Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Affective profiles of individuals who committed internet-facilitated sexual offenses

Ella Ballière Lara Wauters
In de literatuur wordt vaak geopperd dat online seksuele delinquenten beschouwd worden als een groep met aparte kenmerken, los van de kenmerken van hand-on seksuele delinquenten. Echter is onderzoek naar online seksuele delinquenten schaars. Daarbij is weinig geweten over de affectregulatie van online seksuele delinquenten en of zij gebaat zijn bij dezelfde emotieregulatietraining die vaak wordt gebruikt voor hands-on seksuele delinquenten.

Deze studie wil, door middel van vragenlijsten, onderzoeken of experiëntiële vermijding, problemen met affectregulatie en seks als coping, het plegen van hands-on en online seksuele misdrijven (mede) zou kunnen verklaren. Dit zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van bestaande tertiaire preventieprogramma's voor online seksuele delinquenten in plaats van ze op dezelfde manier te behandelen als hands-on seksuele delinquenten.

In lijn met onze hypotheses zagen we dat het gebruik van experiëntiële emotieregulatie door emoties te erkennen, begrijpen en te uiten, de kans op het plegen van hands-on seksuele delicten significant verlaagt. Aan de andere kant lijkt het onderdrukken van emoties de kans op hands-on seksuele misdrijven juist te vergroten. Dit impliceert dat inzetten op adaptieve emotieregulatievaardigheden binnen de behandeling van hands-on seksuele delinquenten essentieel is.

BOEM! PAUKESLAG! Daar ligt alles PLAT. Verpleegkundige zorg voor Oekraïense vluchtelingen met PTSS in België

Sita Impens
Hoe moeten verpleegkundige omgaan met de behandeling van PTSS bij Oekraïense vluchtelingen die in België aankomen?

Developing an Urban Green Accessibility Index for Flanders - A Comprehensive Analysis of Accessible Urban Green Spaces

Eline Rega
Met groeiende steden wordt groene ruimte cruciaal voor de onze mentale en fysieke gezondheid. In deze scriptie werd de Urban Green Accessibility Index (UGAI) ontwikkeld en berekend voor Vlaanderen. Dit is een tool die de toegankelijkheid, kwaliteit en context van groen weergeeft. De resultaten tonen dat slechts 55% van de Vlamingen toegang heeft tot groen binnen 10 minuten wandelen van hun woonplaats. De informatie uit deze scriptie kan waardevol zijn voor beleidsmakers om deze tekorten aan te pakken.

The challenges of making educational video games accessible. A case study on the video game Immune patrol

Rani De Vadder
Een analyse van de toegankelijkheid van de educatieve videogame Immune Patrol, ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie. De game heeft als doel kinderen van tien tot twaalf jaar meer te leren over ziektes, het immuunsysteem en vaccinaties. Deze studie bespreekt het belang van (media)toegankelijkheid, focussend op (educatieve) videogames, en toegankelijkheidsrichtlijnen die gevolgd kunnen worden bij het ontwikkelen van games.

Types experten en steun voor stealth democratie: een kwantitatief onderzoek naar de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België

Janne Ingelbeen
Dit onderzoek focust op de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België. Meer specifiek zal worden onderzocht wat de impact is van de individuele verschillen tussen burgers op de steun voor stealth democratie tijdens de COVID-19 crisis in België. Omdat blijkt dat het van belang is een onderscheid te maken tussen verschillende types experten, zal deze studie voor elk type expert (medische, economische en sociale expert) de invloed van individuele verschillen tussen burgers onderzoeken. Die individuele verschillen slaan enerzijds op de politieke oriëntatie van burgers (links/rechts self-placement), en anderzijds op de ideologische attitudes van burgers (Right-Wing Authoritarianism, Left-Wing Authoritarianism en Social Dominance Orientation).

Dé uitdaging van zorgarchitectuur: een kindvriendelijke psychiatrie

Elien Vansevenant
In deze scriptie wordt er nagegaan welke ruimtelijke ontwerpparameters van belang zijn om aandacht aan te schenken gedurende een langdurige opname van kinderen tussen de 6 en 12 jaar (leeftijd lagere school) in een kinder- en jeugdpsychiatrie opdat ze de nodige ondersteuning krijgen en een gevoel van huiselijkheid ervaren. Met andere woorden hoezeer de architecturale vormgeving impact kan hebben op het verblijf van een kind in deze kwetsbare omgeving. Dit gebeurt enerzijds aan de hand van een literatuurstudie en anderzijds door het analyseren van twee concrete projecten, met name het Kinderpsychiatrisch Centrum in Genk (KPC) en De Korbeel in Kortrijk. Bijkomend wordt de inhoud ondersteund door het zelf ontwerpen van een fictieve kinderpsychiatrie voor kinderen van de lagere school in centrum Hasselt.

