Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Het begin van de magister militum: Constantius II's beleid omtrent de magister equitum et peditum

Yannis Brichant
Een onderzoek naar wat voor een beleid de Romeinse keizer Constantius II voerde omtrent zijn bevelhebbers.

Priming for induced resistance in rice

Iris Pottie
In mijn scriptie deed ik onderzoek naar hoe het immuunsysteem van planten kan gestimuleerd worden, om zo opbrengstverliezen in de landbouw te verminderen.

Reflections on Violence and Death in Critical War Games

Samuel Lutters
In deze scriptie verzamelde ik online reflecties over geweld en de dood van spelers die kritische oorlogsgames speelden. Daarbij focuste ik op drie games. Opvallend waren de negatieve emoties die spelers ervaarden. Deze bleken een bron te zijn voor eventuele kritisch reflectie.

Opleidings- en tewerkstellingsniveau van doven: Maken tolken Vlaamse Gebarentaal in onderwijssituaties het verschil?

Margot Janssens
In deze masterproef wordt onderzocht in welke mate het inzetten van tolken Vlaamse Gebarentaal in onderwijssituaties een invloed heeft op het opleidings- en tewerkstellingsniveau van doven.

Gaan smartphone-afhankelijkheid en gevoelens van eenzaamheid hand in hand? Een multimethodisch onderzoek bij Vlamingen tussen 16 en 34 jaar

Sarah Michiels
De smartphone heeft op enkele jaren tijd een centrale plaats veroverd in ons leven. Niet alleen het bezit ervan neemt toe, ook het gebruik gaat nog jaarlijks de hoogte in. Maatschappelijk minstens even relevant is de toenemende eenzaamheid in onze samenleving. Deze masterproef focust op een mogelijk positief verband tussen smartphone-afhankelijkheid en gerapporteerde gevoelens van eenzaamheid bij Vlamingen tussen 16 en 34 jaar.

‘In de naam van de vader: Katholieke ideeën over vaderschap in de jaren 1950’

Rebecca Segers
Een geschiedenis van de katholieke vaderschapsidealen in het België van de jaren 1950. De thesis staat stil bij de opkomst van teder en aanwezig vaderschap in België. Hoe werden vaders geportretteerd in katholieke tijdschriften tijdens het hoogtepunt van de verzuiling? En waar komen dus sommige van onze mannelijkheidsidealen vandaag vandaan?

Neural Tree Distillation to explain Deep Reinforcement Learning Policies

Senne Deproost
Hoe kan je binnenkijken in het digitale brein van een AI? Dit werk focust zich op Explainable Artificial Intelligence (XAI) en een techniek om het gedrag van een Deep Reinforcement Learning (DRL) agent over te brengen naar een meer interpreteerbaar model. We verbeteren een recente techniek, dat van neurale bomen in combinatie met knowledge distillation, met een adaptieve vorm die ons kleinere en beter verstaanbare modellen oplevert.

De invloed van jongerenpartijen op hun moederpartij

Lorenz Revyn
Deze thesis gaat op zoek naar de verschillende kanalen die jongerenpartijen hanteren ter beïnvloeding van hun moederpartij. Deze thesis focust voornamelijk op hoe jongerenpartijen de strijd-en standpunten van de moederpartij mee trachten vorm te geven.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

Rechts-nationalistische alternatieve online media in Vlaanderen

Paulien Debrie
Dit onderzoek brengt rechtse alternatieve mediaspelers in Vlaanderen in kaart, door enerzijds bronnen te raadplegen die de onderzoeker in staat stelt een lijst te maken van alle bestaande spelers en door anderzijds de kenmerken van rechtse alternatieve media te toetsen aan de gevonden mediaspelers.

De invloed van de COVID-19 crisis op de modewereld: een jaar in beeld

Bas Verwaetermeulen
Een overzichtswerk van de mode industrie tijdens de COVID-19 crisis. Aan de hand hiervan worden de grote tendensen van het afgelopen jaar geschetst. Deze worden aangevuld met informatie van experten binnen deze industrie.

