Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Universal Health Coverage in Tanzania Evaluating the potential of a Public-Private Partnership in Tanzania’s health financing system

KU Leuven
2017
Jondolar
Lambrecht
Onderzoek naar Universal Health Coverage (UHC) en de meerwaarde die Public-Private Partnerships (PPP) kunnen bieden in Tanzania.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Economische theorie in de praktijk. Een axiologische benadering.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Photis
Schurmans
Vertrekkend van een historische analyse van de belangrijkste strekkingen binnen de economische theorieën wordt de mens- en wereldbeelden die zij in zich dragen geanalyseerd. Daarnaast wordt nagegaan hoe de politieke invulling, het neoliberalisme, voet aan grond kreeg vanaf de jaren 1970. Voorts worden de logische implicaties van de aannames van ‘individuele nut-maximalisatie’ op basis van ‘rationele verwachtingen’, ‘marktefficiëntie’ en ‘algemeen evenwicht’ onderzocht. Ten slotte worden de nieuwklassieke concepten axiologisch benaderd.
Meer lezen

In elk van ons zit een extremist verscholen

Hogeschool West-Vlaanderen
2015
Dario
Vandekerckhove
In elk van ons zit een extremist verscholenWie van ons kan zeggen dat hij of zij niet ongerust is over extremisme in België? Je slaat de krant open of kijkt naar televisie en je leest en ziet het zoveelste artikel of verslag over extremisme in de wereld. Je ziet de gruwel in Syrië en Irak, maar tegelijkertijd besef je dat extremistisch geweld ook in ons eigen land voorkomt.Meer dan alleen religieus extremismeHet is een vreemde trend die Europa kent ;  de invloed van religieus extremisme in het Midden-Oosten (Islamitische Staat), reikt ook tot in het Westen.
Meer lezen

Een queeste naar Coughlins universal dimension of support. Een internationaal-vergelijkende analyse van de relatieve deservingness van ouderen, zieken en werklozen.

KU Leuven
2015
Tijs
Laenen
  • Tijs
    Laenen
Wie verdient er steun van onze welvaartsstaat?Sinds de economische crisis van 2008 en de meer actuele vluchtelingenstroom, is het besef dat er steeds minder te verdelen valt over een almaar groeiende bevolking sterk doorgedrongen in het politieke discours en in de gedachtenwereld van de doorsnee burger. De vraag aan wie de schaarse publieke middelen het best toebedeeld worden, wint andermaal aan belang. U hebt er ongetwijfeld een mening over, en u hebt er allicht al menigmaal over gedebatteerd met vrienden en familie.
Meer lezen

Eigen schuld, dikke bult? Een filosofische repliek op Theodore Dalrymple

Universiteit Gent
2014
Pieter
Lauwaert
De harde leermeester van Bart De WeverRond de eeuwwisseling las N-VA-voorzitter Bart De Wever een artikel in de Engelse krant The Sunday Times: "Ik stond perplex. Niet alleen was dit een afwijkende mening in de linkse pensée unique die het Europese publieke debat rond de eeuwwenteling typeerde, het was een pijl recht in het hart van de sociale premisse van Paars." De tekst was van de hand van Theodore Dalrymple, een Engelse dokter die in zijn essays en boeken ten strijde trekt tegen de moderne welvaartsstaat.
Meer lezen

"Laten we daar samen onze schouders onder zetten": een kritische discoursanalyse van toespraken van minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke

KU Leuven
2014
Griet
Theetaert
Veranderingen in het onderwijs worden dikwijls met argusogen gevolgd en sterk bekritiseerd. Toch onderging het denken en spreken over onderwijs de voorbije jaren enkele subtiele transformaties. Uit een kritische analyse van het gehanteerde discours in toespraken van voormalig minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke blijkt dat onderwijsactoren op een zeer specifieke manier worden aangesproken. De vanzelfsprekendheid waarmee dit gebeurt, laat zien dat de waarden van de actieve welvaartstaat diep geworteld zitten in onze alledaagse samenleving.
Meer lezen

Financiële prikkels bij de vervroegde uittrede van vijftigplussers uit de arbeidsmarkt: België bekeken vanuit een internationaal perspectief

Universiteit Antwerpen
2008
Dorien
Van Looy


Alle baat helpt, zei de schipper, en hij blies in ’t zeil
 
‘België Luilekkerland’! Een stigma dat ons door buitenlanders met regelmaat van de klok en met het nodige automatisme wordt opgekleefd, maar bij ons Belgen nog steeds verscheurend in de oren klinkt. Zijn wij Belgen dan werkelijk een luilekkervolkje? Hoe dan ook, de cijfers liegen er niet om. Met een totale tewerkstellingsgraad van 32% onder vijftigplussers, loopt België helemaal achteraan het rijtje van de EU-15 landen.
Meer lezen

Een huis voor de zuil of van de jeugd?

Universiteit Gent
2003
Jan-Frederik
Abbeloos
Artikel Abbeloos Jan-Frederik10/10/2003Voor de duizenden jongeren die wekelijks hun pint drinken in hùn jeugdhuis kan het lijken alsof jeugdhuizen al eeuwig bestaan. Ze zijn echter een recent fenomeen dat moet gekaderd worden in de opkomst van de naoorlogse jeugdcultuur. In Een huis voor de zuil of van de jeugd? bekijkt Jan-Frederik Abbeloos het ontstaan en de opkomst van het jeugdhuis.
Meer lezen