Blok B op het UZ Gent. Een analyse van de mogelijkheden tot hergebruik van gebouwonderdelen en materialen. Ontmanteling voor hergebruik mogelijk maken door het herschrijven van het UGent typebestek.

Karen Steukers Lune Boret
Dit onderzoek kaart de verspilling van bouwmaterialen aan door het hoogwaardig hergebruik ervan te promoten. De scriptie plaatst de bestektekst in een ander licht, zodat deze ingezet kan worden als middel om circulaire bouwambities in uitvoering te brengen. De focus ligt daarbij op volgende begrippen: opdrachtgeverschap, de openbare aanbesteding en losmaakbaarheid.

Hypertensie en circadiane bloeddrukvariatie bij kinderen en adolescenten na levertransplantatie onder behandeling met tacrolimus

Eline Braekman
Hypertensie is een frequent voorkomende nevenwerking van tacrolimus, het meest gebruikte immunosuppressivum na levertransplantatie bij kinderen en adolescenten. Het Kinderziekenhuis van het UZ Gent stelde in 2017 een protocol op om posttransplant hypertensie vroegtijdig te detecteren en beter onder controle te brengen. In deze thesis werd het effect van het nieuwe protocol op het bloeddrukprofiel van pediatrische levertransplantpatiënten onderzocht.

Do we care about lens care?

Sien Vander Beken
Contactlenzen zijn vaak gebruikte medische hulpmiddelen. Deze kunnen via de oogarts of paramedicus worden voorgeschreven en aangemeten. Contactlenzen zijn tevens vrij in optiekzaken en drogisterijen te verkrijgen. Eender wie kan contactlenzen aankopen zonder enige controle van type of sterkte. Aangezien contactlenzen makkelijk verkrijgbaar zijn, krijgt niet iedereen een goede voorlichting over het correcte gebruik en onderhoud ervan. Dragers die wel duidelijke richtlijnen krijgen, vergeten deze vaak of leven ze bewust niet na. Deze bachelorproef geeft een inzicht in de do’s en don’ts bij het dragen en verzorgen van contactlenzen en hoe een app de lensdragers kan helpen bij het dragen en onderhouden van hun contactlenzen. De grootste uitdaging voor de contactlensindustrie is het behouden van het algemeen comfort voor de contactlensdragers zodat het aantal drop-outs beperkt blijft.

‘Integratie of segregatie? Een onderzoek naar de ervaringen van oudere gedetineerden’

Sarah Decorte
De doelstelling van deze masterproef is gericht op de realisatie van een humaan leven in detentie voor oudere gedetineerden. Door middel van onderzoek naar de ervaringen van vijftigplussers in detentie wordt een inzicht verkregen op de hindernissen waar deze doelgroep op botst en hoe penitentiaire inrichtingen omgaan met haar steeds ouder wordende populatie. Deze groep heeft wegens de oudere leeftijd differentiële noden en behoeften ten opzichte van de algemene (jongere) detentiepopulatie (Ginn, 2012). Aan deze diverse noden kunnen tot op vandaag slechts weinig Belgische gevangenissen tegemoetgekomen (Humblet et al., 2022). Door aandacht te vestigen op deze groep kan dit onderzoek een basis vormen om bewustzijn te creëren op beleidsmatig niveau, waarna beleidsinitiatieven kunnen volgen.

Go duurzaam digital!

Joris Blomme
De digitale stroom aan informatie is meer dan ooit aanwezig in onze huidige maatschappij. Hoe gaan we om met onze (digitale) data en hoe zorgen we ervoor dat deze op lange termijn toegankelijk blijf? Lees snel verder en kom dit allemaal te weten!

De zitepidemie

Amber Ollivier
Uit de literatuur is af te leiden dat in het hoger onderwijs weinig tot geen fysieke activiteit aan bod komt, dit ondanks de vele voordelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de totale fysieke activiteit van studenten beïnvloedt en wat het effect is van fysieke activiteit op een leerprestatie, rekening houdend met de motivatie en het engagement. Dit werd door cross sectioneel onderzoek nagegaan, waarbij een instructieactiviteit vooraf wordt gegaan door fysieke activiteit.