Controllable Expressive Speech Synthesis

Tobias Cornille
De afgelopen jaren hebben neurale netwerken realistische spraaksynthese mogelijk gemaakt. Toch is de gegenereerde spraak vaak niet expressief en niet makkelijk te bewerken. ConEx, het model dat ik ontwikkelde, laat gebruikers toe om spraak in een bepaalde stijl te genereren, en achteraf de prosodie aan te passen.

Op het kruispunt van herinnering, migratie en politieke transitie. Intergenerationele herinneringen aan 1989 bij Poolse migranten

Hazel Waeterschoot
Debatten over de herinnering en herdenking van 1989 zijn springlevend in Polen. Deze scriptie brengt het intergenerationele perspectief van Poolse migranten naar voren. Welke herinneringen aan de politieke transitie van Polen worden overgedragen bij Poolse migranten rond Antwerpen?

A materials and methods study for the fabrication process of thermal actuator microelectromechanical systems

Bjarne Nilis
Het conventionele productieproces van microelectromechanical systems: silicon micromachining, is een duur en langdurig proces. Binnen deze thesis worden alternatieve materialen en productietechnieken nader bekeken.

Zelfmanagement als kernactiviteit van persoonsgerichte MS-zorg. Zorgen waar het moet, ontzorgen waar het kan.

Elise Peeters
Zelfmanagement wordt aanzien als een belangrijke sleutel tot effectieve MS-zorg en impliceert dat de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager vanuit een nieuw referentiekader moet bekeken worden. Maar zijn zorgverstrekker en patiënt voldoende empowered om de nieuwe rol, die hen toebedeeld is, op te nemen? Daarom wordt een kwalitatief uitgewerkt concept (SOCK) aangeboden dat alle sterke factoren van optimaal zelfmanagement omvat. Zodat de moderne zorgverlener een houvast heeft om de patiënt vanuit een holistische visie te versterken in het beheersen van zijn ziekte.

Hoe kan VOKA Vlaams-Brabant hybride werkvormen en nieuwe mobiliteitsmodi faciliteren om de tevredenheid van zijn werknemers te verhogen?

Hannelore Van Biesbroeck
In deze scriptie werd onderzocht of hybride werken en nieuwe mobiliteitsmodi, vanuit het charter baanbrekende werkgever, VOKA Vlaams-Brabant zou helpen om de werknemerstevredenheid te vergroten.

Het effect op emoties en gedragingen bij het gebruik van psycho-educatie bij leerlingen in klascontext

Zéna Gosselin Janneke Noordzij Duygu Kilic
Het effect op emoties en gedragingen bij het gebruik van psycho-educatie bij leerlingen in klascontext. Toegepast op dyslexie, ontwikkelingsdysfasie en/of de gehele klasgroep.

Donorconceptie, een alternatieve vorm van gezinsvorming: De nood aan psychosociale begeleiding van (wens)ouders

Els Willaert
De beslissing over te gaan tot donorconceptie brengt heel wat vragen en uitdagingen met zich mee. Ook tijdens het opgroeien van het kind kunnen zich (nieuwe) vragen voordoen. Waar kunnen (wens)ouders en hun donorgezinnen terecht met al deze vragen? Fertiliteitscentra richten zich voornamelijk tot de (psychologische) begeleiding voor en tijdens de behandeling. Er lijkt dan ook nood te zijn aan en laagdrempelig expertisecentrum. Hier kan elke (wens)ouder en zijn donorgezin terecht tijdens elke fase van de gezinsuitbreiding en nog lang nadien. Binnen de begeleiding staat het (toekomstige) kind en zijn belangen centraal.

