Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Hulpzoekend gedrag en psychosociaal welzijn van slachtoffers van sibling-geweld

Stien Platinck
Onderzoek naar sibling-geweld in België. Via een anonieme survey werden personen die sibling-geweld meemaakten bevraagd. Er werd onderzocht welke impact sibling-geweld heeft op het psychisch welzijn, waar slachtoffers hulp zoeken en of hulp zoeken een effect heeft op het psychisch welzijn van slachtoffers.

Hulpverleningstraject van transgenderjongvolwassenen uit België en Nederland. Een vragenlijststudie naar de belemmerende en bevorderende factoren in eerstelijns-, tweedelijns- en transgenderzorg.

Anke Struyven
Met deze masterproef wordt gepoogd om een helder beeld te schetsen van het hulpverleningstraject
zodat deze mogelijks geoptimaliseerd wordt. Meer specifiek is de onderzoeksvraag: Wat zijn de
belemmerende en bevorderende factoren in de hulpverlening (eerstelijnszorg, tweede en derdelijns
transgenderzorg) van transgenderjongvolwassenen in België en Nederland van 18-25 jaar?

Women: the disenfranchised of the Flemish film industry

Samira Abid
Een beschrijvend onderzoek naar genderongelijkheid en intersectionaliteit in de Vlaamse filmsector. Een gesprek mét vrouwelijke filmmakers en niet louter over vrouwelijke filmmakers.

De rol van complementaire kleurwaarneming bij visuele perceptie.

Nele Heiden
Afterimages bij visuele perceptie: onderzoek naar rol van de pariëtale cortex op het visuele bewustzijn.

Decolonising Digitals: 0-1 for Africa. Digitalisation and decolonisation from an Africanistic perspective – an analysis.

Sofie Devos
Digitalisering en dekolonisering lijken op het eerste gezicht met elkaar in lijn te liggen als innovatieve en inclusieve (r)evoluties. Onderliggend blijkt dat echter niet het geval, wat nadelig werkt voor landen ten zuiden van de Sahara en mensen van Afrikaanse afkomst in de diaspora. Een interdisciplinaire analyse en discussie geven inzicht en overzicht in de situatie vandaag en een constructief kader voor de toekomst.

Identificatie van neurale markers van 'mind wandering' tijdens 'breath focus' meditatie voor de ontwikkeling van nieuwe EEG-gebaseerde neurofeedback protocollen

Eduardo Antonio Bracho Montes de Oca PhD-kandidaat Julio Rodriguez-Larios
In deze scriptie onderzochten we de invloed van meditatie op hersenactiviteit in onervaren mensen. Dit werd gedaan aan de hand van elektro-encefalogram.

Hoe krijgt sociaal-emotioneel leren vorm binnen een inclusief leefklimaat op kleuterleeftijd?

Nika Devolder
Hoe krijgt sociaal-emotioneel leren (SEL) vorm binnen een inclusief leefklimaat op kleuterleeftijd? Een conceptualisering van SEL aan de hand van casestudy onderzoek binnen drie Vlaamse kleuterscholen.

Planning for sustainable surf tourism: social and spatial aspects in the Lisbon region

Jef Van den Driessche
Dit onderzoek bestudeert de sociaalruimtelijke aspecten van surftoerisme in de regio rond Lissabon. Aan de hand van enquêtes en interviews met betrokkenen en een studie van bronnenmateriaal wordt nagegaan hoe de ruimtelijke planning rond surftoerisme de duurzaamheid van deze groeiende toeristische niche kan bevorderen.

Wat is de impact van verschillende communicatiestrategieën op de keuze van de consument voor een milieuduurzame leveringsoptie binnen e-commerce? De effecten van het bieden van geen, rationele of emotionele informatie.

Monique Sikkema
In deze masterproef werd de impact van diverse communicatiestrategieën op de keuze voor verschillende leveringsopties in e-commerce onderzocht. Hierbij kreeg men in de online vragenlijst de keuze tussen een milieuvriendelijke, ‘groene’ leveringsoptie (maximaal 4 dagen levertijd) of een standaard leveringsoptie (levering de volgende dag). Bij de ‘groene optie’ werd er over de milieueffecten van de levering gecommuniceerd. Dit gebeurde via vier verschillende communicatiestrategieën: men kreeg geen, emotionele (inspelen op het gevoel) of rationele informatie. De rationele informatie werd onderverdeeld in twee verschillende soorten informatie: wetenschappelijke (CO2 uitstoot) en menselijke informatie (aantal bomen dat gespaard blijft). Uit de resultaten bleek dat het geven van informatie een positief effect had op de keuze voor de ‘groene levering’. Echter het type informatie (emotioneel of rationeel, menselijk of wetenschappelijk) dat werd gegeven, bleek geen effect te hebben op de keuze voor een ‘groene levering’. Evenwel hebben de respondenten een voorkeur voor de menselijke informatie. Daarnaast werd er onderzocht of het al dan niet milieubewustzijn van de respondent in combinatie met het verkrijgen van bepaalde informatie een effect had op de keuze voor de ‘groene levering’. Het geven van wetenschappelijke informatie bleek een groter effect te hebben op respondenten die niet-milieubewust zijn. In dit onderzoek koos acht op tien respondenten voor een ‘groene leveringsoptie’.

