Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Preventief versterken van de zelfwaardering van 6-8 jarigen in Child Action Lanka via dans en beweging

Maxime Van Hoof
In deze bachelorproef wordt de toepassing van dans -en bewegingstherapie voor Child Action Lanka in Sri Lanka, besproken. Via het gebruik van een laagdrempelige vorm van dans -en bewegingstherapie wordt de zelfwaardering van kinderen preventief versterkt. Om het bovenstaande doel te bereiken is de methode ‘Dance-esteem’ tot stand gekomen.

Poor work designs created by: bad or dumb managers?

Amandine Julie Van Dooren
Onderzoek toont aan dat rijkere jobs veel voordelen met zich meebrengen, toch zien we dat jobs van beperkte kwaliteit nog veel voorkomen. Mijn thesis beoogt te achterhalen waarom managers al dan niet gemotiveerd zijn om jobs met mogelijkheden voor autonomie te voorzien voor hun ondergeschikten. Hiervoor werd een schaal ontworpen op basis van de verwachtingstheorie en de theorie van gepland gedrag.

STRAFDOELEN IN DE UITVOERING VAN DE GEVANGENISSTRAF: een kwalitatief onderzoek bij penitentiair personeel en externe diensten

Amber Zahr
In de literatuur bestaat er heel wat kritiek over de effectiviteit van de gevangenisstraf. Er wordt zelfs gesteld dat de straf zinloos zou zijn. Deze masterproef stelde de proef op de som. Meer specifiek poogde dit onderzoek na te gaan in hoeverre er aan de vooropgestelde strafdoelen wordt voldaan tijdens de uitvoering van de gevangenisstraf. Bovendien werd ook het aanbod van diensten om deze strafdoelen te ondersteunen onderzocht. Om dit te onderzoeken werden er interviews afgenomen bij het penitentiair personeel en externe diensten van Brussel en Leuven.

Op zoek naar de elite: Hooggeschoolde immigranten aantrekken via het Belgische migratiebeleid.

Claire Nardon
Hooggeschoolde immigranten vormen een belangrijke troef voor een groeiende economie. In tegenstelling tot Canada en Australië, slaagt België er echter niet in om deze gegeerde groep aan te trekken. Via een comparatieve analyse tussen het Belgische, Canadese en Australische migratiebeleid gaat deze masterproef na hoe België hier verandering in kan brengen.

Circulaire Economische Strategieën als meetinstrument in een onderzoek naar duurzaamheid binnen de Vlaamse optiekwereld

Britt Dekerf
In deze scriptie wordt duurzaamheid in de Vlaamse optiekwereld besproken. Aan de hand van circulaire strategieën wordt het duurzame verloop van materialen uit de optiekwereld, met betrekking op de gehele levenscyclus toegelicht. Een praktijkgerichte meetmethode wordt voorgesteld, welke de toepasbaarheid van circulaire strategieën in de Vlaamse optiekwereld in kaart kan brengen.

“Darling Dexter’s Dark Schemata”: The Impact of Readers’ Education Level on Storyworld Possible Selves Projection in Jeff Lindsay’s "Darkly Dreaming Dexter"

Lara Delacourt
Een kwalitatieve studie in het domein van de cognitieve narratologie die onderzoekt of het concept van Storyworld Possible Selves (Martínez, 2014; 2018) een verklaring kan bieden voor literaire immersie. Dat gebeurt via een case study van de Engelstalige roman "Darkly Dreaming Dexter" van Jeff Lindsay.

De Positie van Vlaanderen in de PISA-Ranglijsten van Onderwijsongelijkheid: Andere Maatstaven, Andere Waarheden?

Silke Scheepmans
Deze scriptie neemt het Vlaamse onderwijs onder loep op vlak van sociale ongelijkheid. Eerst zoomt het in op de manier waarop het onderwijs georganiseerd is door stil te staan bij het meritocratische gedachtegoed dat een sterke invloed heeft op het Vlaamse onderwijs. Tot slot brengt het aan de hand van verschillende maatstaven de sociale ongelijkheid in kaart en vergelijkt die met de sociale ongelijkheid in de andere Europese lidstaten.