GEBRUIK VAN VALRISICO VERHOGENDE GENEESMIDDELEN, EEN RETROSPECTIEF ONDERZOEK MET FOCUS OP PSYCHOFARMACA BIJ PATIËNTEN OPGENOMEN VIA DE SPOEDAFDELING

Britt Ekendahl
Bepaalde klassen van geneesmiddelen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op vallen (o.a. geneesmiddelen die ingrijpen op het centraal zenuwstelsel). Ongeveer 60% van de ouderen die in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege een val gebruiken minstens één valrisico verhogend geneesmiddel (fall-risk increasing drug of FRID). In het kader van valpreventie zijn preventieve acties zoals afbouwen van FRIDs van belang.

De ondersteunende rol van de school bij de specifieke onderwijsbehoeften van kinderen met kanker: een systematische literatuurstudie

Pauline Verhelst
De terugkeer naar school tijdens of na de behandeling van kanker is zowel voor het kind, zijn/haar gezin en de school een mijlpaal. Ondanks de verschillende uitdagingen waar kinderen met kanker bij hun terugkeer naar school mee geconfronteerd kunnen worden, blijkt ongeveer de helft van deze kinderen onvoldoende onderwijsondersteuning te krijgen. Het doel van deze masterproef was daarom (1) om via een systematische literatuurstudie de specifieke onderwijsnoden van kinderen met kanker in kaart te brengen en (2) om concrete handvaten voor de onderwijspraktijk uit te schrijven.

Our stories redeemed The relation between Attachment Security and Meaning making in Personal Narratives

Bep Keersmaekers Guy Bosmans Theodore Waters
Het verband tussen hechtingsstijl en betekenisgeving in de persoonlijke narratieven van jongeren.

Vraagstukken rond privacy: de zoektocht naar een wettelijk kader voor het gebruik van live facial recognition door de geïntegreerde politie in België

Lotte De Graeve
Enkele problematieken lijken de zoektocht naar een wettelijk kader rond live facial recognition te belemmeren. Deze masterproef onderzoekt wat deze inhouden en formuleert enkele vraagstukken die cruciaal lijken opdat de proportionaliteit en wenselijkheid van de technologie kan worden beoordeeld.

ANALYSE EN EVALUATIE VAN DE WIJZIGINGEN AANGEBRACHT AAN HET FISCAAL STRAFRECHT DOOR DE WET VAN 5 MEI 2019 EN HET KB VAN 9 FEBRUARI 2020

Justine Hendrickx
Deze masterproef analyseert en evalueert de wijzigingen door de wet van 5 mei 2019 en het Koninklijk Besluit van 9 februari 2020 in het licht van de door de wetgever opgestelde doelstellingen. Meer bepaald worden de eerste drie wijzigingen (una via-overleg, strategisch overleg en meldingsplicht van de procureur des Konings) in detail behandeld. Er wordt summier ingegaan op de nieuwe rol van de strafrechter.

visualisaties van lidardata in een educatieve setting

Jana Ameye
Ter bevordering van het georuimtelijk denken worden drie verschillende visualisatiemethoden vergeleken met elkaar met als doelstelling de implementatie in het onderwijs. De visualisaties werden vervaardigd met lidardata, een toonaangevende laserscantechnologie, waarbij de methode van de hillshading uiteindelijk de voorkeursvisualisatie bleek te zijn voor leerlingen en studenten uit België en Mexico. Aan de hand van een viertal competenties kunnen deze beelden in de klas stapsgewijs worden geïmplementeerd ter bevordering van het ruimtelijk denken.

In dialoog tijdens detentie

Shanti Heijkants
Deze studie brengt in kaart hoe de communicatie met anderstalige gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen tot stand komt. Daarnaast peilt het onderzoek naar de gevoelens en perceptie die taalbarrières bij de gevangenisdirectie en het gevangenispersoneel teweegbrengen. Hiervoor werden semi-gestructureerde interviews gehouden, dewelke aan de hand van de kwalitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd werden.