Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Baas in eigen teelbal? De mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005

Marianne Moors
De thesis handelt over de geschiedenis van de mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005. Hierbij lag er focus op de vrouwenbeweging, de centra voor geboorteregeling en berichtgeving in de media.

The Three-Child Policy and Gender Equality in China

Yingwa Sun
Dit onderzoek verkent de implicaties van het drie-kind beleid van China voor gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, waarbij de vorige vooruitgang die is geboekt met het één-kind beleid wordt erkend.

Queer Dwelling. Mapping as a critical tool for analysing queer home-making and challenging hetero-normative dwelling cultures in Flanders and Brussels.

Erinn De Waele
Deze thesis onderzoekt mapping als kritisch instrument om queer home-making te analyseren en in welke mate queer home-making heteronormatieve woonculturen in Vlaanderen en Brussel uitdaagt. Door acht queer huishoudens in kaart te brengen, wil deze thesis een bijdrage leveren aan architectuuronderzoek door inzicht te verschaffen in de manier waarop queer mensen met diverse intersectionele identiteiten (t)huis maken.

Afzender Onbekend

Fien Van Liedekerke Emma Van Vooren Lien Stalpaert
Volgens de Belgische wet gebeurt spermadonatie anoniem. Dat wil zeggen dat donorkinderen niet zomaar kunnen achterhalen wie hun biologische vader is. Maar is dat nog wel verantwoord? Moet een spermadonor anoniem zijn? In deze bachelorproef gaan we op zoek naar antwoorden.

“Door onze hulp werden ze arbeiders. Ik heb vier jaar voor hen gezorgd.” Turkse migrantenvrouwen van de eerste generatie over moederschap, arbeid en netwerken in Gent, 1960 – 1979

Neslihan Dogan
In deze thesis worden de rollen, die 10 Turkse vrouwen van de eerste generatie onderzocht met behulp van de methode van de mondelinge geschiedenis. Zowel de rollen kort voor, als de rollen na de migratie worden onderzocht. Zo komt de auteur tot een totaal van vijf rollen: tijdelijk gescheiden vrouw, arbeider, huishoudster, opvoeder en netwerker. Via deze intersectionele benadering wordt de agency van de Turkse vrouwen van de eerste generatie in de migratiegeschiedenis belicht.

Characteristics of single women signing up for fertility treatment with donor sperm - A cross-sectional study in a Flemish university hospital

Helena Demey Stephanie Dekempe
Wereldwijd heerst controverse rond alleenstaande vrouwen met een kinderwens. Vrouwen zonder partner zouden psychologisch niet in staat zijn om hun kind de juiste opvoeding te geven. Dit onderzoek toont echter aan dat alleenstaande vrouwen met een kinderwens gemiddeld minder psychologische problemen vertonen dan de doorsnee populatie.

Faille of fagots? Een analyse van de achttiende-eeuwse materiële cultuur in Mechelen op basis van burgerlijke staat

Gaya Vermeylen
In deze verhandeling werd onderzocht of gehuwde mannen, gehuwde vrouwen, single mannen, single vrouwen, weduwnaars en weduwes andere bezittingen hadden op basis van hun burgerlijke staat en geslacht in achttiende-eeuws Mechelen.

“Cat hair is lonely people glitter”: Representatie van alleenstaande personen in komische televisieseries in de vorm van The Crazy Cat Lady

Andrea Vercammen
Deze paper onderzoekt hoe alleenstaande personen worden gerepresenteerd in populaire media, en focust daarbij op het stereotypische personage van de Crazy Cat Lady: een wanhopig en onaantrekkelijk alleenstaand personage dat regelmatig terugkomt op televisie. Zij wordt bekeken in het licht van de culturele theorieën van Hall en Dyer over representative, en de theorieën van Taylor en McRobbie over vrouwelijkheid en feminisme in de media.

Anonymous sperm donors' attitude towards donation and the release of identifying information

Frederik Mahieu Wim Decleer Kaan Osmanagaoglu
De studie naar de opinie van de anonieme spermadonoren van de donorbank van het AZ Jan Palfijn Gent, in samenwerking met de Universiteit Gent, wees uit dat één op de vijf van de huidige donoren zou blijven doneren wanneer de anonimiteit bij wet zou worden afgeschaft, terwijl de helft van hen niet langer zou doneren en één op de vier twijfelde.

Disneyficatie van Vlaamse datingshows: 'Happily ever after'? - Representatie van liefde en de ideale partner

Anke Lion
Het centrale vraagstuk van deze thesis heeft betrekking op de stereotype representatie van liefde en de ideale partner in datingshows, en meer specifiek in Vlaamse datingshows. De focus ligt hierbij op het sprookjesnarratief dat in het format gehanteerd wordt en zo bijdraagt tot een geïdealiseerde representatie van romantiek in de populaire cultuur. Dergelijke narratief promoot een patriarchale vorm van liefde, waarbij genderstereotypen en heteronormativiteit aan de hand van sprookjeselementen extra in de verf worden gezet. Om dit soort 'Disneyficatie' bij Vlaamse datingshows na te gaan, bestudeerden we via sequentie-, kwalitatieve inhouds- en narratieve analyse zes Vlaamse datingshows. Hierbij bevonden we dat genderstereotypen en heteronormativiteit over het hele format aanwezig waren, al dan niet met hun conventionele invulling. Naast de eerder traditionele datingshows, was er namelijk ook een recente trend weg van dit sprookjesthema, met een focus op sociale wetenschap en het alledaagse als narratief.

