Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Rouw bij naasten van psychisch kwetsbare mensen: een interpretatieve fenomenologische analyse

David Van Deuren
Masterproef met literatuurstudie en kwalitatief onderzoek (IPA) bij mantelzorgers van psychisch kwetsbare mensen gediagnosticeerd met een ongeneeslijke ziekte. Eerste onderzoeksfocus ligt op het rouwproces van deze mantelzorgers. Tweede onderzoeksfocus ligt op de hiaten in de expertise bij professionele hulpverleners in de thuiscontext van EPS-patiënten (Ernstige psychiatrische stoornissen).

The potential impact of banning titanium dioxide in the development and use of medicinal and self-care products: a scoping review and semi-structured interviews

Margot Suetens
Titaniumdioxide (TiO2) is een wijdverspreid ingrediënt in allerlei producten gebruikt voor het ondersteunen van de gezondheid van de mens. Sinds februari 2022 is het verboden in voeding in de EU. Aangezien in de EU de wetgeving voor het gebruik van additieven in geneesmiddelen zich baseert op de toegelaten voedingsmiddelenadditieven, had dit een rechtstreeks gevolg op het gebruik in geneesmiddelen. Hoewel de Europese Commissie voorlopig het gebruik van TiO2 toelaat in geneesmiddelen, dient het EMA een evaluatie uit te voeren tegen april 2024, waarna de Europese Commissie deze beslissing zal herevalueren. Onvoldoende wetenschappelijk bewijs en tegenstrijdige studieresultaten zorgen ervoor dat de orale toxiciteit van TiO2 een omstreden kwestie blijft. Aangezien TiO2 in veel orale geneesmiddelen aanwezig is, zou een verbod een enorm aantal producten treffen. Daarom was meer onderzoek nodig, startende met het in kaart brengen van de bestaande literatuur om een beter inzicht te krijgen in de reeks producten die beïnvloed zouden zijn. Verder was het nodig om de impact te schetsen die een mogelijk verbod zou hebben. Om deze kwestie te verduidelijken, waren meer empirisch onderbouwde inzichten uit de literatuur nodig, evenals meer inzicht in de standpunten van belanghebbenden. Hoewel eerder onderzoek naar de veiligheid van TiO2 plaatsvond, werd er geen onderzoek gedaan met als doel inzicht te verschaffen in de meningen van de verschillende belanghebbenden en hoe zij geïmpacteerd zouden zijn als een verbod zou worden ingevoerd. Belangrijke belanghebbenden zijn de zelfzorg- en farmaceutische industrie, academische onderzoekers, handelsorganisaties zoals EFPIA en AESGP, patiënten en patiëntenorganisaties, regelgevers, beleidsmakers, overheidsinstanties, artsen en apothekers. Deze inzichten waren nodig omdat al deze belanghebbenden beïnvloed zouden worden door een mogelijk verbod op TiO2. Bijgevolg kunnen ze verschillende perspectieven en prioriteiten hebben, wat kan resulteren in verschillende meningen. Daarom was het belangrijk om inzicht te verschaffen in hun visies, zodanig de nodige toekomstige stappen omtrent deze problematiek in kaart werden gebracht en adviezen werden geformuleerd.

Self- & ipsative assessment en de relatie met testangst: een interviewstudie bij leerlingen en hun leerkrachten in het Vlaams secundair onderwijs

Nona Van De Maele
Deze scriptie onderzoekt wat de mogelijke oorzaken zijn van testangst bij leerlingen in het Vlaams secundair onderwijs en hoe formatieve evaluatie in het algemeen en self- en ipsative assessment specifiek hieraan tegemoet kunnen komen

PARENTALE BURN-OUT VANUIT EEN SOCIAAL WERK PERSPECTIEF: KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR DE BETEKENISGEVING VAN HET BEGRIP IN PRAKTIJKEN VOOR OPVOEDINGS- EN/ OF GEZINSONDERSTEUNING

Yasmine Espeel
Parentale burn-out wordt dikwijls vanuit een (ontwikkelings)psychologische invalshoek benaderd, waarbij onderzoek vanuit een sociaal werk perspectief schaars is. Dit onderzoek zet hierop in door het concept en zijn hoge prevalentie kritisch te bekijken en maatschappelijke tendensen die hierop een invloed uitoefenen in kaart te brengen. Verschillende medewerkers uit organisaties voor opvoedings- en gezinsondersteuning werden hiervoor bevraagd. Deze masterproef legde zowel implicaties voor de praktijk bloot als voor het beleid.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Weer een ervaring rijker!

