Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

The Role of White Matter on Language Abilities of Children with Autism Spectrum Disorder: A Diffusion MRI Study

Kevser Kaymak
Deze scriptie onderzocht de rol van witte stof op de taalvaardigheden van kleuters met autisme.

Coping with fatigue for people with end stage kidney disease: a qualitative study

Kyara Boete
Deze thesis betreft een kwalitatieve studie die de ervaringen van personen in het eindstadia met een chronische nierziekte die hemodialyse volgen, na te gaan omtrent hun vermoeidheid en hoe men hier mee omgaat. Dit proefschrift dient als basis voor het identificeren en ontwikkelen van effectieve interventies ter ondersteuning van mensen met een nierziekte in het eindstadium die vermoeidheid ervaren, en kan een eerste basis vormen om de toekomstige zorg voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie te verbeteren.

Verleden verhandeld, toekomst gevonden: Het desistance verhaal van voormalige drugshandelaren

Evelien Lootens-Stael
Deze scriptie bestudeerde hoe persoonlijke, sociale en structurele factoren het veranderingsproces van het ontstaan naar het beëindigen van een criminele carrière in de handel van drugs beïnvloeden.

Sexual and Reproductive Rights on the Flemish Political Agenda: A Case Study of Menstrual Health

Anneleen De Cuyper
Deze thesis identificeert de standpunten van de verschillende Vlaamse politieke partijen omtrent additionele politieke actie tegen menstruatiearmoede. Het onderzoekt of er gelijkenissen bestaan met de narratieven van de extreemrechtse, anti-gender beweging in Europa.

Types experten en steun voor stealth democratie: een kwantitatief onderzoek naar de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België

Janne Ingelbeen
Dit onderzoek focust op de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België. Meer specifiek zal worden onderzocht wat de impact is van de individuele verschillen tussen burgers op de steun voor stealth democratie tijdens de COVID-19 crisis in België. Omdat blijkt dat het van belang is een onderscheid te maken tussen verschillende types experten, zal deze studie voor elk type expert (medische, economische en sociale expert) de invloed van individuele verschillen tussen burgers onderzoeken. Die individuele verschillen slaan enerzijds op de politieke oriëntatie van burgers (links/rechts self-placement), en anderzijds op de ideologische attitudes van burgers (Right-Wing Authoritarianism, Left-Wing Authoritarianism en Social Dominance Orientation).

We Live On - Towards an Adaptable Reconfiguration of a Social Housing

Hannah Herrmann
De masterscriptie behandelt de transformatie van sociale woningen in Brussel, met de nadruk op beperkte en eenvoudige acties.

(BE)SCHERM

Rani Vanlerberghe Emilia Renier André Wittevrongel-Liefhooghe Brontië Courtens Liza Keulemans Laurens Van Der Meulen
Kinderen gebruiken tegenwoordig op steeds jongere leeftijd games en sociale media. Om hierop in te spelen, werd er een volledig nieuwe klassessie bedacht om op maat te maken voor leerlingen van de derde graad basisonderwijs. Deze sessie gaat vanaf nu verder onder de naam (BE)SCHERM via het preventieteam van Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Largo.

De zitepidemie

Amber Ollivier
Uit de literatuur is af te leiden dat in het hoger onderwijs weinig tot geen fysieke activiteit aan bod komt, dit ondanks de vele voordelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de totale fysieke activiteit van studenten beïnvloedt en wat het effect is van fysieke activiteit op een leerprestatie, rekening houdend met de motivatie en het engagement. Dit werd door cross sectioneel onderzoek nagegaan, waarbij een instructieactiviteit vooraf wordt gegaan door fysieke activiteit.

In dit onderzoek werd het effect van individuele factoren, sociale netwerken, fysieke omgeving, de macro omgeving, academische druk, studentenleven, examens, lessen en de schoolomgeving op de totale wekelijkse fysieke activiteit geanalyseerd. Het engagement van studenten is gebaseerd op verscheidene motorische theorieën over kennisconstructie, namelijk het constructivisme van Bruner (1966), de embodied cognition theory (Brouillet et al., 2010) en de theory of event coding (Hommel, 2015). Uit deze theorieën is af te leiden dat fysieke activiteit een motivator kan zijn voor kennisconstructie en meer engagement. De motivatie is binnen dit onderzoek de bevrediging van de basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie (Ryan en Deci, 2017).

De individuele factoren en de sociale netwerken zorgen voor meer fysieke activiteit. Daarentegen zorgt het studentenleven voor minder fysieke activiteit. Fysieke activiteit zorgt ook voor hogere leerprestaties, rekening houdend met het engagement van studenten. Er is geen significant effect op de motivatie. De voordelen van fysieke activiteit, vastgesteld bij lagere en secundaire leerlingen, zijn zo ook aanwezig bij studenten van het hoger onderwijs. Meer fysieke activiteit kan bovendien een eerste stap zijn om de zitepidemie te doorbreken en de algemene volksgezondheid verder te stimuleren.