Succescriteria voor een vlotte opstart van G-atletiek

Elgin Gillebert Joaquim Fatoïchan De Meester
In deze scriptie onderzoeken we wat de succescriteria zijn voor een vlotte opstart van een G-werking in een sportclub. Daarnaast toetsen we de geselecteerde succescriteria in de praktijk door zelf onze G-werking op te stellen. Ten slotte stelden we ook een event bundel op voor het organiseren van een introductiedag.

Internet in de gevangenis: risico of opportuniteit?

Anouchka Cool
Deze masterproef onderzoekt of een toelating van internet in de Vlaamse gevangenissen een risico of opportuniteit betreft. Hiervoor werden 29 interviews afgenomen met gedetineerden en personeelsleden. Daarnaast werden ook nog gekeken welke beperkingen mogelijk waren, zoals tijdsbeperkingen, afstemming per gedetineerde.

" En als ik ziek word, dan is Hij bij mij "

Abid Samira
In mijn bachelorproef onderzoek ik hoe islamitische patiënten en hun zorgverleners omgaan met de planning van hun levenseinde.
Aan het levenseinde weigeren moslims palliatieve sedatie omwille van geloofsredenen. Zij gaan niet in op het aanbod van de palliatieve hulpverlening als het om palliatieve sedatie gaat. Dit brengt moeilijkheden met zich mee in de praktijk. De communicatie tussen patiënte en arts loopt stroef, waardoor men niet tot verbinding komt. Er ontstaat een dilemma bij de palliatieve zorgverleners, die vinden dat het principe van weldoen in het gedrang komt. Hierdoor kunnen zij moeilijk in verbinding komen met een islamitische patiënt en zijn of haar naasten. Anderzijds ontstaat het probleem dat de patiënt vindt dat de voorgestelde behandeling in strijd is met de principes van de islam. Er ontstaat een vorm van paternalisme vanuit de zorg en dit levert in de praktijk dilemma’s op. Er is duidelijk een communicatieprobleem dat verder dient onderzocht te worden om tot een adequate gemeenschappelijke oplossing te komen.

Micro-transitie: het middagmaal. Een combinatie van zorg en leren

Nicky Latomme
Binnen de opleiding 'educatieve bachelor voor kleuteronderwijs' kreeg dit onderzoek het onderwerp transities toebedeeld. De transitie situeert zich op de overgang
van klas naar middag, met als focus het gebeuren in de eetzaal tijdens het middagmaal. De
ontwerpvraag luidde als volgt: ‘Hoe moet het eetmoment tijdens de middagpauze ingevuld worden
zodat er voor de kleuters ingezet wordt op zorg, leren en welbevinden?’

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Elif Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.

Conflict bij natuurbehoud: het geval van het Pendjari Nationaal Park in Benin, West-Afrika

Iliana Janssens
Met de recente, drastische dalingen in biodiversiteit, wordt de nood aan natuurbehoud steeds duidelijker. Hier komen echter veel betrokken partijen bij kijken met ieder hun eigen belangen, wat conflict met zich meebrengt. Ik onderzocht een natuurbehoudsconflict in het Pendjari Nationaal Park in Benin dat zich voordeed na een verandering van een participatief naar een particulier beheer.

Sociale klasse en duurzaamheid. Naar een verklaring voor sociale stratificatie in duurzaam gedrag

Robbe Geerts
De scriptie gaat over sociale klassenverschillen in duurzaam gedrag. Wat zijn de verschillen en hoe zijn ze te verklaren?