Yentl Praet Dorien Dewilde Eva Malfliet Tujar Matthys Maud Melkebeke Luna Van Watermeulen
De scriptie gaat over de ervaringswerker en zijn plaats in een team, werkzaam binnen de geestelijke gezondheidszorg. Meer specifiek gaat het over een werkvorm die hiervoor ontwikkeld werd, waarbij er gefocust wordt op de samenwerking binnen een team.

(Langdurige) stress / burn-out bij studenten verpleegkunde

Julie De Schrijver
(Langdurige) stress / burn-out bij studenten verpleegkunde.
Stressfactoren bij studenten verpleegkunde.
Beschermende factoren tegen stress en burn-out.

Voor elkaar, door elkaar en met elkaar: fenomenologisch onderzoek naar een peer supportgroep voor studenten vroedkunde

Kimberly Torfs
Studenten vroedkunde krijgen tijdens hun opleiding te maken met verschillende bronnen van stress, zijn vaak getuigen van traumatische gebeurtenissen op stage en ondervinden dat de ideologie over verloskunde die ze meekrijgen vanuit hun opleiding niet altijd strookt met wat ze in de praktijk te zien krijgen. Deze gewaarwordingen zouden de studenten kunnen stimuleren tot professionele groei, zelfzekerheid en ontplooiing, mits degelijke begeleiding en ondersteuning, maar kunnen ook leiden tot het beëindigen van de studie of het ontwikkelen van een burn-out of posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een peer supportgroep (PSG) voor studenten vroedkunde kan potentieel ondersteuning bieden en als dusdanig een oplossing vormen voor het tekort aan begeleiding dat de studenten momenteel ervaren. Daarom werd in deze studie onderzocht welke impact deelname aan een peer supportgroep voor studenten vroedkunde heeft op de studenten en de facilitators die de PSG leiden.

'Maar meiske, ik was hier toch ook maar halsoverkop': Dwelling als world-building door ouderen in het milieu van een gesloten afdeling voor personen met de diagnose dementie.

Christine Verbruggen
Om de dementie-epidemie te beteugelen en het lijden in dementeren te verzachten, stelt de persoonsgerichte lens, moeten we leren 'dementen' als 'personen met dementie' te zien en de relaties rond hen professionaliseren. Deze problematisering en de ontwikkeling van expertise hebben ertoe geleid dat meer banale, alledaagse maar existentiële processen van samenleven en voortleven ongezien en ongehoord blijven. Dit onderzoek is het resultaat van een intieme samenwerking met ouderen in de leefomgeving van een gesloten afdeling voor personen met de diagnose dementie die een stem geeft aan de creativiteit en onvoorspelbaarheid van hun alledaagse waar het lang niet altijd duidelijk is hoe herinneringen werken, wat zorg betekent of wie er nu eigenlijk ziek is.

Spina Bifida in het dagdagelijkse leven: een exploratieve studie

Jill De Coster
De bedoeling van mijn onderzoek was om de impact van spina bifida op het dagelijks leven van de patiënt na te gaan. Dit werd gemeten aan de hand van 7 verschillende levensdomeinen, via een literatuurstudie en een eigen onderzoek. Het onderzoek toonde aan dat er wel degelijk een impact bestaat op het leven van de patiënt.

Een aanzet tot een beschut wonen 2.0 - Bouwstenen

Lotte Verhelst
De context waarbinnen de initiatieven voor beschut wonen gedijen is sterk gewijzigd door evoluerende visies op zorg en wonen. De solide fundamenten van beschut wonen wens ik evenwel niet te ondermijnen maar ik ga na hoe je beschut wonen kan actualiseren inspelend op de huidige veranderingen. Dit eindwerk beoogt bouwstenen aan te reiken voor een beschut wonen 2.0.

Rouwen door de ogen van de kleuteronderwijzer(s)

Sarah Ben Acha
Ik ben de uitdaging aangegaan om een nieuw en renoverend onderwerp leven in te blazen. De titel verklapt al waarover het gaat, maar verbergt een tal van onderzoeken, interviews, bluffende reactie en twee creaties.

