Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Blok B op het UZ Gent. Een analyse van de mogelijkheden tot hergebruik van gebouwonderdelen en materialen. Ontmanteling voor hergebruik mogelijk maken door het herschrijven van het UGent typebestek.

Karen Steukers Lune Boret
Dit onderzoek kaart de verspilling van bouwmaterialen aan door het hoogwaardig hergebruik ervan te promoten. De scriptie plaatst de bestektekst in een ander licht, zodat deze ingezet kan worden als middel om circulaire bouwambities in uitvoering te brengen. De focus ligt daarbij op volgende begrippen: opdrachtgeverschap, de openbare aanbesteding en losmaakbaarheid.

Het hergebruikpotentieel van constructiematerialen in het naoorlogs UGent-patrimonium: casus 'Paddenhoek' en 'UZ Blok B'

Julie Van Raemdonck Elena Dhondt
Het naoorlogs UGent-patrimonium is tot een punt gekomen waarop renovaties en hergebruik van
constructiematerialen een prangend onderwerp zijn geworden. Deze thesis onderzoekt hoe men
hergebruik naar de toekomst toe aan UGent kan organiseren en toepassen.

Does size matter? Een vergelijkende studie van de economie, economisch beleid en kansen in de Benelux

Michiel Deprez
Een vergelijkende studie van de institutionele Benelux-Unie: haar economieën, economisch beleid en economische kansen voor de regio.

Onafhankelijkheid in een gedigitaliseerd medialandschap: evaluatie van economische duurzaamheid en consolidatie in de Vlaamse onafhankelijke televisieproductiesector

Pieter Van der Elst
de Vlaamse onafhankelijke televisieproductie is een levendige en dynamische sector die, ondanks de hoge output aan populaire lokale producties, gebukt gaat onder een zekere financiële precariteit. Het inherent risicovolle businessmodel en de restricties die de Vlaamse afzetmarkt kenmerken, liggen aan de basis van deze problematiek en dwingen de sector tot allerhande strategieën om ermee om te gaan. Eén van de voornaamste strategieën, die de laatste jaren op internationale schaal ook in opmars lijkt te zijn, is het aangaan van consolidaties of het meestappen in een concentratiebeweging. Door de veronderstelde invloed van bedrijfseigenaarschap op de inhoud van content, is concentratie echter niet onbesproken als economische strategie.

Arbeidsparticipatie van vrouwen in Bangladesh: Een studie van de ontwikkelingen sinds de onafhankelijkheid van 1971

Cheyenne Reynkens
Sinds 1971 is de vrouwelijke arbeidsparticipatie in Bangladesh toegenomen. Vooral de kledingsector speelt hierin een prominente rol door zijnde de belangrijkste vrouwelijke werkgever in Bangladesh. Wat is het gevolg van deze toegenomen werkgelegenheid voor vrouwen en hoe wordt deze groeiende emancipatie ontvangen in de Bengaalse cultuur?

Naar een nieuw Vlaams heden?

Timothy Pareit
Islamrepresentaties in 'Vrouwland' (Rachida Lamrabet), 'De Ridder. Seizoen 4.' (één en eyeworks) en 'Project Deburkanisering' (Rachida Lamrabet).

Best practices in downstream space technology transfer: From ESA Space Solutions and EU Astropreneurs, to Flanders’ Space

Corneel Bogaert
Deze scriptie beschrijft het proces van technologietransfer met betrekking tot de Europese ruimtevaart. Het onderzoek bevat een vergelijking tussen de initiatieven van ESA en die van de EU, alsook de nationale en regionale invulling in België en Vlaanderen. Een case study zorgt voor een praktische houvast. De scriptie wordt afgesloten met een lijst van richtlijnen voor ondernemers enerzijds, en beleidsmakers anderzijds.

Ruimte Ontwerpen zonder Geluid: Lessen van Twee Dove Architecten

Camille Janssen
Onderzoek naar het potentieel van dove architecten: wat is de invloed van doof zijn op het ontwerpproces en de ontwerpen van een architect? Opgebouwd aan de hand van een literatuurstudie en twee casestudies: dove architect, Richard Dougherty en dove architectuurstudente, Danielle Koplitz.

Het mediahuis van morgen. Hoe het ontwerp van een mediahuis kan anticiperen op een veranderlijke toekomst, meer specifiek op de uitgesproken tendens tot uitbesteding.

Dorien Moonen
Deze masterproef gaat over het mediahuis van morgen en hoe het architecturale ontwerp kan anticiperen op een veranderende toekomst met een uitgesproken neiging tot outsourcing. De ontwerpmethode was echter net zo belangrijk omdat een fascinatie voor de context - de haven van Antwerpen - en het potentieel van zijn vormen werden gebruikt om het mediahuis van de toekomst te structureren en te stimuleren, wat resulteerde in deze 'mediacluster'.

Sociale documenten: wie wordt er wijzer van?

