Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Werkstress, verloopintentie en leiderschap in de Vlaamse OCMW's. Een mixed-methods onderzoek.

Sarah Wildiers
Deze masterproef onderzocht werkdruk, werkstress, emotionele belasting en ondersteuning van de directe leidinggevende aan de hand van een online survey en diepte-interviews bij Vlaamse OCMW maatschappelijk werkers. Daarnaast nam dit onderzoek de verloopintentie en inschatting van de haalbaarheid om in de huidige job te werken tot de pensioenleeftijd onder de loep, evenals de oorzaken van werkdruk en werkzame factoren van ondersteunend leiderschap.

Transfereffecten van professionaliseringsinitiatieven over taalontwikkelend lesgeven aan ex-OKAN'ers-OKAN’ERS

Ellen Sauvage
Effectieve nascholingen kunnen leraren competenter maken in taalontwikkelend lesgeven aan ex-OKAN'ers. Deze thesis onderzocht het aanbod en de effectieve kenmerken van dergelijke nascholingen.

Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Kathleen Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.

Leerlinggestuurde Didactische Werkvormen in het Deeltijds Kunstonderwijs voor Muziek

Adriaan Vervoort
In dit beschrijvend onderzoek wordt gezocht naar de verschillende wijzen waarop muziekleerkrachten uit het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) een leerling-gecentreerde en bewijskrachtige visie omzetten in hun lespraktijk. Leerlinggerichte leerkrachten in het DKO hebben hun visie autonoom ontwikkeld onder invloed van interpersoonlijke katalysatoren van waaruit men zich vormt tot autodidacte op groei gerichte deskundigen die voortdurend in ontwikkeling zijn. Over het algemeen kan gesteld worden dat er te weinig ondersteuning is voor leerlinggericht onderwijs, ondanks de wetenschappelijke evidentie en geschiktheid van het DKO voor deze visie.

"BREAKING: Moeder van drie wordt hoofdredacteur." Vrouwelijke journalisten in de Vlaamse nieuwsmedia

Marthe Van Loy
Kwalitatief onderzoek naar de positie van vrouwelijke journalisten in de Vlaamse nationale nieuwsmedia. Want net als in vele westerse landen, zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in de Vlaamse journalistiek. Aan de hand van vijftien diepte-interviews met vrouwelijke journalisten tussen 25 en 56 jaar is er gepeild naar genderbreuklijnen die in de literatuur aan bod komen zoals het glazen plafond en het afhaken van jonge vrouwen.

Het raakvlak van werk en familie bij Chinese vrouwen in Vlaanderen: Persoonlijke ervaringen en management van de werk-familie-interface

Melissa Mortier
Kwalitatief onderzoek naar de werk-familie-interface van Chinese vrouwen in Vlaanderen. De doelgroep levert nieuwe inzichten in het bestaande concept "werk-familie-balans".

A basic income for Belgium: a microsimulation of the effects on government expenditures, inequality, poverty and work incentives

Justine Soete
Deze scriptie kadert wat een basisinkomen is op basis van een aantal criteria en simuleert voor het eerst de gevolgen van de invoering van een basisinkomen voor België. De effecten op overheidsbudget, armoede, ongelijkheid en werkincentieven worden op verschillende manieren berekend en geëvalueerd.

Vaders in beeld binnen de preventieve gezinsondersteuning

Arne Van Schoors
Op zoek gaan naar werkvormen om mogelijke hindernissen die vaders ervaren in de preventieve gezinsondersteuning weg te werken.
Welke mogelijke hindernissen ondervinden vaders om toegang te vinden binnen de preventieve gezinsondersteuning en welke werkvormen kunnen hier een antwoord op bieden?

Suggesties voor de invoering van een eenvormig Belgisch relatievermogensrecht

Maxime Dupan
Suggesties voor de ontwikkeling van een eenvormig relatievermogensrecht in de vorm van een minimale vermogensrechtelijke bescherming voor ongehuwd samenwonende partners.

De herziening en beëindiging van de uitkering tussen echtgenoten na echtscheiding door onderlinge toestemming

Liesbet Van Gijsel
Bij een echtscheiding door onderlinge toestemming kunnen de echtgenoten overeenkomen dat de ene een uitkering zal betalen aan de andere. Zij kunnen daarbij afspraken maken die hen rechtszekerheid bieden wanneer de betaling van de uitkering moet veranderen of stoppen, als hun levensomstandigheden gewijzigd zijn.

