecht heeft over zijn eigen leven.

Zelfmanagement als kernactiviteit van persoonsgerichte MS-zorg. Zorgen waar het moet, ontzorgen waar het kan.

Elise Peeters
Zelfmanagement wordt aanzien als een belangrijke sleutel tot effectieve MS-zorg en impliceert dat de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager vanuit een nieuw referentiekader moet bekeken worden. Maar zijn zorgverstrekker en patiënt voldoende empowered om de nieuwe rol, die hen toebedeeld is, op te nemen? Daarom wordt een kwalitatief uitgewerkt concept (SOCK) aangeboden dat alle sterke factoren van optimaal zelfmanagement omvat. Zodat de moderne zorgverlener een houvast heeft om de patiënt vanuit een holistische visie te versterken in het beheersen van zijn ziekte.

Exploring Loneliness in Shanghai: A Quantitative Survey among Young Migrant Workers

Emilie Xu
Zich eenzaam voelen in een grootstad als Shanghai, lijkt onwaarschijnlijk... of niet? Miljoenen jonge Chinezen migreren naar deze aantrekkelijke grootstad om beter werk te vinden en zo ook een beter leven te leiden. De gevolgen van een versnelde modernisering en verstedelijking voor hun mentale gezondheid worden echter verwaarloosd. In deze thesis werd de relatie tussen eenzaamheid en sociale steun onderzocht.

Welke persoonlijke motieven bepalen het soort werkstatuut van een mondhygiënist in België en Nederland?

Lisa Verstraete
In deze bachelorproef werd onderzocht waarom een Belgische of Nederlandse mondhygiënist kiest voor het statuut van werknemer of zelfstandige. Het gaat hierbij over de invloed van persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren. Deze bevorderende en belemmerende factoren kunnen meegenomen worden om een tewerkstelling in de publieke sector aantrekkelijker te maken.

Diversiteit in Sociale Huisvesting: typologische innovatie als antwoord op stijgende demografische diversiteit. (case: Sint-Bernadette tuinwijk)

Emmelien Van Rooy
Deze masterproef onderzoekt mogelijke ontwerpscenario’s voor de vervangbouw van de sociale Sint-Bernadette tuinwijk te Gent. Daarbij werd de focus gelegd op verdichting van de wijk, zowel naar woning- als inwonersaantal, binnen de schaal en het karakter van de tuinwijk als stedelijk model.

Fear of Backlash as a Barrier to Men's Involvement in Childcare: Predicting Fear of Backlash in Men for Childcare across the World using Country-Level Indicators

Eline Camerman
Angst voor sancties vormt een belangrijke reden voor de lagere bijdrage van mannen aan de zorg voor hun kinderen. In deze masterproef werd nagegaan of deze angst verschilt over 49 landen heen, en of samenlevingskenmerken deze landelijke verschillen kunnen verklaren. Uit de resultaten blijkt dat de loonkloof van een land voorspellend is voor de mate van angst die mannen ervaren. Dit introduceert vervolgens mogelijkheden om genderongelijkheid in kinderzorg verder aan te pakken.

Donorconceptie, een alternatieve vorm van gezinsvorming: De nood aan psychosociale begeleiding van (wens)ouders

Els Willaert
De beslissing over te gaan tot donorconceptie brengt heel wat vragen en uitdagingen met zich mee. Ook tijdens het opgroeien van het kind kunnen zich (nieuwe) vragen voordoen. Waar kunnen (wens)ouders en hun donorgezinnen terecht met al deze vragen? Fertiliteitscentra richten zich voornamelijk tot de (psychologische) begeleiding voor en tijdens de behandeling. Er lijkt dan ook nood te zijn aan en laagdrempelig expertisecentrum. Hier kan elke (wens)ouder en zijn donorgezin terecht tijdens elke fase van de gezinsuitbreiding en nog lang nadien. Binnen de begeleiding staat het (toekomstige) kind en zijn belangen centraal.

