Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Life in Limbo: A spatial analysis of the Brussels reception centres and the lived experiences of their residents
In deze scriptie wordt het ruimtelijk kader en de menselijke beleving van de architectuur van de Brusselse asielcentra geanalyseerd aan de hand van veldwerk en getuigenissen. De analyse beperkte zich niet tot de sites van de opvangcentra, maar bracht ook in kaart welke sociale voorzieningen - zoals winkels, sport, cultuur en transport - in de omgeving beschikbaar zijn en hoe deze gebruikt worden door asielzoekers.
Het doel van deze scriptie is om de complexiteit en systematische structuur van een verborgen type huisvesting in het complexe stadslandschap van New York City bloot te leggen.
Deze studie is ontwikkeld als een grafische atlas om te laten zien hoe een verborgen daklozeninfrastructuur is ingekapseld in de ruimtelijke anatomie van New York City.
De grafische atlas illustreert zowel historische als huidige lagen van deze infrastructuur om aan te tonen hoe de opvang van daklozen verankerd is in de geschiedenis van de stad, hoe deze zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld en hoe deze heeft gereageerd op de COVID-19 pandemie.
New York, als één van de meest ongelijke en gesegregeerde metropolitane gebieden van het Westen, geeft een unieke inkijk in de daklozenproblematiek als een pertinente uitdaging voor steden wereldwijd.
Nu ook in Vlaanderen de ene crisis de andere opvolgt, en sociale ongelijkheid elke dag verder de pan uit swingt, is deze scriptie ook een parabel voor de gevolgen van toenemende neoliberalisering en sociale verloedering in de eigen nabije omgeving.
Het is dan ook een appèl aan de architectuur en stedenbouw om (opnieuw) een voortrekkersrol op te nemen in het debat rond huisvesting en mensenrechten in het algemeen.
Deze masterproef onderzoekt hoe de gebouwen op campus Sterre op een duurzame manier gerenoveerd kunnen worden, waarbij energetisch-efficiënt en flexibel gebouwgebruik centraal staan.
Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.
In de masterproef ‘Ongelijkheid in tijden van cholera’ wordt onderzoek gevoerd naar de cholera-epidemie in Antwerpen in 1866. Het onderzoek stelt de vraag of en op welke manier het sociaal-economische profiel een invloed had op een besmetting met of sterfte aan cholera. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een gedetailleerd, comparatief onderzoek in tijd en ruimte tussen twee wijken in Antwerpen, de tweede en vijfde wijk.
Het huren of aankopen van een kantoorgebouw: welke keuze is het meest efficiënt?
Fleur Van Der Goten
Deze bachelorproef werd geschreven met als doel de professionele bachelor Facility Management aan de Odisee Hogeschool te behalen.
Aangezien de meeste bedrijven voor de keuze komen te staan of ze een kantoorgebouw zullen aankopen of gaan huren, leek het me een interessant onderwerp om mij hierin ter verdiepen. De energieprijzen en de vastgoedprijzen swingen de laatste maanden de pan uit en ook Corona gooide roet in het eten waardoor de huidige actualiteit zeker ook een interessante kijk geeft op het onderwerp.
De bachelorproef heeft volgende onderzoeksvraag: “Het huren of aankopen van een kantoorgebouw: welke keuze is het meest efficiënt?”
Om de onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden, werden ook enkele deelvragen opgesteld:
• Welke financiële en juridische factoren komen aan bod bij de huur van een kantoorgebouw?
• Welke financiële en juridische factoren komen aan bod bij de aankoop van een kantoorgebouw?
• Zijn er nog andere mogelijkheden naast het huren en aankopen?
• Welke externe factoren kunnen de keuze van een onderneming beïnvloeden?
• Hoe beïnvloedt het onderhoud van het gebouw de keuze?