TIKTOK-GEBRUIK EN BODY IMAGE: REFLECTIE IN DE VIRTUELE SPIEGEL: EEN MIXED-METHODS ONDERZOEK NAAR HET VERBAND TUSSEN TIKTOK-GEBRUIK EN LICHAAMSONTEVREDENHEID BIJ ADOLESCENTEN, GECONTROLEERD VOOR SOCIALE VERGELIJKING EN TYPE TIKTOK-GEBRUIK

Yana Van Wymeersch
Dit onderzoek richt zich op het verband tussen het gebruik van TikTok en lichaamsontevredenheid bij adolescenten. TikTok is een socialemediaplatform dat de laatste jaren enorm aan populariteit heeft gewonnen. De opkomst van dit platform heeft geleid tot een toename van blootstelling aan geïdealiseerde beelden en schoonheidsnormen, wat een potentiële invloed heeft op de perceptie van het eigen lichaam bij adolescenten. Het fenomeen sociale vergelijking wordt in dit onderzoek bekeken als een mogelijke mediatiefactor, aangezien dit een rol speelt in het ontstaan van een negatief lichaamsbeeld. Ook wordt onderzocht of het type TikTok-gebruik (actief versus passief) een invloed heeft op het verband tussen TikTok-gebruik en lichaamsontevredenheid. De studie maakt gebruik van een mixed- methods approach, bestaande uit zowel kwantitatieve vragenlijsten als kwalitatieve diepte- interviews. De bevindingen tonen aan dat er een verband bestaat tussen de tijd gespendeerd op TikTok en lichaamsontevredenheid. De resultaten kunnen waardevol zijn voor zowel academici als professionals op het gebied van geestelijke gezondheid, en kunnen leiden tot interventies en preventiemaatregelen om de negatieve effecten van TikTok op het lichaamsbeeld te verminderen.

Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)

Julie Roelandt
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.

Een observationeel onderzoek om de determinanten fysieke omgeving, sociale omgeving en intentie van snacken in kaart te brengen bij 60-plussers: het gebruik van ecological momentary assessment (EMA).

Kim Cnudde
De eerste onderzoeksvraag is het in kaart brengen van het snackgedrag bij de doelgroep 60-plussers. Ook wordt er beoogd om meer diepgaand inzicht te verwerven in de snackconsumptie van ouderen door de invloed van verschillende determinanten op snackgedrag te onderzoeken. In de tweede onderzoeksvraag wordt nagegaan of determinanten zoals de fysieke omgeving, sociale omgeving, intentie en emoties de snackconsumptie van 60-plussers beïnvloeden.

Het scherm en ik. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaring van therapeuten met online therapie.

Hanne Peeters
Een onderzoek naar de beleving van therapeuten uit diverse stromingen van psychotherapie via videobellen. Uit de analyse blijkt dat therapeuten online therapie als ‘kleiner’ beleven, het voor meer onzekerheid zorgt en een verschuiving in verantwoordelijkheid en engagement met zich meebrengt. Hoewel ze effecten ervaren bij online
therapie, betekent dit voor hen niet noodzakelijk dat het van even goede kwaliteit is. Tot slot kan online therapie de privé-werk balans veranderen.

Hoe nieuwsvaardig zijn Vlaamse jongeren? Een multimethodisch onderzoek naar het juist inschatten van de geloofwaardigheid van nieuwsberichten en het verband met digitale vaardigheden

Lise-Lore Steeman
Dit multimethodisch onderzoek gaat na hoe juist Vlaamse jongeren de geloofwaardigheid van nieuws kunnen inschatten en wat het verband is met hun digitale vaardigheden. Kunnen jongeren nu echt foutieve van juiste nieuwsberichten onderscheiden? Het blijkt een moeilijke opdracht te zijn voor hen waarin onderwijs erg belangrijk is.

Ik heb je geweld(dad)ig lief

Stien Van Damme
Aanbevelingen voor de aanpak van partnergeweld door politiediensten in Oost-Vlaanderen.

Een plexus brachi-wat?!

Anika Geuens Anika Geuens
In mijn bachelorproef wordt alle nodige informatie voor ouders weergegeven die een baby hebben met een plexus brachialis letsel. Al deze informatie is samengegoten in een informatiepakket. Verder wordt ook de taak van de vroedvrouw bij deze problematiek duidelijk gemaakt.

Werkhervatting na kanker bij zelfstandigen

Veronique Vandeloo
Deze masterproef onderzoekt de impact van kanker op zelfstandigen en de daaruitvoortkomende noden bij werkhervatting.