Het is een onderwerp dat me nauw aan het hart ligt. Ik wil hiermee de komende jaren verder meedoen en dit groeiende maatschappelijk probleem aanwakkeren.

Laten we er samen voor zorgen dat kleuteronderwijzers in rouw geholpen en gesteund worden in hun moeilijke momenten.

Zij die zorg dragen mogen zelf niet in de kou komen te staan.

Kennistekort rond de omgang met hoorapparaten en slechthorenden bij zorgkundigen in woonzorgcentra

Tine Van Dessel
Bewoners van woonzorgcentra dragen stilaan meer en meer een hoorapparaat. Uit onderzoek blijkt dat zorgverleners in woonzorgcentra niet voldoende kennis hebben omtrent de zorg die hoorapparaten vereisen. Dit leidt tot inadequaat gebruik en hoorapparaten die in de kast blijven liggen.

TOOLBOX ALS AUTONOMIEVERHOGEND MIDDEL BIJ THUISWONENDE PERSONEN MET DEMENTIE: Ontwikkeling praktisch beroepsproduct

Isabel Vermaete
Binnen deze bachelorproef is een toolbox ontwikkeld waarmee ergotherapeuten efficiënter aan de slag kunnen gaan tijdens een huisbezoek bij personen met dementie. Het heeft als doel om personen met dementie zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen waarbij gestreefd wordt naar een optimale kwaliteit van leven.

Zelfverwonde(n/r)d gedrag in de adolescentieperiode

Eline Van Gils
Mijn scriptie tracht een antwoord te formuleren op hoe de begeleiding van adolescenten die zichzelf verwonden gepast vorm kan krijgen. Dit door informatie weer te geven over zelfverwondend gedrag alsook door een kant-en-klaar product aan te bieden voor jongeren en hun hulpverlener.

Vermaatschappelijking van de zorg. Kansen en uitdagingen vanuit het perspectief van steunfiguren. Een verkennend onderzoek in de zorg voor personen met een beperking in West-Vlaanderen.

Vanessa Dermaut
Met het beleidsplan 'Perspectief 2020' wordt het principe van volwaardig burgerschap van personen met een beperking aangegrepen om de zorg te 'vermaatschappelijken'. Een literatuurstudie en een kwalitatief onderzoek bij 14 familieleden belichten een aantal kritische bedenkingen.

Secundaire traumatisering

Elise Lybaert
Secundaire traumatisering is een nog eerder ongekend beroepsrisico in de hulpverleningswereld. Desondanks worden er jaarlijks verschillende hulpverleners slachtoffer van secundaire traumatisering en voelen ze zich vaak onbegrepen omdat er nog maar weinig informatie over bestaat. In mijn eindwerk ging ik op zoek naar mogelijke preventieve maatregelen die ziekenhuizen kunnen treffen om secundaire traumatisering te voorkomen.

Het effect van preoperatieve informatie op het postoperatieve herstel bij de orthopedische patiënt.

Evelien Rosseel
Kan een informatiesessie vooraleer men een (orthopedische) ingreep dient te ondergaan, het revalidatieproces in alle mogelijke aspecten verbeteren? Stel je voor: je dient voor het eerst geopereerd te worden maar je weet niet precies wat er allemaal bij deze ingreep te pas komt. Welke mogelijke complicaties kunnen er optreden? Wat zal er allemaal met mij op het operatiekwartier gebeuren? Bestaat er een mogelijkheid om mijn revalidatieproces vlotter te laten verlopen enz.

Zorgen om zorgen: Een studie naar de beleving van werkdruk bij de hulpverleners van teams Algemeen Onthaal en Begeleiding in CAW Halle-Vilvoorde

Michelle Greitemann
Zorgen om zorgen: onthaalmedewerkers uit CAW Halle-Vilvoorde aan het woord Michelle Greitemann voerde voor het behalen van haar diploma Maatschappelijk Werk een onderzoek binnen CAW Halle-Vilvoorde. Een CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk) is een eerstelijnsdienst die open staat voor veel vragen: relatieproblemen, woonproblemen, slachtoffer zijn, enzovoort. Binnen het CAW zijn er ook teams Algemeen Onthaal en Begeleidingen (kortweg AOB). Zij zien een breed scala aan vragen en cliënten, verduidelijken die vragen en kijken naar welke hulpverlening de juiste is.