An issue of equality: analysis of the evolution and patterns of the Belgian gender wage gap from 2014 to 2015 with the Oaxaca-Blinder decomposition method

Sarah Bouzzaouit
De Belgisch genderloonkloof wordt bestudeerd aan de hand van de Oaxaca-Blinder decompositie methode in twee delen: een deel die uitgelegd kan worden op basis van objectieve criteria zoals werkervaring en opleiding, en een deel die voorzichtig kan toegewezen worden aan discriminatie.

Identifying important consumer segments for predicting Belgian retail sales

Hanna De Schutter
Sinds de recente financiële crisis van 2008 heerst er een vernieuwde interesse in consumentenvertrouwen op toekomstige consumptie. Als gevolg van tegenstrijdige resultaten binnen de literatuur inzake de effectiviteit van consumentenvertrouwen voor het voorspellen van toekomstige consumptie, is binnen deze masterproef getracht om belangrijke consumenten segmenten en survey vragen te identificeren om retail sales in België te voorspellen.

De la femme en Amérique - Lecture critique de l'instance féminine au sein de 'De la démocratie en Amérique' de Tocqueville

Sam Ooghe
Deze scriptie onderzoekt het belang van de ideale, Amerikaanse vrouw in 'De la démocratie en Amérique' van Tocqueville. Er wordt gewezen op de verborgen progressieve laag van Tocquevilles analyse, met als doel een antwoord te formuleren op de kernvraag van het onderzoek: wat kan Tocqueville de 21e-eeuwse lezer leren over feminisme en de arbeidsmarkt?

Uptake en effecten van kinderopvang op gezinsuitbreiding in Vlaanderen: een sociaal-economische analyse

Gert Thielemans
De lage vruchtbaarheidscijfers van vele Westerse landen heeft kwalijke gevolgen voor de vergrijzing en zet de welvaartsstaat onder druk. Deze scriptie onderzoekt de rol van kinderopvang in de keuze voor gezinsuitbreiding.

De kloof tussen mannen en vrouwen in de verdeling van extralegale voordelen

Lore Van Herreweghe
Anno 2016 worden we nog steeds wereldwijd geconfronteerd met een loonkloof tussen mannen en vrouwen. Werknemers hebben echter ook recht op bijkomende vormen van compensaties, bovenop het standaardloon. Hieruit kwam de vraag van de Nederlandstalige Vrouwenraad om deze eventuele bijkomende loonkloof te bestuderen.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Lessen uit de Britse billijkheidscontrole van huwelijkscontracten ter remediëring van de genderkloof na echtscheiding

Dorien Dierckx
Vrouwen gevangen in huwelijk door huwelijkscontractWie verliefd is, moet op de blaren zittenNiemand zal ontkennen dat huwelijkscontracten praktisch zijn. Helaas is de eerlijkheid na verloop van tijd vaak zoek. Idealiter zouden huwelijkscontracten aangepast worden indien het leven van het koppel verandert, maar dat gebeurt nauwelijks. Indien u zich überhaupt al vragen stelt, zal uw partner zich een hoedje schrikken op de dag dat u polst naar “uw rechten bij een mogelijke toekomstige echtscheiding”, om nog niet te spreken van de rompslomp die notarisbezoeken met zich meebrengen.

Discrimination of Women at Work

Philippine Van den Brande
    ‘Vrouwelijke arbeidsmarkt participatie: Wankel of in kannen en kruiken?’Ongeveer twee jaar geleden begon ik mijn zoektocht naar een thesis onderwerp. Onder invloed van mijn medestudenten, ouders en vrienden ontwikkelde ik belangstelling voor emancipatie en vrouwelijke tewerkstelling. Feministen beweren dat de condities waarin vrouwen werken nog steeds veel te wensen overlaten, ondanks het feit dat vrouwelijke tewerkstelling nu al decennia lang erkend wordt in Europa.