Het eerste deel van de bachelorproef bestaat uit een literatuurstudie waarin er voornamelijk gekeken werd naar het verschil tussen het huren en het kopen van een kantoorgebouw. De voor- en nadelen werden tegen elkaar afgewogen, de huidige markttendensen werden in kaart gebracht en er werd met een kritische blik naar de literatuur gekeken.
De bachelorproef werd vervolgens aangevuld met een casestudie zodat er onderzocht kon worden hoe het er in de praktijk nu echt aan toegaat. Ook hier werd er kritisch naar de verworven informatie gekeken.
Tot slot werd er op het einde van de bachelorproef een conclusie gemaakt die een antwoord geeft op de bovenvermelde onderzoeksvraag.
Gedurende de Meiji-periode (van 1868 tot 1912) veranderde de mannenmode enorm. Welke fysieke veranderingen waren er en hoe keek men naar deze nieuwe mode? Dit onderzoek, gebaseerd op geschreven bronnen en authentieke kledingstukken biedt een vernieuwend perspectief op de Japanse geschiedenis.
Zich eenzaam voelen in een grootstad als Shanghai, lijkt onwaarschijnlijk... of niet? Miljoenen jonge Chinezen migreren naar deze aantrekkelijke grootstad om beter werk te vinden en zo ook een beter leven te leiden. De gevolgen van een versnelde modernisering en verstedelijking voor hun mentale gezondheid worden echter verwaarloosd. In deze thesis werd de relatie tussen eenzaamheid en sociale steun onderzocht.
Deze masterproef onderzoekt mogelijke ontwerpscenario’s voor de vervangbouw van de sociale Sint-Bernadette tuinwijk te Gent. Daarbij werd de focus gelegd op verdichting van de wijk, zowel naar woning- als inwonersaantal, binnen de schaal en het karakter van de tuinwijk als stedelijk model.
Masterproef over het ontstaan en de evolutie van de diplomatieke huisvesting in Brussel tijdens de negentiende en vroege twintigste eeuw. De scriptie wordt rijkelijk geïllustreerd met zelfgemaakt kaartmateriaal.
De coronacrisis heeft de sluimerende huisvestingscrisis scherper gesteld. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat betaalbaar wonen gegarandeerd blijft en waar liggen de knelpunten de dag van vandaag?
In de context van migratie en de Europese vluchtelingencrisis beproeft deze masterproef het potentieel tot veerkracht van zowel de aankomststad met een eigen crisishistorie als van haar nieuwkomers. Een netwerk van ngo’s (afkorting voor ‘non-gouvernementele organisaties’) spelen hierin een essentiële rol via hun sociale zorg en huisvesting als substituut voor een (tot nog toe) weinig responsieve overheid. De thesis steunt in concreto op onderzoek van en vrijwilligerswerk met de ngo ARSIS die werkt rond opvang en integratie van niet-begeleide minderjarige migranten in Athene, Griekenland.
Deze masterproef onderzoeksjournalistiek gaat aan de hand van praktijktesten na in welke mate kandidaat-huurders met een niet-Vlaamse naam en buitenlandse achtergrond gediscrimineerd worden. De hoofdhypothese is dat er meer gediscrimineerd wordt op basis van een buitenlandse achtergrond in de Vlaamse provincies waar er minder diversiteit is. Daarnaast wordt een beeld geschetst van eventuele discriminatie(redenen), het beleid errond en de mogelijke oplossingen, alles besproken met (ver)huurders, professionele en politieke instanties.
Omwille van Europa’s duurste huur- en aankoopmarkt staat het Noors-bebouwde landschap onder grote druk. Het eigendomsbeleid van Gerhardsen na WOII zorgde voor een alomvattende, maar gezonde suburbanisatie die tot op vandaag 80% van de bestaande woonentiteiten omvat. Vandaag staat echter een inflexibele politieke cultuur het sociaaldemocratisch gedachtengoed in de weg om adequate stedenbouwkundige ingrepen in de verschillende Kommune’s (~semi- autonome provincies) op te bouwen.
