Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

The influence of maize (Zea mays L.) roots, mycorrhizal fungi and agricultural soil management practices on the emission of soil volatile organic compounds

Alain Clement
Vluchtige organische stoffen zijn secundaire metabolieten die geproduceerd worden door planten, dieren en microben. Hun uitstoot is goed onderzocht in bovengrondse ecosystemen, maar niet in de bodem. In dit onderzoek werd er geprobeerd een methode te vinden om deze stoffen te meten.

Observatie van intraspecifieke interacties bij katten in multi-kat huishoudens

Morgane Van Belle
De scriptie bestudeerde de interacties tussen huiskatten via observaties gebaseerd op video's gemaakt door de eigenaar. Alle gedragingen zichtbaar tijdens interacties in multi-kat huishoudens werden opgelijst en beschreven. Een vergelijking werd gemaakt tussen sociale groep en geen sociale groep katten.

Het huren of aankopen van een kantoorgebouw: welke keuze is het meest efficiënt?

Fleur Van Der Goten
Deze bachelorproef werd geschreven met als doel de professionele bachelor Facility Management aan de Odisee Hogeschool te behalen.

Aangezien de meeste bedrijven voor de keuze komen te staan of ze een kantoorgebouw zullen aankopen of gaan huren, leek het me een interessant onderwerp om mij hierin ter verdiepen. De energieprijzen en de vastgoedprijzen swingen de laatste maanden de pan uit en ook Corona gooide roet in het eten waardoor de huidige actualiteit zeker ook een interessante kijk geeft op het onderwerp.

De bachelorproef heeft volgende onderzoeksvraag: “Het huren of aankopen van een kantoorgebouw: welke keuze is het meest efficiënt?”

Om de onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden, werden ook enkele deelvragen opgesteld:
• Welke financiële en juridische factoren komen aan bod bij de huur van een kantoorgebouw?
• Welke financiële en juridische factoren komen aan bod bij de aankoop van een kantoorgebouw?
• Zijn er nog andere mogelijkheden naast het huren en aankopen?
• Welke externe factoren kunnen de keuze van een onderneming beïnvloeden?
• Hoe beïnvloedt het onderhoud van het gebouw de keuze?

Het eerste deel van de bachelorproef bestaat uit een literatuurstudie waarin er voornamelijk gekeken werd naar het verschil tussen het huren en het kopen van een kantoorgebouw. De voor- en nadelen werden tegen elkaar afgewogen, de huidige markttendensen werden in kaart gebracht en er werd met een kritische blik naar de literatuur gekeken.

De bachelorproef werd vervolgens aangevuld met een casestudie zodat er onderzocht kon worden hoe het er in de praktijk nu echt aan toegaat. Ook hier werd er kritisch naar de verworven informatie gekeken.

Tot slot werd er op het einde van de bachelorproef een conclusie gemaakt die een antwoord geeft op de bovenvermelde onderzoeksvraag.

'Reading Brussels': hét boekenevent voor Europese jongeren

Nikita Goossens
Wat trekt Europese jongeren aan op vlak van cultuur en hoe kan dit in het kader van culturele hoofdstad 2030 op een innovatieve manier geïmplementeerd worden in Brussel om er een duurzame meerwaarde van te maken voor de stad? Er bleek ruimte te zijn voor een routegebonden boekenevenement, dat ik uitwerkte als toeristisch-recreatief product.

Digitale Deconnectie: Zwart, wit én alles wat er tussen zit

Lore Geldof
Kwalitatief onderzoek naar digitale deconnectie bij werknemers. Specifiek is onderzocht wat de 'hoe', 'wanneer' en 'waarom' van digitale deconnectie zijn binnen het werkveld. Er is een model opgesteld om de veelheid aan informatie uit de gesprekken visueel weer te geven, genaamd 'Het Metroplan van de Deconnectie'.

Werkhervatting na kanker bij zelfstandigen

Veronique Vandeloo
Deze masterproef onderzoekt de impact van kanker op zelfstandigen en de daaruitvoortkomende noden bij werkhervatting.

Understanding the role of customer inertia in the B2B service context

Thomas Landuyt
Dit onderzoek herdefineert consumenteninertie in de B2B context van een unidimensionaal consturct tot een 3 dimensionaal construct. Dit onderzoek concludeert dat consumenteninertie kan voortvloeien uit gedragspatronen, cognitieve processen en affectieve attitudes van de klant.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Een concrete en werkbare visie voor DiverGENT die betekenis geeft aan het leren van onze inclusieve leerling

Julie Van Hoorde
In onze organisatie vernieuwen we samen de visie naar een concrete én doorleefde visie volgens de richtlijnen van schoolontwikkeling. Ons veranderingsproces kan een voorbeeld zijn voor wie zoekt naar een meer inclusieve en diversiteitgerichte visie voor zijn organisatie.