“Door onze hulp werden ze arbeiders. Ik heb vier jaar voor hen gezorgd.” Turkse migrantenvrouwen van de eerste generatie over moederschap, arbeid en netwerken in Gent, 1960 – 1979

Neslihan Dogan
In deze thesis worden de rollen, die 10 Turkse vrouwen van de eerste generatie onderzocht met behulp van de methode van de mondelinge geschiedenis. Zowel de rollen kort voor, als de rollen na de migratie worden onderzocht. Zo komt de auteur tot een totaal van vijf rollen: tijdelijk gescheiden vrouw, arbeider, huishoudster, opvoeder en netwerker. Via deze intersectionele benadering wordt de agency van de Turkse vrouwen van de eerste generatie in de migratiegeschiedenis belicht.

Verbeelding van het dier in de zeventiende-eeuwse en hedendaagse kunst: een persoonlijke visie en analyse

Jeffe De Brabandere
Het onderwerp van mijn scriptie is de iconografie van het dier in de zeventiende-eeuwse en hedendaagse kunst. Ik heb telkens zeven werken geanalyseerd van zowel de zeventiende eeuw als de hedendaagse periode. Voor de zeventiende eeuw besprak ik alleen olieverfschilderijen met zoogdieren of vogels als hoofdthema en maakte ik een onderscheid tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Voor de hedendaagse tijd koos ik kunstwerken van nog levende kunstenaars en zijn de media verschillend. De verbeelding van het dier wordt beïnvloed door heersende denkkaders, de maatschappelijke en politieke context en door het menselijk zelfbeeld. Deze worden beschreven en komen in de analyses uitvoerig aan bod.

Locus Esse

Lina Chen
Wat betekent voor mij "een plaats om er te zijn"? Locus Esse is een zoektocht naar mijn discours als ontwerper.

TRASH TENSIONS. AFVALVERWERKING ALS FRONTIER IN HET STEDELIJK METABOLISME VAN DE GENTSE AGGLOMERATIE IN DE PERIODE 1960 – 1980.

Kobe Tilley
Hoe ging Gent tussen 1960 en 1980 met haar afval om? Als een groeiende afvalstroom van meer divers afval, de stad voor problemen op ecologisch, ruimtelijk en maatschappelijk vlak stelde?

Mindfulness bij jonge kinderen: Hoe gaan ze om met hun emoties?

Tatjana Rens
Jonge kinderen hebben het moeilijk om op een positieve manier om te gaan met hun emoties. Mindfulness kan hen hierbij helpen waarbij er stap voor stap gewerkt wordt. Eerst gaan kinderen zich bewust worden van hun ademhaling en zintuigen om zo over te gaan naar het lichaamsbewustzijn en het omgaan met hun emoties.

Duurzaam én passief beleggen in Europa: een concurrentiële combinatie? Een prestatie-evaluatie van duurzame exchange-traded funds (ETF’s).

Carl Pauli
Zowel duurzaam beleggen als passief beleggen kennen een steile groei en zijn de sector van het vermogensbeheer grondig aan het hervormen. Deze scriptie brengt deze twee van de belangrijkste trends in de financiële wereld samen door onderzoek te doen naar het rendement van duurzame exchange-traded funds (ETF’s). De conclusie is dat Europese duurzame ETF’s qua rendement concurrentieel zijn met hun conventionele variant. Investeerders hoeven duurzame ETF’s dus niet links te lagen liggen uit vrees voor een verlaagd rendement, en fondsontwikkelaars en fondsbeheerders hebben er een argument bij om duurzame ETF’s te ontwikkelen en te promoten. ETF’s zijn algemeen genomen een goedkoop instrument voor de individuele investeerder om gediversifieerd te beleggen, in vergelijking met klassieke, actief beheerde fondsen. Te meer hierdoor kan de conclusie van deze masterproef bijdragen tot een verdere verschuiving van conventioneel naar duurzaam beleggen.