Stimulans voor meer maatschappelijk bewustzijn: Binnen de dynamiek van een partnerrelatie kunnen zowel mannen als vrouwen zowel slachtoffer als pleger van partnergeweld worden

Ruth Anthuenis
Kwetsbaarheid is een moeilijk gegeven in onze samenleving. Laat staan mannelijke kwetsbaarheid, dat is al helemaal taboe. Mannelijk slachtofferschap en vrouwelijk daderschap blijken nog steeds onbekende fenomenen te zijn. Omdat dit tot veel onzichtbare ellende leidt, is er dringend meer maatschappelijk bewustzijn nodig:
Binnen de dynamiek van een partnerrelatie kunnen zowel mannen als vrouwen zowel slachtoffer als pleger van partnergeweld worden.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Kleuters met weinig sociale wederkerigheid: van inzicht naar uitzicht (praktijkonderzoek in het ondersteuningsnetwerk Oost-Brabant)

Eleonora Tilkin-Franssens
Steeds meer kleuters worden bij het ondersteuningsnetwerk aangemeld met een (gemotiveerd) verslag type 9 of doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het ondersteuningsnetwerk waar ik voor werk, is een inclusiemotor die tracht zoveel mogelijk kinderen binnen het gewoon onderwijs tot leren te laten komen binnen het draagvlak van de school.
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe ondersteuners leerkrachten beter kunnen begeleiden bij het creëren van een klasomgeving waarin kleuters met weinig sociale wederkerigheid wel tot ontwikkeling kunnen komen en waarbij de leerkracht minder gevoelens van onmacht, stress en handelingsverlegenheid ervaart.
Door uit te zoeken hoe de normale ontwikkeling van een kleuter er uitziet op het domein van sociaal-emotionele ontwikkeling, sociaal-communicatieve ontwikkeling, taalontwikkeling en spelontwikkeling probeert dit onderzoek een manier te vinden om leerkrachten en ondersteuners meer inzicht in de ontwikkeling van hun specifieke kleuter te bieden. Vanuit dat inzicht wordt getracht om te komen tot een beter afgestemde omgeving, aanpak en aanbod naar de kleuter toe.
Dit onderzoek tracht hierbij een antwoord te geven op wat ondersteuners en leerkrachten nodig hebben om dit te kunnen verwezenlijken en wat het gevolg is van een korte interventie op de beleving van de band tussen de leerkracht en de kleuter.
Overkoepelende conclusies trekken was niet mogelijk, aangezien de steekproef te klein was. Er kan wel afgeleid worden dat het inzetten van ondersteuners om de ontwikkeling van het jonge kind beter te begrijpen een meerwaarde kan betekenen.
Daarnaast is het aanreiken van een manier om kinderen te observeren en zo hun ontwikkelingsniveau te bepalen in combinatie met het bepalen van hun beleving van en door anderen een manier om te weten te komen waar net op kan ingezet worden om hun ontwikkeling te stimuleren.
Het opstellen van kleine, haalbare activiteiten om aan de band tussen kleuter en leerkracht te werken terwijl er naar een duidelijk doel wordt toegewerkt, kan ondersteuners helpen om gerichter de leerkrachten te ondersteunen zodat de kleuter zijn/haar ontwikkeling ook wordt gestimuleerd buiten ondersteuningstijd.

Instagram food influencers: threat or opportunity? Determining the impact of social media influencers’ food related content on Flemish 12-18 year old adolescents’ eating outcomes: An intervention

Katoo Derks Yara Qutteina
Een experimenteel (4x4, between subjects) onderzoek naar de impact van voedselgerelateerde inhouden van sociale media influencers op de eetgewoonten van Vlaamse 12-18-jarige adolescenten.

Impact van psychosociale determinanten op de mondhygiënegewoonten bij adolescenten. Een literatuurstudie.

Saskia Sertyn
In deze literatuurstudie wordt onderzocht wat de invloed is van omgevingsfactoren op mondhygiënegewoonten bij adolescenten. Deze kennis kan gebruikt worden bij het ontwikkelen van preventieprogramma’s ter bevordering van de mondgezondheid bij deze doelgroep.

Fuck, ik ben eenzaam

Marnik Jacobs Jonas Vanpassel Amber Jacobs Larissa Witters Romy Jaenen
10 maart 2020, de start van de coronacrisis in België. De start van een parcours met ingeperkte vrijheden, opschorting van lessen, sluiting van winkels en horeca. De start van een periode waarin het gebruik van termen als ‘bubbels’, ‘social-distancing’, ‘anderhalve meter’, ‘blijf-in-uw-kot’ en ‘lockdown’ al snel normaal werd. Allemaal maatregelen essentieel om de verspreiding van het COVID-19virus een halt toe te roepen. Maar helaas ook allemaal maatregelen met een enorme impact op de mentale toestand van de Belgische jongeren, in het bijzonder gevoelens van eenzaamheid.

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Sanne Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.

Visuele framinganalyse van de protestbeweging Black Lives Matter in The New York Times

Sofie Deweerdt
Deze thesis biedt een visuele framinganalyse van nieuwsbeelden. Meer specifiek worden beelden van de Black Lives Matter-protesten bestudeerd.