The relationship between daily job crafting and daily intrinsic motivation among app-workers

Otto Rommens
De verregaande integratie van technologie in platformorganisaties maakt de top-down verrijking van het werkontwerp uitdagend en beperkt bijgevolg de mogelijkheden om werknemers intrinsiek te motiveren. Daarom onderzocht deze masterproef de relatie tussen dagelijkse job crafting (d.w.z. dagelijkse taak, dagelijkse relationele, dagelijkse cognitieve, en dagelijkse tijd-ruimtelijke job crafting) en dagelijkse intrinsieke motivatie door dagelijkse jobverrijking, aan de hand van een algemene vragenlijst en een vierdaagse dagboekstudie (N = 196 dagen genest binnen 51 individuen). Daarnaast onderzochten we of de persoonlijke behoefte aan groei en ontwikkeling van platformwerkers het effect van dagelijkse jobverrijking op dagelijkse intrinsieke motivatie modereerde.

Zuurstof maakt het verschil - Veilig zuurstofgebruik bij de gehospitaliseerde COPD-patiënt met risico op respiratoir falen

Merel Grieten
Voor de bachelor verpleegkundigen of andere werkenden binnen de zorgen die interessen hebben in correct zuurstofgebruik bij de gehospitaliseerde COPD-patiënt.

Op welke manier kan men het doelpubliek van A2A2 melk bereiken door het voeren van gerichte marketing?

Julie De Jaeger
Op welke manier kan men het doelpubliek van A2A2 melk bereiken door het voeren van gerichte marketing?

ASS in het kleuteronderwijs: Ondersteuningsnoden binnen de klascontext

Johan D'hooge
Onderzoek naar de noden en draagkracht in de kleuterklas met een kleuter met al dan niet vastgestelde ASS.

Zelfmanagement als kernactiviteit van persoonsgerichte MS-zorg. Zorgen waar het moet, ontzorgen waar het kan.

Elise Peeters
Zelfmanagement wordt aanzien als een belangrijke sleutel tot effectieve MS-zorg en impliceert dat de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager vanuit een nieuw referentiekader moet bekeken worden. Maar zijn zorgverstrekker en patiënt voldoende empowered om de nieuwe rol, die hen toebedeeld is, op te nemen? Daarom wordt een kwalitatief uitgewerkt concept (SOCK) aangeboden dat alle sterke factoren van optimaal zelfmanagement omvat. Zodat de moderne zorgverlener een houvast heeft om de patiënt vanuit een holistische visie te versterken in het beheersen van zijn ziekte.

OUT IN FRONT? EEN ONDERZOEK NAAR ZICHTBAARHEIDSMANAGEMENT BIJ VLAAMSE HOLEBILEERKRACHTEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS.

yente vercauteren
Dit onderzoek bij Vlaamse holebileerkrachten in het secundair onderwijs gaat dieper in op hun betekenisgeving aan zichtbaarheidsmanagement.

Welke leraren bewandelen het pad richting zelfregulerend leren? Een kwantitatief onderzoek naar de beïnvloedende leerkrachtfactoren in het optimaliseren van zelfregulerend leren bij leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs

Daphné Van Looy
Deze scriptie ging met een kwantitatief onderzoek na welke leerkrachtfactoren gerelateerd zijn aan het stimuleren van zelfregulerend leren bij leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs. Dit vanuit de vaststelling dat er veel variatie is tussen leerkrachten in de mate waarin ze inzetten op het stimuleren van zelfregulerend leren. Aan de hand van vragenlijstdata van 261 leerkrachten secundair onderwijs werd een model getoetst waarin zowel demografische variabelen, (self-efficacy) beliefs, als kennis omtrent zelfregulerend leren opgenomen werden.

GEBRUIK VAN VALRISICO VERHOGENDE GENEESMIDDELEN, EEN RETROSPECTIEF ONDERZOEK MET FOCUS OP PSYCHOFARMACA BIJ PATIËNTEN OPGENOMEN VIA DE SPOEDAFDELING

Britt Ekendahl
Bepaalde klassen van geneesmiddelen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op vallen (o.a. geneesmiddelen die ingrijpen op het centraal zenuwstelsel). Ongeveer 60% van de ouderen die in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege een val gebruiken minstens één valrisico verhogend geneesmiddel (fall-risk increasing drug of FRID). In het kader van valpreventie zijn preventieve acties zoals afbouwen van FRIDs van belang.