'Vergeten slachtoffers in beeld'. De noden van de (ex-)partner van een persoon die verdacht wordt van of veroordeeld werd voor een zedendelict op een minderjarig slachtoffer.

Ellen Vermet
(Ex-)partners van personen die verdacht worden van of veroordeeld werden voor een zedendelict op een minderjarig slachtoffer, vormen een vergeten groep in zowel de academische als praktijkgerichte wereld. Deze masterscriptie betreft een explorerend kwalitatief onderzoek naar de ervaring, de zorgen en noden van dergelijke vrouwelijke (ex-)partners.

Een zorgeloze oude dag? Een kwantitatief onderzoek naar de zorguitgaven van kwetsbare, thuiswonende ouderen

Britt Mondelaers Bram Fret
In deze masterproef wordt de financiële situatie van thuiswonende ouderen met zorgnoden onderzocht. Dit gebeurt aan de hand van een kwantitatief, door middel van een enquête afgenomen bij 173 ouderen.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Seksuele zelfontplooiing bij vrouwen. Voorkomen en attitudes van masturbatie

Véronique Vancauwenbergh
Seksuele zelfontplooiing bij vrouwenVoorkomen en attitudes ten opzichte van masturbatieIn onze huidige maatschappij wordt er tussen pot en pint wel eens over seks gesproken, ook via de vele mediakanalen wordt seks schaamteloos getoond. Er is met andere woorden heel wat te doen over de overseksualisering of pornoficatie van de maatschappij. Maar is de gemiddelde Vlaming nu bevrijd, oversekst of net geremd? Seks is vandaag meer bespreekbaar dan vroeger, maar de seksuele beleving houden wij het liefst verborgen voor anderen. Ook solo-seks is nog steeds een taboe.

Een Vlaams model van kwalitatief hoogstaande postnatale zorg. Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren vanaf ontslag uit het ziekenhuis

Katrien Helsloot & Mieke Walraevens Mieke Walraevens
 Sneller naar huis na de bevalling: reden tot bezorgdheid? Wereldwijd worden moeders na hun bevalling steeds vroeger naar huis gestuurd. Ook in België neemt de ligduur sterk af van 5,3 dagen in 2000 naar 4,1 dagen in 2015. Hierdoor ontstond enige onrust op het terrein. Vroedvrouwen in het ziekenhuis vrezen dat de werkdruk zal toenemen. Ziekenhuizen denken actief na over de meerwaarde van het lange verblijf op de kraamafdeling en stellen zich de vraag of het anders beter kan.

Het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in Vlaanderen

Liesbeth Spiessens
Het medisch zorggebruik van hoogbejaarden in VlaanderenWelke factoren dragen bij tot een hogere medische consumptie?Het aantal hoogbejaarden stijgt stelselmatig elk jaar. In Vlaanderen is er zowel sprake van vergrijzing, als van dubbele vergrijzing. Dit betekent dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt en het percentage 80-plussers tevens sterk toeneemt. Deze groei heeft sterke consequenties op allerhande politieke en maatschappelijke domeinen. Een belangrijk aspect is het gevolg van deze vergrijzing op het medisch zorggebruik.

ONTSPAN MAAR, HET IS TIJD OM VROUW TE ZIJN. De ontwikkeling van een methodisch verantwoorde vrouwenwerking in het Rode Kruis Opvangcentrum Antwerpen Linkeroever.

Katrijn Tiebos
 

Ontspan maar, het is tijd om vrouw te zijn.
De ontwikkeling van een methodisch verantwoorde vrouwenwerking in het Rode Kruis Opvangcentrum Antwerpen Linkeroever.
 
Scriptie van
Katrijn Tiebos
tot het behalen van het diploma bachelor sociaal werk.

 
Op 28 januari 2008 begint het avontuur. Gedurende vier maanden zal ik stage lopen in het Rode Kruis Opvangcentrum Antwerpen Linkeroever. Een bewuste keuze want ik wil actief en dagelijks met mensen aan de slag.

Invloed van dieren op het welzijn van ouderen.

Christine Vander Sype
Invloed van dieren op het welzijn van ouderen.
 
Belgen stellen het gezelschap van dieren erg op prijs: niet minder dan één gezin op twee heeft ten minste aan hond of kat in huis.
Het samenleven van mens en dier vormt dus wel degelijk een belangrijk sociaal fenomeen, waaraan heel wat verschillende aspecten verbonden zijn en dat ook tal van vragen oproept.
Kranten, tijdschriften, boeken en films suggereren dat mensen “houden” van hun huisdier.