In dit onderzoek werd het effect van individuele factoren, sociale netwerken, fysieke omgeving, de macro omgeving, academische druk, studentenleven, examens, lessen en de schoolomgeving op de totale wekelijkse fysieke activiteit geanalyseerd. Het engagement van studenten is gebaseerd op verscheidene motorische theorieën over kennisconstructie, namelijk het constructivisme van Bruner (1966), de embodied cognition theory (Brouillet et al., 2010) en de theory of event coding (Hommel, 2015). Uit deze theorieën is af te leiden dat fysieke activiteit een motivator kan zijn voor kennisconstructie en meer engagement. De motivatie is binnen dit onderzoek de bevrediging van de basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie (Ryan en Deci, 2017).

De individuele factoren en de sociale netwerken zorgen voor meer fysieke activiteit. Daarentegen zorgt het studentenleven voor minder fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt ook voor hogere leerprestaties, rekening houdend met het engagement van studenten. Er is geen significant effect op de motivatie. De voordelen van fysieke activiteit, vastgesteld bij lagere en secundaire leerlingen, zijn zo ook aanwezig bij studenten van het hoger onderwijs. Meer fysieke activiteit kan bovendien een eerste stap zijn om de zitepidemie te doorbreken en de algemene volksgezondheid verder te stimuleren.

untprevalentie en geschiktheid van antimicrobiële therapie in Vlaams- Brabantse woonzorgcentra: Focus op urineweginfecties

Irem Yener Jade Vanderstraeten Dries Kolacny Jochen Tittillion
Deze thesis behoort tot de CAPTAIN (Check of APpropriaTeness of AntImicrobial therapy in Nursing homes) studie. Het doel van de CAPTAIN studie is het bepalen van de prevalentie en de geschiktheid van het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen binnen WZC’s. In deze thesis wordt gefocust op de prevalentie en geschiktheid van geneesmiddelen ter behandeling van UWI’s en de prevalentie van voedingssupplementen ter preventie of ter behandeling van UWI’s.

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de aanleiding van de stikstofarresten in Vlaanderen en Nederland (met wetenschappelijke analyse)

Lukas Brosens
Stikstof in de Lage Landen

Bestuurlijke besluitvorming via de inzet van algoritmische beslisregels en geautomatiseerde feitenvinding: de trias politica door elkaar geschud?

Lars Voorjans
Biedt het Belgisch algemeen bestuursrecht afdoende waarborgen teneinde een transparante aanwending van algoritmische systemen in de overheidsbesluitvorming te kunnen waarborgen?

HOE ERVAREN MAATSCHAPPELIJK WERKERS DE DIGITALISERING BINNEN DE SECTOR VAN DE INTEGRALE JEUGDHULP IN VLAANDEREN

Gust Peeters Justine De Laet Febe Buelens Nathalie Teniers Lisa Foriers Nawal Bousakla
Digitalisering is vandaag de dag bijna overal in onze samenleving terug te vinden. Het is
geëvolueerd tot een norm die ons dagelijks handelen sterk beïnvloedt. Niet alleen voor het
individu, ook binnen de hulpverlening speelt digitalisering een belangrijke rol. Omwille van
de huidige coronacrisis is digitalisering binnen de hulpverlening enorm toegenomen, vaak
omdat men niet anders kon. Net omwille van deze tendens, is het essentieel om onderzoek
te doen naar het begrip digitalisering. Digitalisering beïnvloedt met al zijn verschillende
aspecten de hulpverlening. We willen daarom als studenten maatschappelijk werk met een
gemeenschappelijke interesse rond dit thema zelf hierin onze bijdrage leveren.

Dit onderzoek heeft als doel om de ervaringen van maatschappelijk werkers binnen de
integrale jeugdhulp op vlak van digitalisering in kaart te brengen. De
hoofdonderzoeksvraag luidt als volgt: “Hoe ervaren maatschappelijk werkers de
digitalisering binnen de sector van de integrale jeugdhulp in Vlaanderen?”.