Zelfzorg bij artsen.

Saartje Jooris Saartje Jooris
Wie zorgt er voor de dokter?Hoe voelt u zich, wanneer uw huisarts even niet bereikbaar is? Meestal gebeurt dit net op het moment dat u hem nodig heeft. Velen onder ons bevonden zich ooit al in deze situatie en hoewel er steeds een vervangende arts bereikbaar is, geeft dit toch dikwijls een beetje een verveeld gevoel.Stel u even voor dat uw arts ziek zou worden; niets al te ernstigs – gewoon een griep met koorts. Een situatie waarin u er zelf de voorkeur aan zou geven thuis te blijven van uw werk. Zo ook uw arts: wegens ziekte werkt hij niet.

Drijfveren van ervaringsdeskundigen in de geestelijke gezondheidszorg: "Opbouwen van een positieve identiteit"

Joeri Vandewalle Sofie Verhaeghe Bart Debyser
Drijfveren van ervaringswerkers in de geestelijke gezondheidszorg.‘Opbouwen van een positieve identiteit’INTRODUCTIEJe kent het wel: een rotdag op het werk, een uitbrander krijgen van je baas of een moeizaam contact met collega’s. Misschien is jouw droomjob helemaal niet wat je ervan had verwacht? Daarom moeten we beseffen dat mensen geen machines zijn maar een eigen wil en drijfveren hebben. Datgene wat iemand drijft beïnvloed zijn of haar gedrag en emoties. Dit draagt dan weer bij aan de vorming van onze identiteit.

Zorggarantie en vraaggestuurde zorg voor personen met een beperking.

Renilde De Coster Renilde De Coster
WAAROM NIET IK?Klinkt deze vraag me niet vertrouwd? Als ik zie hoe sommige mensen het geluk lijkt toe te lachen, voel ik die vraag bij mij opborrelen: 'waarom niet ik'. Anderzijds vloek ik bij mezelf: 'waarom ik', als het lot mij zwaar valt.Durf ik even in de huid kruipen van mensen met een ernstige beperking? Gelukkig hoor ik daar niet bij, ... nog niet, hopelijk nooit. Toch kan het ook mij overkomen, na een ongeluk, een ziekte en ja, waarom niet ik? Word ik dan afhankelijk van anderen, van het beleid?In de zorgsector vinden vele werknemers grote waardering en arbeidsvreugde.

Zorgprocesoptimalisering in de woonzorgcentra

Yvonne Steenbeek Melissa de Regge, co-promotor Paul Gemmel, promotor
Feest in het Woonzorgcentrum.Ieder mens droomt tijdens zijn werkzame leven van  een prachtige oude dag, zonder verplichtingen en gevuld met zaken waaraan individueel waarde wordt gehecht. Een oude dag waarop welzijn wordt ervaren. Als een oudere in een woonzorgcentrum opgenomen wordt, geeft hij aan niet meer  zelfstandig voor dit welzijn te kunnen zorgen. Hij geeft een deel van de zorg voor zijn welzijn over aan het woonzorgcentrum.

"IT'S ABOUT EUROPE, IT'S ABOUT US!"

Thibaut Renson
“Europa en de doos van Pandora: Griekse tragedie of hoop op een gelukkiger bestaan?”Er woedt een ware financiële crisis over Europa. Nadat Griekenland niet meer in staat bleek haar staatsschuld te beheren, brak er paniek los op de financiële markten en groeide het besef dat wanneer Griekenland ten onder zou gaan, de gehele eurozone ten val zou komen. Het lijkt wel alsof we de Griekse mythe herbeleven waarin Pandora haar doos opende en alle onheil de wereld (lees: Europa) werd ingestuurd. Maar, wat bracht die Griekse mythe ons nu ook alweer bij?

Een andere kijk op lichamelijke opvoeding: sport als zorg dragen voor onszelf

Shirin Eimermacher
Een andere kijk op lichamelijke opvoedingEr lijkt binnen onze samenleving een grote consensus te bestaan over het belang van het schoolvak lichamelijke opvoeding. Aan de ene kant bestaat er een enorm enthousiasme over de mogelijkheden van sport, maar aan de andere kant lijkt het erop dat sport op school nog maar weinig te maken heeft met lichamelijkheid.