Horen, zien en praten. "Een gezinswetenschappelijke visie op hoe we het welbevinden kunnen bewaken/verhogen van zowel de nieuwe bewoner als zijn familie bij een verhuis naar een wzc"

Nyiraneza Callaerts
Deze scriptie behandelt de vraag: 'Wat dient te worden aangepast aan de benadering van een wzc naar een nieuwe bewoner toe en hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven van die persoon gewaarborgd blijft of verhoogd wordt? Vanuit drie theoretische invalshoeken (zorgethiek, psychologie en sociologie) wordt getracht de onderzoeksvraag te verhelderen. Goede communicatie is de rode draad doorheen de scriptie, drie veranderingsstrategieën wordt beschrijven hoe de communicatie verbeterd kan worden.

De waarde van ervaren leraren in Brussel

Robin Van der Cammen
Door ervaren leraren uit de Brusselse context te bevragen, is er een brochure ontworpen die als doel heeft
startende leraren te ondersteunen bij de aanvangsbegeleiding. Via diepte-interviews, die zijn opgesteld
a.d.h.v. een literatuuronderzoek, wordt gericht bevraagd welke factoren ervaren leraren motiveren en hoe
deze startende leraren kunnen inspireren.

COVID-19 accentueert de knelpunten van de locoregionale ziekenhuisnetwerken

ortwin top Ann Van den Broeck
De COVID-19 crisis heeft belangrijke pijnpunten binnen de ziekenhuisnetwerken blootgelegd. De wetgeving met de definiëring van de zorgopdrachten, de financiering, de samenwerking met andere zorgactoren en de bevoegdheidsverdeling zijn de meest urgente problemen. Ziekenhuizen en bij uitbreiding de gehele gezondheidszorg vragen aan de overheid om hier prioritair werk van te maken.

visualisaties van lidardata in een educatieve setting

Jana Ameye
Ter bevordering van het georuimtelijk denken worden drie verschillende visualisatiemethoden vergeleken met elkaar met als doelstelling de implementatie in het onderwijs. De visualisaties werden vervaardigd met lidardata, een toonaangevende laserscantechnologie, waarbij de methode van de hillshading uiteindelijk de voorkeursvisualisatie bleek te zijn voor leerlingen en studenten uit België en Mexico. Aan de hand van een viertal competenties kunnen deze beelden in de klas stapsgewijs worden geïmplementeerd ter bevordering van het ruimtelijk denken.

REFLECTIONS ON HOW TO TURN A WORM INTO A GIANT: A Strategic Management Approach to Bridge the Gap towards a Security and Defence Union

Tim JJ Nelissen
Wil je meer weten over het verleden, het heden en de toekomst van het defensiebeleid in de Europese Unie? Dan moet je zeker deze scriptie lezen. Met klassieke en moderne technieken uit de bedrijfskunde/management wordt het EU defensiebeleid geanalyseerd en geëvalueerd. Aan het einde van de rit worden strategieën gesuggereerd om het EU defensiebeleid te optimaliseren.

De roze wolk, schijn bedriegt: De betrokkenheid van de vroedvrouw bij postpartum psychosen

Sophie Van hoof
We zijn op de hoogte van de screenings- en behandelingsmethodes voor een postpartum depressie maar hoe zit het met deze voor een postpartum psychose? Deze aandoening kan tenslotte ook optreden en ook deze vrouwen hebben recht op kwaliteitsvolle zorg, zorgverlening die zich specifiek focust op hun noden en behoeften. Ik wil met andere woorden voor de vroedvrouwen van de toekomst trachten een overzicht te schetsen van hoe om te gaan met deze diagnosestelling.

Haptonomische pre- en postnatale begeleiding van ouders en kind

Birten Pots
Binnen het perinatale zorgnetwerk zijn er heel wat alternatieve begeleidingsvormen aan een
opmars bezig, onder andere de haptonomische pre- en postnatale begeleiding van ouders en
kind. De impact en de meerwaarde hiervan worden beschreven pre, peri- en postnataal, dat zowel voor de ouders als voor het kind. Als vroedvrouw kan de haptonomische visie een andere kijk op het werkveld geven.