Het theater en zijn politiek. Naar een dramaturgie van de leesbaarheid

Simon Knaeps
In deze thesis wordt de dramaturgie van de leesbaarheid voorgesteld als methode om na te denken over de relaties tussen theater en politiek en dit via het denken en schrijven van theatermaker Bertolt Brecht, dramaturge Marianne Van Kerkhoven en filosoof Jacques Rancière. Na een inleiding op de
raakvlakken tussen theater en politiek volgt een korte samenvatting van de aloude discussies over
autonomie/engagement en vorm/inhoud om uit te komen bij een ‘geëngageerde autonomie’. Het brechtiaanse paradigma dat de toeschouwer via een zo leesbaar mogelijke theatrale bemiddeling bewust probeert te maken van de sociale omstandigheden om hem bijgevolg aan te sporen deze te veranderen
(Rancière 2015 [2008], 13), wordt ernstig geproblematiseerd door Jacques Rancière. Deze verwerpt namelijk elk causaal verband tussen het beoogde effect van een kunstwerk en de uitwerking ervan op de toeschouwer (i.e. hoe de toeschouwer de voorstelling leest). Rancière ziet politiek niet als
de uitoefening van, of de strijd om de macht, maar als een herconfiguratie van een delen van het zintuiglijk waarneembare (partage du sensible). Kunst wordt politiek wanneer ze een poging doet om dit zintuiglijk waarneembare te reorganiseren, zich ervan bewust dat ze niet voorop kan lopen op zijn
mogelijke effecten. Dat is bij uitstek een dramaturgische kwestie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dramaturge Marianne Van Kerkhoven de overgang belichaamt van de meer brechtiaanse strategieën naar een meer rancièristische kijk op de politiek van het theater. Als geen ander bepleit ze dat theater
zich niet noodzakelijk expliciet met politieke issues hoeft bezig te houden, maar dat het wel ten alle tijden een politiek bewustzijn moet cultiveren (Van Kerkhoven 2002 [1996], 169 & [1999], 203). Manieren om dat bewustzijn te communiceren aan de toeschouwer aan de hand van de formulering van
de dramaturgie van de leesbaarheid is het onderzoek van deze thesis. Leesbaarheid ontstaat op de as tussen vorm en inhoud, toegankelijkheid en complexiteit, autonomie en engagement.

Stability and feasibility of the complete hemodynamic and anesthetic regulatory problem - a multivariable predictive control study

Frederik Kussé
Automatische toediening van medicatie heeft het potentieel onze relatie met geneesmiddelen te revolutioneren. In dit eindwerk werd aangetoond dat automatische toediening van verdovingsmiddelen mogelijk is. Het ontwikkelde algoritme garandeert de veiligheid van de patiënt en kan ook voor andere toepassingen gebruikt worden.

Sociale klasse en duurzaamheid. Naar een verklaring voor sociale stratificatie in duurzaam gedrag

Robbe Geerts
De scriptie gaat over sociale klassenverschillen in duurzaam gedrag. Wat zijn de verschillen en hoe zijn ze te verklaren?

Democratie in Europa versus de onafhankelijkheidsverklaring van Catalonië

Emilie Thielens
Het ontstaan, de gevaren, problemen en oplossingen van democratie (in Europa) + uiteenzetting over de onafhankelijkheid van Catalonië met korte vergelijking brexit en Vlaanderen.

Duurzaam én passief beleggen in Europa: een concurrentiële combinatie? Een prestatie-evaluatie van duurzame exchange-traded funds (ETF’s).

Carl Pauli
Duurzame exchange-traded funds (ETF’s) zijn qua rendement concurrentieel met conventionele ETF’s. Investeerders hoeven duurzame ETF’s dus niet links te lagen liggen uit vrees voor een verlaagd rendement, en fondsontwikkelaars en fondsbeheerders hebben er een argument bij om duurzame ETF’s te ontwikkelen en te promoten. ETF’s zijn algemeen genomen een goedkoop instrument voor de individuele investeerder om gediversifieerd te beleggen, in vergelijking met klassieke, actief beheerde fondsen. Te meer hierdoor kan de conclusie van deze masterproef bijdragen tot een verdere verschuiving van conventioneel naar duurzaam beleggen.

