Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

The Moral Foundations of Attitudes Towards Genetic Manipulation in Humans

Jolien De Clercq
In deze scriptie werd onderzocht of er een verband is tussen de genetische manipulatie van mensen en moraliteit.

“Aseksualiteit? Dat komt niet vaak aan bod, hé?”

Lieze Berkein
In deze scriptie wordt de inclusie van aseksualiteit in het secundair onderwijs onderzocht. Dit gebeurt a.d.h.v semi-gestructureerde interviews met leerkrachten levensbeschouwelijke vakken en natuurwetenschappen.

COVID-19 vaccinatie: de effecten bij zwangere vrouwen en hun kinderen

Margo Van der Smissen Hannelore Burssens
In deze bachelorproef beschrijft het debat over COVID-19 vaccinatie tijdens de zwangerschap, waarbij door onderzoek wordt aangetoond dat de vaccins over het algemeen veilig zijn voor aanstaande moeders en zelf de immuniteit van de ongeboren baby kunnen stimuleren.

Onderzoek naar de effecten van stabilisatie of reanimatie met intacte navelstreng op de neonaat.

Sarah Vanden Bremt
Wanneer een baby extra hulp nodig heeft bij de geboorte wordt de navelstreng meestal meteen doorgeknipt. Deze bachelorproef onderzoekt de effecten van een stabilisatie of reanimatie met een intacte navelstreng.

Characterising the maternal vaginal microbiome during pregnancy and its vertical transmission

Margo Hiel
In deze masterscriptie werd onderzocht of het vaginale microbioom van een moeder ook invloed heeft op dat van haar dochter op latere leeftijd. Ook de dynamiek van het vaginale microbioom tijdens de zwangerschap werd bestudeerd.

Unraveling the function of trophectoderm markers in early embryonic development via CRISPR/Cas9 gene editing

Sarah Declercq Gwenny Cosemans
In deze masterscriptie werd de functie van Gata3, Gata2, Tfap2c en Tfap2a onderzocht in het kader van de vorming van het trophectoderm in muizenembryo's. Dit werd gedaan door gebruik te maken van het CRISPR/Cas9 genbewerkingssysteem .

Kinderen achter tralies

Margot Devloo
Deze bachelorproef werd gemaakt met als doel het behalen van de bachelor Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel. Toen ik hoorde dat er tien kinderen in de gevangenis wonen in Vlaanderen, was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Zoals het een goede journalist betaamt, wilde ik alles te weten komen over gedetineerde moeders en ging ik op pad.

Menstrual Healthcare: an Analysis and Call to Action. Addressing provider-related barriers to meeting menstruation associated healthcare needs

Femke Jansma
In deze masterproef is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar barrières in de zorg voor menstruatie-gerelateerde klachten. Diverse onderzoeksmethoden werden gebruikt om de zorgbehoeften van patiënten en de barrières bij medisch- en zorgpersoneel in kaart te brengen. De bevindingen leidden tot aanbevelingen voor educatieve programma’s, waaronder het aanpakken van valse overtuigingen, het integreren van historische context en het verbeteren van diagnostische en communicatievaardigheden met betrekking tot gevoelige en gestigmatiseerde onderwerpen

Als een kind écht niet wil eten

An Erkelens
Deze scriptie belicht eetproblemen bij jonge kinderen en schetst de impact op gezinnen. Het tekort in het huidige zorglandschap wordt daarbij aangekaart én opgevuld. Het is een scriptie met impact op het Vlaamse zorglandschap.

Paardenstaartjes en plooirokjes: een attitudeonderzoek naar de infantilisering van vrouwen op TikTok

Loes Rupus
Hoe beoordeelt de Vlaamse kijker TikTok-video's waarin volwassen vrouwen op infantiele wijze afgebeeld worden? Een attitudeonderzoek toont aan dat enerzijds mannen meer dan vrouwen en anderzijds jongvolwassenen meer dan 35-plussers positiever en toleranter staan tegenover dit online fenomeen.

Is rooming-in in op de neonatologie? Impact van rooming-in op de relatie tussen neonaat en ouder op neonatologie

Beyza Özkan Silke De Locht
Hoe kunnen we de effecten van rooming-in implementeren, met oog op het verhogen van de ouderparticipatie op de NICU/N*?
Er werd een literatuurstudie gedaan om op zoek te gaan naar de positieve effecten die rooming-in zou teweegbrengen. Verder werd er onderzocht hoe de ouderparticipatie kan verhoogd worden om de ouder-kind binding te bevorderen op de neonatologie.

Spraaknormen over raciale en etnische diversiteit: een vergelijking tussen generaties

Fien Van Rosendaal
In het debat rond woke ontstond polarisatie over 'wat er nog gezegd kan worden' door witte mensen over raciale en etnische diversiteit, en deze polarisatie lijkt samen te hangen met een generatiekloof.