One Robotic Flower Field to Study Them All - A wireless system for behavioural experiments with pollinators

Kamiel Debeuckelaere
In deze scriptie werd een robot-bloem ontworpen om te gebruiken in ecologisch onderzoek naar gedrag van bijen en andere bestuivers.

De ondersteunende rol van de school bij de specifieke onderwijsbehoeften van kinderen met kanker: een systematische literatuurstudie

Pauline Verhelst
De terugkeer naar school tijdens of na de behandeling van kanker is zowel voor het kind, zijn/haar gezin en de school een mijlpaal. Ondanks de verschillende uitdagingen waar kinderen met kanker bij hun terugkeer naar school mee geconfronteerd kunnen worden, blijkt ongeveer de helft van deze kinderen onvoldoende onderwijsondersteuning te krijgen. Het doel van deze masterproef was daarom (1) om via een systematische literatuurstudie de specifieke onderwijsnoden van kinderen met kanker in kaart te brengen en (2) om concrete handvaten voor de onderwijspraktijk uit te schrijven.

Hoe kan de winkelervaring van ouderen verbeterd worden?

Eva Severens
Aan de hand van literatuur, interviews en case-studies wordt er in deze scriptie onderzoek gedaan naar de problemen die optreden in de winkelervaring van ouderen binnen de kledingsector. In een nieuw ontwerp voor de Belgische winkelketen e5 worden oplossingen en verbeteringen concreet getoond.

Waarom is er een nood aan nieuwe therapieën voor de behandeling van necrotiserende fasciitis veroorzaakt door S. pyogenes?

Affi Frans
Streptococcus pyogenes is een bacterie die behoort tot de groep A-streptokokken (GAS). Een GAS- infectie kan necrotiserende fasciitis veroorzaken. Necrotiserende fasciitis is een bacteriële infectie van de huid die zich snel en ernstig kan manifesteren. Momenteel is de enig voor handen zijnde behandeling van necrotiserende fasciitis, de snelle en agressieve chirurgische verwijdering van het geïnfecteerd weefsel. De behandeling is nog erg invasief en niet altijd effectief. Deze scriptie bekijkt de mogelijke nieuwe therapieën voor de behandeling of de preventie van de ziekte.

Measuring employment precariousness among platform-based food couriers in Brussels. A pilot study combining fieldwork with survey data.

Elief Vandevenne
De jobs van maaltijdkoeriers doen heel wat vragen rijzen: Zijn het nu werknemers of zelfstandigen? Behandelen de digitale platforms als Deliveroo, Take-Away en Uber-Eats hen rechtvaardig? En hoe zit dat met hun pensioen? Een term die binnen dat debat ook wel eens valt is ‘precariteit’. In deze studie wordt de mate van precariteit in hun jobs aan de praktijk getoetst.

Effect of Green Tea Extracts Enriched in Epigallocattechin-3-Gallate (GTE-EGCG) on Anatomical and Behavioural Phenotype in a Mouse Model of Down Syndrome

Vicky Van Bulck
In deze thesis wordt het effect van groenetheesupplementen die EGCG bevatten onderzocht op de gezichtsstructuur en cognitieve profiel bij een muismodel voor downsyndroom.

De rol van het gezin en de staf van Defensie in de begeleiding van militairen met een alcoholprobleem.

Isabel Boonen
Deze scriptie beschrijft hoe het gezin en de staf van Defensie een militair met een alcoholprobleem beter kan helpen. Op het einde worden enkele veranderingsstrategieën voorgesteld.