Vrijwilligerstoerisme in de zorg: De wederzijdse perceptie van de lokale gezondheidsmedewerkers en de westerse gezondheidsmedewerkers

Oyinlola Taiwo
Vrijwilligerstoerisme is een fenomeen dat al jaren bestaat en twee kanten heeft: het heeft veel positieve input maar soms ook een negatieve outcome. Veel vrijwilligers gaan naar lage-inkomenslanden met de bedoeling iets goeds te doen en een verschil te maken, maar zijn zich doorgaans niet bewust van de mogelijke negatieve gevolgen. Als verpleegkundige is het belangrijk om over deze mogelijke negatieve gevolgen na te denken en ze trachten te voorkomen. Als onderzoeksvraag werd er gekozen om de wederzijdse percepties van de lokale- en de westerse gezondheidsmedewerkers te onderzoeken. De percepties die worden aangehaald zijn o.a. dat de westerse vrijwilligers hun manier werken van niet of moeilijk kunnen aanpassen aan de manier van werken ter plaatse. Veel westerse vrijwilligers lijken te lijden aan het witte redderscomplex, een term die verwijst naar de culturele praktijk van westerse mensen die naar vreemde gebieden reizen met het idee dat ze complete gemeenschappen van alle problemen redden, zelfs problemen die onbekend zijn voor de westerlingen zelf. De gastlanden zien het bezoek van de westerse vrijwilligers als een poging om hun visie op gezondheid(szorg) op te dringen aan de lokale omgeving, wat wegens beperkte middelen niet altijd realiseerbaar is. Het is daarom niet alleen belangrijk om de ‘wittereddersjas’ aan te trekken, maar ook rekening te houden met de noden van de mensen ter plaatse.
Onderzoek wijst uit dat het belangrijk is om vrijwilligers/stagiaires, alvorens ze naar het gastland vertrekken, bewust te maken van de percepties die de gastlanden hebben en van de redenen hiervoor, alsook van het feit dat de locals een andere kijk hebben op wat de westerse vrijwilligers in het gastland komen doen. Daarom werkten we in het praktijkgedeelte een educatief spel uit waarin kandidaat-vrijwilligers aan de hand van vragen (algemene kennis over vrijwilligerstoerisme en vragen die specifiek ingaan op de taal en cultuur en op verpleegkunde) en ethische stellingen, meer bewustzijn wordt bijgebracht. Het educatief spel zet in op een aantal sleutelcompetenties van de verpleegkundige, zoals rekening houden met de behoeften, gevoelens en de eigenheid van de zorgvrager en zijn culturele diversiteit, het stellen van prioritaire en haalbare doelen en zich kunnen aanpassen aan nieuwe en wisselende omstandigheden.

Kwaliteitsmanagement in de thuiszorg in Vlaanderen

Dimitri Heyndrickx
Dit onderzoek verkent
bestaande praktijken op vlak van
kwaliteitsmanagement in de thuiszorg
en weegt af of dat
kwaliteitsmanagement veerkrachtig is ten
aanzien van de evoluties die zich in dat
verband voltrekken. Het beoogt hiermee
een bijdrage te leveren aan praktijk,
wetenschap en beleid.

Vrijwilligerstoerisme en de vrijwilligertoerist: een verkennend onderzoek naar de ervaringen van vrijwilligertoeristen

Nathalie Colpin
Deze masterproef laat jongvolwassen vrijwilligers die deelnamen aan uiteenlopende vrijwilligerstoerismepraktijken aan het woord om hun ervaringen met de sector te delen. Zowel ervaringen voor, tijdens als na vertrek worden in vraag gesteld. Daarnaast is er ook oog voor de rol van vrijwilligersorganisaties (lokale en Europese), de sociale omgeving rondom de vrijwilligers en de lokaliteit (lokale bevolking en cultuur).

Achieving cohesion through connectors: Connector usage in argumentative essays written by Flemish EFL undergraduate students

Denver De Cleer
Dit corpusonderzoek kijkt naar het gebruik van connectoren in Engelstalige essays van Vlaamse leerlingen en hoe zij cohesie of samenhang creëren. De essays worden vergeleken met gelijkaardige teksten geschreven door English natives. Uit de scriptie blijkt dat er ruimte is voor verbetering. Het onderzoek stelt een paar structurele aanpakken voor.

Structurele optimalisatie van de Stadshal in Gent

Ruben Mertens

Structurele optimalisatie wordt al enkele decennia onderzocht, met als motivatie het besparen van materiaal en ingenieurstijd bij het ontwerp van de draagstructuur van een bouwwerk. Hoewel de methodes in de wetenschappelijke literatuur erg veelbelovend zijn, blijft de toepassing ervan in de praktijk uit. In dit onderzoek wordt de haalbaarheid van een gewichtsminimalisatie in een realistische context nagegaan d.m.v. een representatieve ‘case study’.