Effortful control als modererende factor tussen reactieve temperamentsfactoren en psychopathologie bij psychogeriatrische patiënten

Camille Testaferrata
De duale procestheorie stelt dat psychopathologie voortkomt uit een onevenwicht tussen het regulatieve (Effortful Control; EC) en reactieve (Behavioral Inhibition System; BIS en Behavioral Activation System; BAS) temperament, waarin EC een doorslaggevende rol speelt in het al dan niet ontwikkelen van psychopathologie. De duale procestheorie wordt nagegaan en bevestigd bij psychogeriatrische patiënten.

The development of a targeted vestibular follow-up protocol for children with a congenital cytomegalovirus infection: data-analysis of 4.5 years of audio-vestibular follow-up

Emmely Van Acker
Evenwichtsproblemen bij jonge kinderen ten gevolge van een aangeboren cytomegalovirusinfectie kunnen heel vervelend zijn. Zo kunnen ze onder andere aanleiding geven tot een motorische achterstand en schoolse moeilijkheden. Vroege opsporing en langdurige opvolging van deze kinderen is belangrijk om tijdig ondersteuning te kunnen bieden.

Nursery Tone Monitor: detecteren van elderspeak via AI

Sibian De Gussem
Via deze applicatie kunnen de eigenschappen van elderspeak gedetecteerd worden zodat iedereen de eigenschappen goed kan onthouden en toepassen. Elderspeak is het fenomeen waarbij jongere mensen tegen ouderen spreken op een betuttelende manier, vandaar dat elderspeak ook wel als secondary baby talk wordt benoemd, en dit kan nefast zijn voor de mental gezondheid van ouderen.

Goed genoeg is ook oké

Hanne De Bruyne
De transitie naar het ouderschap is één van de grootste gebeurtenissen in een mensenleven. Het is een levenslang groeiproces dat een wisselend verloop kent. Het gaat vaak over de roze wolk of de donderwolk. Ouders zitten niet altijd op die veelbesproken roze wolk. Het is ook oké om je als ouder tussen deze twee uiterste wolken te bewegen. Goed genoeg is ook oké, maar wat houdt dit in?

Elles vécurent heureuses et eurent beaucoup d’enfants: L’homoparentalité dans la romance lesbienne

Gilke Geeraerts
Hoe wordt homo-ouderschap voorgesteld in lesbische romances? Aan de hand van de analyse van een selectie boeken met dit thema van de Frans-Canadese LGBT-romanceuitgeverij Homoromance Éditions wordt die vraag beantwoord. Meer specifiek gaat de thesis na op welke manier homo-ouderschap als een voorwaarde wordt voorgesteld voor het perfecte plaatje dat de romances creëren.

Een plexus brachi-wat?!

Anika Geuens Anika Geuens
In mijn bachelorproef wordt alle nodige informatie voor ouders weergegeven die een baby hebben met een plexus brachialis letsel. Al deze informatie is samengegoten in een informatiepakket. Verder wordt ook de taak van de vroedvrouw bij deze problematiek duidelijk gemaakt.

Visualisatie en de Bevallingservaring

Louise Cremers
Visualisatie is een ontspanningstechniek die ingezet kan worden tijdens de zwangerschap en de bevalling. In deze paper wordt de werking van visualisatie en de invloed ervan op de bevallingservaring uitgediept.

Een woonzorgcentrum in 2040: Hoe oudere volwassenen willen wonen in toekomstige Vlaamse woonzorgcentra

Charlotte Wong
Een woonzorgcentrum bestaat gewoonlijk uit grote leefgroepen, een sober niet huiselijk interieur, weinig mogelijkheden in de privé- en gemeenschappelijke ruimtes en er wordt weinig rekening gehouden met de buiten- en buurtomgeving. Hierdoor groeit de nood aan een nieuw woonconcept. Dit project beoogt een leidraad te ontwikkelen aangaande de wensen en behoeften van oudere volwassenen, met de leeftijd tussen 60 en 75 jaar. Er wordt een antwoord gezocht op de vraag: “hoe willen oudere volwassen wonen in toekomstige Vlaamse woonzorgcentra binnen de 20 jaar, rekening houdend met hun wensen en behoeften?”.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

CTG misinterpretatie: Sneller gebeurd dan je denkt!

Lore Schurgers Jelina Baute Caro Merckx
Literatuuronderzoek dat nagaat hoe CTG misinterpretatie ontstaat, wat de gevolgen zijn (zowel voor het verloop van de arbeid en bevalling, als voor de neonaat) en aanbevelingen om de misinterpretatie tegen te gaan.

Het verbod op commercieel draagmoederschap bekeken vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief

Tessa Quina
Er wordt onderzocht of een verbod op commercieel draagmoederschap noodzakelijk is vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief. Uiteindelijk wordt een aanbevelend voorstel geschreven.

Pre-eclampsie en het ontwikkelen van een autisme spectrum stoornis bij het kind: een systematische review.

Celine Vlerick Lana Hoebeke
Door middel van een literatuuronderzoek werd er onderzocht of vrouwen met pre-eclampsie tijdens de zwangerschap een verhoogde kans hebben op het krijgen van een kind met autismespectrumstoornis. Het werkingsmechanisme op de hersenontwikkeling wordt bondig uitgelegd. Bovendien kon de masterproef aantonen dat er een verhoogd risico op autismespectrumstoornis is.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.