DETERMINANTEN VAN MORAL DISTRESS BIJ VERPLEEGKUNDIGEN IN DE PALLIATIEVE THUISZORG

Claire Vanhoutte Francine Deplae Rosemie Van Bellingen Wim Schrauwen
Ook verpleegkundigen in de palliatieve thuiszorg zien het soms niet meer zitten! Claire VanhoutteBachelorscriptie Verpleegkunde, Hoger instituut voor verpleegkunde en vroedkunde, KATHO KortrijkCorrespondentie: claire.vanhoutte@gmail.comLeadIndien je voortdurend zorgt voor stervende mensen, zoals verpleegkundigen in de palliatieve thuiszorg, kan het soms eens teveel worden. In Vlaanderen werd hiernaar nog geen onderzoek verricht. Ik bracht verpleegkundigen uit de palliatieve thuiszorg in Vlaanderen samen, en we hielden een focusgroepgesprek rond “moral distress”.

Onderzoek naar de ontwikkeling van social media strategieën in corporate communication naar de consument

Rob van Alphen
 
De snelle toename en ontwikkeling van kwaliteitsvolle, betaalbare technologieën, alsook de toenemende populariteit van sociale netwerken en user-generated content sites hebben het medialandschap voorgoed veranderd. Consumenten hebben vandaag een heel arsenaal aan communicatiemiddelen ter beschikking waarmee ze meningen kunnen uiten, en informatie kunnen delen.

Arbeidsmarkteffecten van de invoering van een basisinkomen in België

Thomas Peeters
 
Hoe lui is de Belg?
 
Wat zou er gebeuren als je aan alle Belgen, of ze nu werken of niet, een werkloosheidsuitkering geeft bovenop hun normale loon? Hoeveel mensen zouden stoppen met werken als ze niet meer “moeten”? En kan de staat zoiets wel betalen?
 
Het idee om iedereen een uitkering te geven lijkt op het eerste zicht misschien klinkklare onzin. Waarom zou je bijvoorbeeld aan topmanagers nog extra geld geven, bovenop hun nu al extravagante loon? Toch heeft een basisinkomen (zo wordt zo’n uitkering genoemd) vele voorstanders in binnen- en buitenland.

Demografische Evolutie en de Gevolgen voor de Overheidsbegroting in België

Frederick Van Gysegem
 
WAT GAAT DIE VERGRIJZING NU EIGENLIJK KOSTEN?
Vallen er nog “grijzen” uit de kast?
 
In tijden van communautaire onenigheid en financiële crisis wordt minder aandacht geschonken aan uitdagingen die iets verder van ons af liggen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat die uitdagingen er nog altijd zijn, en dat op tijd handelen vaak toekomstige problemen zou kunnen vermijden (of alleszins al beperken). De vergrijzing is zo’n uitdaging. We stevenen in Europa af op een “Grey New World”, en daarvan is iedereen zich stilaan wel bewust.

Herintredende moeders: motivatie, voorwaarden en drempels

Ellen De Beleyr
 
Herintreders: een vergeten groep op de arbeidsmarkt?
De keuze om als thuiswerkende ouder de zorg voor het huishouden en de kinderen thuis op te nemen is niet onherroepelijk, maar voor veel ouders een tijdelijke noodzaak. Onderhuids leeft vaak nog het verlangen om ooit de stap opnieuw te zetten richting arbeidsmarkt. Maar dit blijkt voor veel van deze zogenaamde herintreders niet eenvoudig te zijn.
Thuiswerkende ouders worden na gemiddeld twaalf jaar gezinsarbeid geconfronteerd met een aantal drempels wanneer ze weer aan de slag willen.

De arbeidsmarktproblematiek voor vrouwen boven de 50.

Davina D'Hollander
De vergrijzing en de bijhorende gevolgen komen eraan. Overheden nemen maatregelen om vijftigplussers langer aan het werk te houden of meer kansen op werk te bieden. Onze Belgische vijftigplussers lopen echter achterstand op tegenover hun Europese collega’s wat betreft werkzaamheid. Vijftigplussers zijn dan ook niet zo een homogene groep dan men denkt. Deze mensen hebben enkel hun leeftijd gemeen. De mannen en vrouwen verschillen in opleiding en achtergrond. In deze masterproef zet men een genderbril op en bestudeert men de vrouwelijke vijftigplussers.

De loonachterstand van vrouwen: determinanten en maatregelen.

Tessy Schaerlaeken
Het voorliggende werk verschaft een inzicht in de actuele problematiek van de loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Dat vrouwen gemiddeld minder verdienen dan mannen blijkt nog steeds het geval. Ondanks allerlei acties en wettelijke regelingen is het afgelopen decennium nauwelijks vooruitgang geboekt in de loonongelijkheid tussen beide seksen.