Characteristics of single women signing up for fertility treatment with donor sperm - A cross-sectional study in a Flemish university hospital

Helena Demey Stephanie Dekempe
Wereldwijd heerst controverse rond alleenstaande vrouwen met een kinderwens. Vrouwen zonder partner zouden psychologisch niet in staat zijn om hun kind de juiste opvoeding te geven. Dit onderzoek toont echter aan dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens gemiddeld minder psychologische problemen vertonen dan de doorsnee populatie.

Werkbaar werk - werk op jouw maat!

Jens Longueville
Deze bachelorproef onderzoekt de werkbaarheid van het werk binnen het bedrijf 'Thon Hotels Brussels' en biedt oplossingen aan inzake werkstress.

Man, I feel like a (wo)man in journalism

Emelie Wojcik
Deze studie onderzoekt a.d.h.v. een casestudy hoe journalisten in Vlaamse fictie worden afgebeeld en in welke mate dat beeld overeenkomt met het ideale profiel van een echte journalist.

Engagement op het werk en in de vrije tijd: hebben vrijetijdsfactoren invloed op de relatie tussen arbeidsfactoren en de mentale gezondheid van Europese werknemers?

Karel Van Parys
We stellen vast dat de mentale gezondheid van de Europeanen het laatste decennium is afgenomen. Hoewel diverse onderzoeken verschillende oorzaken zoals werk- en persoonlijke factoren aanhalen, wordt vaak de invloed van de vrijetijdsactiviteiten niet geanalyseerd. In dit onderzoek leggen we de invloed van vrijetijdsfactoren op de relatie tussen de werkfactoren en de mentale gezondheid bloot m.b.v. de meest recente survey van het ECWS.

Argumentatief schrijven en burgerschapseducatie, leren debatteren als bevorderende factor?

Berten Hurkmans
Deze masterproef handelt over twee onderzoeksdomeinen: argumentatief schrijven en burgerschapseducatie. Interventies in deze twee onderzoeksdomeinen vertonen gelijkenissen en er is een overlap tussen wat auteurs aanraden om argumentatief schrijven en burgerschapseducatie te bevorderen. Daarom heeft deze masterproef drie onderzoeksdoelen: (1) een verband zoeken tussen de indicatoren van political socialisation en argumentatief schrijven, (2) een verband zoeken tussen de achtergrondkenmerken van leerlingen en enerzijds hun argumentatieve schrijfvaardigheden en anderzijds hun scores op de indicatoren van political socialisation en (3) onderzoeken of leren debatteren de argumentatieve schrijfvaardigheden en de political socialisation van leerlingen kan bevorderen.

Genderongelijkheid in de Vlaamse filmindustrie: een fabel of een feit?

Vicky Van Bellingen
In deze scriptie wordt genderongelijkheid binnen de Vlaamse filmindustrie onderzocht en vastgesteld. Aan de hand van cijfermateriaal wordt de ongelijkheid binnen verschillende segmenten weergegeven.

Buurtgericht samenleven in een gemeenschappelijke wooncultuur

Kristien Michiels
In deze masterscriptie wordt er gezocht naar een manier om gemeenschappelijke woonvormen zodanig in te passen in de huidige individualistische wooncultuur dat ze een sociale meerwaarde bieden binnen een stedelijke omgeving. Gemeenschappelijke woonvormen zijn namelijk bekend om hun sociale meerwaarde binnen de projectgrenzen, maar hoe kunnen gemeenschappelijke woonprojecten een meerwaarde bieden voor de bredere omgeving en op deze manier een ware trendbreuk realiseren?

Zorgtransitie van jongvolwassenen met mucoviscidose

Sofie Moens
Kwalitatieve interviewstudie omtrent belevingen bij jongvolwassenen met mucoviscidose en hun ouders over de zorgtransitie van pediatrie naar volwassenzorg

Hoe ervaren vluchtelingen hun individuele arbeidsmarktintegratietraject en welke rol kan een lokale organisatie als Rising You(th) hierbij spelen?