Deze scriptie gaat over mogelijke hulpverleningsmethodieken die het OCMW van Leuven in de toekomst kan hanteren om uithuiszetting mogelijks te vermijden. Uit een gesprek met het OCMW van Leuven kwam naar boven dat er heel wat uithuiszettingen zijn. Daarom werd op zoek gegaan naar mogelijke manieren zodat uithuiszettingen vermeden zouden worden. Door middel van een literatuuronderzoek werd er nagegaan welke organisaties er allemaal betrokken zijn bij een gerechtelijke uithuiszetting en welke taken deze organisaties vervullen. Om tot andere hulpverleningsmethodieken te komen, werden de aanpakmethoden van verschillende andere OCMW’s verkend en vergeleken met deze van Leuven. Hiervoor werden er aantal diepte-interviews afgenomen. Daarnaast werden er ook een aantal andere hulpverleningsmethoden verkregen doormiddel van literatuurstudie. Aan het einde van dit onderzoek werd er geconcludeerd dat er heel wat verschillen in hulpverleningsmethodieken waar te nemen zijn tussen de verschillende bevraagde OCMW’s. Aan de hand van deze conclusie konden er ook een aantal aanbevelingen geformuleerd worden voor het OCMW van Leuven.
Hoe gaan voogden om met de familieleden in het buitenland van niet-begeleide buitenlandse minderjarigen? Uit mixed method onderzoek blijkt dat de meeste voogden het belang van de transnationale relaties tussen de minderjarigen en hun families buiten België erkennen. Toch blijken de voogden op zeer verschillende manieren om te gaan met deze families.
De overgang naar volwassenheid is voor jonge jeugdzorgverlaters een sprong in het onbekende mét een veel te zware rugzak. De moeilijke thuissituatie, maar zeker ook het gebrek aan houvast en continuïteit in het jeugdhulptraject, dragen hiertoe bij.
Voorbereidingstrajecten zijn beperkt in tijd en de overgang moet gemaakt worden ongeacht men hier klaar voor is.
De Gezinsbenaderende Werking toont aan dat continuïteit in zorg en loslaten in verbondenheid mogelijk zijn in de jeugdhulpverlening en bijdragen aan een brug tussen jeugdzorg en het volwassen leven.
De periode na detentie krijgt amper aandacht en wordt al te vaak vergeten. De essentie van mijn onderzoek bestaat erin dit probleem aan te kaarten. Op deze manier schuilt in deze thesis een signaalfunctie naar beleidswerkers binnen het penitentiaire welzijnswerk toe. Daarnaast worden ook de effectieve noden en behoeften van veelplegers in kaart gebracht om de theorie en realiteit op elkaar af te stemmen.
Vluchten is een zeer specifieke manier van migreren die veel complexiteit met zich meebrengt. Ook de partnerrelaties van vluchtelingenkoppels blijven hiervan niet gespaard. Hoe deze complexe problematiek onderling verweven is en wat er aan verbetering mogelijk is wordt onderzocht in deze scriptie
Deze scriptie onderzoekt wat werkt bij jongvolwassen detentieverlaters en daklozen door middel van een internationale literatuurstudie en focusgroepen met begeleiders van de doelgroep en de jongeren zelf. Het resultaat is een brede waaier van werkzame factoren waarmee hulpverleners aan de slag kunnen.
In deze Bachelorproef onderzoek ik hoe hulpverleners meertalige gezinnen kunnen ondersteunen en inspelen op de complexiteit waar deze gezinnen mee te maken hebben.
In deze scriptie wordt het onderscheid der goederen, zijnde het onderscheid tussen roerende en onroerende eigendom, onder de loep genomen. Het onderscheid heeft belangrijke implicaties in het burgerlijk, sociaal en fiscaal recht. Via een rechtsvergelijkende studie wordt er nagedacht of er nood is aan verandering.