Wij formuleren een antwoord op onze onderzoeksvragen aan de hand van kwalitatief
onderzoek. We begonnen met een literatuurstudie naar relevante thema’s en bevroegen
enkele experten. Nadien namen we tien diepte-interviews af bij maatschappelijk werkers
van verschillende organisaties binnen de integrale jeugdhulp. Uit onze interviews blijkt dat
hulpverleners digitalisering zowel positief als negatief kunnen ervaren. De visie van hun
organisaties varieert van ‘geen concrete zienswijze’ tot een duidelijker beeld over
digitalisering binnen hun werking. De toekomstvisie van onze respondenten lijkt aan te
tonen dat er gestreefd moet worden naar een heldere visie binnen een
hulpverleningsorganisatie. Als we kijken naar hun competenties, blijkt dat maatschappelijk
werkers vaak enkel over basis ‘digivaardigheden’ beschikken voor het uitvoeren van hun
job. Verder komt naar voor dat er ondersteuningsnoden zijn voor zowel het werkveld als
voor de cliënten. Er is behoefte aan infrastructuur, concrete vormingen, technische
ondersteuning en beleid. Tot slot is er de suggestie om digitalisering verder te integreren
in opleidingen zoals het sociaal werk.

Op basis van onze resultaten worden aanbevelingen gedaan op verschillende niveaus. In
eerste instantie moeten er duidelijke richtlijnen (beleidsniveau) en afspraken
(organisatorisch en interpersoonlijk niveau) worden gemaakt omtrent de plaats van
digitalisering in de hulpverlening. Daarnaast moeten er meer technologische middelen en
opleidingen op maat worden aangereikt.

Met ons onderzoek is er een volgende stap gezet om digitalisering breder in kaart te
brengen binnen de hulpverlening van de integrale jeugdhulp. We doen daarom graag een
oproep naar vervolgonderzoek om nog dieper in te gaan op het thema. Zelf denken we dat
het relevant zou zijn om te analyseren hoe digitalisering geïmplementeerd kan worden
binnen opleidingen of cursussen.

De impact van de coronacrisis op de mensenrechten van gedetineerden

Maud Decavel
Onderzoek naar de impact van de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande maatregelen op het recht op gezondheid en het recht op privé-, gezins- en familieleven van gedetineerden.

Antibioticagebruik bij siervissen, met een focus op de koi karper

Frederique van den Wildenberg
Onderzoek naar het gebruik van antibiotica bij koi karpers. Er wordt uitgezocht welke antibiotica er zijn, tegen welke ziektes ze werken, maar ook worden er preventieve en alternatieve opties gegeven om de koi kaper gezond te houden en het gebruik van antibiotica te reduceren

Renewable Power to the People?

Ellen De Wit
Deze scriptie onderzoekt de invloed van ecologisch gezinde NGOs op Europese besluitvorming. Specifieker wordt de invloed va deze niet-statelijke actoren in het eerste stadium van de herziening van de Richtlijn Hernieuwbare Energie bekeken.

Duurzame renovatiescenario's voor een flexibel gebouwgebruik op campus Sterre

Hannelore Scheipers Kevin Vanlerberghe
Deze masterproef onderzoekt hoe de gebouwen op campus Sterre op een duurzame manier gerenoveerd kunnen worden, waarbij energetisch-efficiënt en flexibel gebouwgebruik centraal staan.

Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)

Julie Roelandt
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.

Psychosociale aspecten in leven met hartfalen. De rol van de eerstelijnsverpleegkundige.

Katarzyna Borysewicz
Deze bachelorproef onderzoekt de rol van de eerstelijnsverpleegkundige bij de psychosociale aspecten van leven met hartfalen.

Digitale deconnectie bij jonge werknemers: noodzaak of bijzaak?

Liza Tokareva
Kwalitatief onderzoek over digitale deconnectie bij jonge werknemers. Dit onderzoek gaat de strategieën na die gebruikt worden om te ontkoppelen (fysiek en mentaal) van ICT tijdens en na de werkuren en de redenen hiervoor.

Het langdurig nuchter houden van patiënten voor endoscopische onderzoeken: eenvoud of noodzaak?

An-Sofie Iser
Onderzoek naar het nuchterbeleid (nuchter blijven vanaf middernacht) omtrent endoscopische onderzoeken. Confronterend verschil tussen de aanbevelingen van de literatuur en wat er in de praktijk gebeurd. Raadpleging van wetenschappelijke artikels en interview met assistent-arts om de problematiek te bespreken.

Het hergebruikpotentieel van constructiematerialen in het naoorlogs UGent-patrimonium: casus 'Paddenhoek' en 'UZ Blok B'

Julie Van Raemdonck Elena Dhondt
Het naoorlogs UGent-patrimonium is tot een punt gekomen waarop renovaties en hergebruik van
constructiematerialen een prangend onderwerp zijn geworden. Deze thesis onderzoekt hoe men
hergebruik naar de toekomst toe aan UGent kan organiseren en toepassen.