Robbert Leysen
Het doel van het onderzoek was om te achterhalen hoe vluchtelingen hun integratietraject zelf ervaren en welke rol een lokale organisatie kan spelen in de toeleiding naar duurzame tewerkstelling.

Employer branding in context van bedrijven met een negatief consumer brand

Nele Ruys

In deze masterproef onderzoeken we wat potentiële werknemers motiveert om te kiezen voor een bedrijf met een negatief consumer brand, waarom huidige werknemers blijven werken voor een bedrijf met een negatief consumer brand en hoe organisaties met een negatief consumer brand een positief, geloofwaardig employer brand kunnen ontwikkelen. We voerden deze studie uit omdat huidig onderzoek zich voornamelijk focust op bedrijven met een positief employer brand en omdat er nog niet veel geweten is omtrent het ontwikkelen van een positief, geloofwaardig employer brand. Deze studie werd uitgevoerd aan de hand van een kwalitatieve case study bij een internationale tabaksfabrikant. De resultaten van 32 respondenten werden voorgesteld aan de hand van een raamwerk. Uit dit onderzoek is gebleken dat potentiële en huidige werknemers ingedeeld kunnen worden in duidelijk te onderscheiden groepen. Dit enerzijds op basis van hun mindset en houding tegenover het consumer brand, en anderzijds op basis van organisatiekenmerken waardoor zij aangetrokken worden tot de organisatie of er blijven werken. Daarnaast is ook gebleken dat bedrijven met een negatief consumer brand een positief, geloofwaardig employer brand kunnen ontwikkelen door ervoor te zorgen dat extern gecommuniceerde kenmerken overeenkomen met intern gecommuniceerde kenmerken. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat het inzetten op oprechtheid als werkgever zorgt voor een geloofwaardig employer brand.

Hoe is de sociale mix verdeeld bij de reconversie van oude havengebieden?

Jozefien Van den Bossche / /
Dit onderzoek beoogt het complexe stadsproject “het Eilandje” in Antwerpen te analyseren. Er zal achterhaalt worden of iedereen welkom is op Het Eilandje, of het een wijk is louter en alleen voor welvarende bewoners. Er zal onderzocht worden of de stadsontwikkeling in deze wijk geslaagd is en wat de weerslag hiervan is op maatschappelijk en sociaal vlak. Dit zal getoetst worden aan de hand van de aspecten: inkomen, leeftijd, type huishouden en etniciteit. Met andere woorden, hoe is de sociale mix verdeeld bij de reconversie van oude havengebieden?
Om geleidelijk aan tot een antwoord te komen op bovenstaande onderzoeksvraag, zal dit onderzoek verlopen in verschillende fases. Het eerste deel van dit onderzoek houdt een uitgebreide literatuurstudie in. Als eerste wordt er getracht het begrip stadsvernieuwing een kader te geven in de stad Antwerpen. Vervolgens wordt er onderzocht welke impact deze stadsvernieuwing heeft gehad op de cijfers. Aansluitend volgt het hoofdstuk waar het begrip reconversie uitgebreid omschreven wordt. Daarna wordt er geleidelijk dieper ingaan op de reconversie van oude havengebieden, om zo tot het hoofdstuk waterfrontontwikkeling te komen. Nadien wordt onderzocht welke sociale implicaties de stadsvernieuwing heeft waarbij de begrippen gentrificatie en sociale mix verder worden toegelicht.
In het tweede deel van dit eindwerk volgt de eigenlijke casestudie van het projectgebied het Eilandje. Vooreest zal de wijk gesitueerd worden in tijd en ruimte. Nadien wordt elk component van de sociale mix uitgebreid toegelicht. Daaropvolgend het hoofdstuk waarin oplossingen worden aangereikt om betaalbaar wonen in de stad mogelijk te maken. Tot slot werden experten uit het vakgebied geïnterviewd om meer kennis over het onderwerp te verwerven. Helemaal achteraan de bachelorproef kunt u de uitgeschreven interviews dan ook raadplegen.