(On)zichtbaar autisme; Een eindwerk over autisme en over hoe dit sneller (h)erkend kan worden bij meisjes

Lien Van Hoydonck
In deze scriptie ben ik op zoek gegaan naar een antwoord op volgende onderzoeksvraag: 'Hoe kunnen we autisme bij meisjes sneller (h)erkennen?'. Ik bedacht deze vraag vanuit
mijn eigen interesse, ervaring en diagnose. Antwoorden vond ik in heel wat literatuur én in interviews met meisjes met ASS en een expert. Uit al die verzamelde informatie bleek dat ASS bij meisjes vaak moeilijker en later (h)erkend wordt, wat mede komt doordat zij goed kunnen camoufleren en compenseren. Dit kan wel degelijk tot problemen leiden. Hierdoor ging ik op zoek naar kenmerken waaraan we autisme kunnen herkennen. Eerst
schets ik een algemeen beeld, waarna ik dieper in ga op ASS bij meisjes. Het resultaat van deze bachelorproef is een ontwerp, zijnde een infoboekje, dat gebaseerd is op de
informatie uit mijn onderzoek. Dit boekje is bedoeld voor professionals en bij uitbreiding kan het ook relevant zijn voor iedereen die meer over ASS te weten wil komen in het
algemeen en/of over hoe dit zich specifiek kan uiten bij meisjes. Met dit ontwerp hoop ik bij te dragen aan een autismevriendelijkere wereld en een correcter, minder stereotiep beeld van ASS (bij meisjes).

Extensions of the Fictional Mind: The Embodied Mind in Dorothy Richardson's Short Stories Ordeal, Sunday, and Visit

Raven Van den Wyngaert
Deze thesis probeert uit te zoeken in hoeverre de 'embodied mind' aanwezig is in drie kortverhalen van Dorothy Richardson. Daarbovenop wordt ook bestudeerd hoe de leeftijd van de personages de representatie van hun interne processen beïnvloedt.

Muzieklokaal GRJ De K(l)inkhoorn, Groeiruimte Rijpere Jeugd in een WZC

Peter Colpaert
Van innovatief concept naar concreet project van, voor en door ouderen richting zelf-heruitgevonden autonomie, zelfontwikkeling en traumaverwerking op hogere leeftijd. (Innerlijke) Groeiruimte als psychotherapeutisch basisidee, in een fysieke en bewust daartoe aangepaste locatie binnen een woonzorgcentrum. Een haalbare kaart binnen de ouderenzorg van vandaag en morgen.

Omgaan met publieksreacties op online nieuwsartikelen: moderatie-aanpak bij Het Laatste Nieuws en VRT

Sam Vandenbosch
Deze masterproef werpt een blik op de moderatie van onlinepublieksreacties bij de Vlaamse nieuwsmedia Het Laatste Nieuws en de VRT. Binnen die nieuwsmerken werden zowel de moderatoren van de website als de moderatoren van de sociale mediakanalen bevraagd.

Communicatie tussen mens en hond: hoe kunnen AAC-technieken hieraan bijdragen?

Manou Smits
Een literatuurstudie over de communicatie- en taalvaardigheden bij honden en hoe deze zouden kunnen uitgebreid worden door het implementeren van AAC-technieken bij honden. Deze literatuurstudie schetst de grote lijnen waarbinnen het concept van AAC bij honden kan gekaderd worden. Met behulp van dat kader kon gekeken worden in welke praktische context deze techniek potentieel een meerwaarde zou kunnen zijn.

Welbevinden bij jongeren met autisme op school en het gebruik van de Junior-auti-goed-gevoel vragenlijst

Elise Walschap
De slaagkansen op school van leerlingen met autisme zijn sterk afhankelijk van het autismevriendelijk leerklimaat. Het is dus belangrijk om na te gaan welke aspecten het gevoel van welbevinden van leerlingen met autisme op school of in de klas positief beïnvloeden. We ontwikkelden een instrument om tijdens een gesprek met de jongere na te gaan wat hem of haar een goed gevoel geeft op school of in de klas: de Junior-Auti-Goed-Gevoel vragenlijst. Deze vragenlijst is een aangepaste variant van de bestaande Auti-Goed-Gevoel vragenlijst van Autisme Centraal. De inhoud werd beter afgestemd op de doelgroep en op de specifieke schoolcontext.