Rita Laureys
De analyse toont aan dat het geen onhaalbare kaart is om tegelijkertijd de administratieve overlast aan te pakken die de sociale documenten veroorzaken voor ondernemingen, en tevens tegemoet te komen aan de cruciale informatiebehoeften van de overheid en van de werknemers.
Een win-win situatie voor alle partijen bereiken is, mits een aantal aandachtspunten, perfect mogelijk.

Het oudste beroep maar nog steeds geen wettelijk statuut - aanbevelingen voor wetgevende initiatieven

Valérie Schouteden
Haalbaarheid van een sociaal statuut voor sekswerkers. Kan de prostitué(e) ressorteren onder de bestaande sociale statuten als werknemer of zelfstandige?

Het potentieel en de impact van gekoppeld rijden op routekeuze en -planning bij transportbedrijven

Thomas Vyncke
Gekoppeld rijden kan voor transportbedrijven besparingen opleveren tot 5%. Deze scriptie beschrijft ondermeer experimenten op zowel artificiële en reële data met behulp van een oplossingsheuristiek die dit aantonen.

Stedelijke bewegingen, het stedelijk vraagstuk, en de democratische stad: het Oosterweeldossier

Marie Mistiaen
Onder invloed van neoliberalisme worden regio's steeds meer autonomoom. Deze ontwikkeling geeft aanzet tot het ontpoppen van steeds meer burgerbewegingen. Het Oosterweeldossier, als casestudy, blijkt voort te komen uit het botsen van de belangen van twee verschillende schalen, wat in de theorie wordt beschreven als het nieuwe stedelijk vraagstuk na Castells.

Alternatieve geschillenbeslechting van consumentengeschillen

Laura Traest
Deze scriptie onderzoekt hoe de (procedurele en materiële) rechten van de consument beschermd worden in ADR-procedures en spoort mogelijke lacunes in de regelgeving op.

"Cultuurhuizen voor de moderne grootstad?" Kaaitheater, Kunstenfestivaldesarts en de allochtone 'meerderheid' in Brussel.

Trijn Blondé
In mijn scriptie onderzocht ik de diversiteit binnen het publiek in de cultuursector. Ik focuste me voornamelijk op nieuwkomers van Arabische en Afrikaanse origine. Hiervoor heb ik als casussen volgende cultuurhuizen van naderbij bestudeerd: het Kaaitheater en het Kunstenfestivaldesarts.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

LIFTup/LIFToff

Bieke Callewier
LIFTUP/LIFTOFF VORMINGSPLATFORMUit noodzaak nadenken over een nieuwe publieke plek in de stad.Het grote probleem van Europa tijdens deze vluchtelingencrisis, is dat ieder land in de EU zijn eigen asielbeleid heeft. Er is geen unaniem akkoord over de kwestie en dat zorgt voor knelpunten. Sommige landen zetten zware grenscontroles in, ondanks het Shengen-akkoord van 1993 dat vrij verkeer van personen in Europa toelaat.

EFFECTIVE ACCESS TO INFORMATION AND PUBLIC PARTICIPATION WITH RESPECT TO SHALE GAS ISSUES: A COMPERATIVE ANALYSIS IN THE LIGHT OF THE AARHUS CONVENTION AND US EXPERIENCE.

Kristine Zaiceva
Wordt de publieke opinie voldoende betrokken bij milieubeslissingen betreffende schaliegas?Schaliegas is momenteel één van de meest populaire onderwerpen in energierecht. Met ingang van 2009 is het niveau van de productie van aardgas uit schalieformaties toegenomen in de Verenigde Staten. Het is nu één van 's werelds top schaliegasproducenten, na Rusland. Rond 2010 was schaliegas goed voor 23% van de Amerikaanse gasproductie.

Fraude binnen de Vlaamse Overheid

Steven Mulier
 Fraude binnen de Vlaamse Overheid1 InleidingFraude, niet meteen een begrip waarmee men als organisatie graag wenst geconfronteerd en/of geassocieerd te worden. Maar hoe kan een organisatie zich nu precies wapenen tegen het risico op fraude? Wat zet mensen ertoe aan om fraude te plegen? Wat zijn de meest voorkomende vormen van fraude? Hoe reageren organisaties op en communiceren ze over de binnen hun organisatie gedetecteerde fraudegevallen?

De publieke omroep in het digitale tijdperk: stoorzender of katalysator? Een nieuwsframe-analyse van Vlaamse kranten

Caroline Bijnens
Samenleving heeft de publieke omroep nodigDOOR CAROLINE BIJNENS - Het Vlaamse regeerakkoord heeft de discussie over de rol van de openbare omroep opnieuw aangewakkerd. De nieuwe Vlaamse regering heeft aangekondigd stevig de snoeischaar in de VRT te zetten, waardoor ze onvermijdelijk zal moeten inkrimpen.

Telewerken in de openbare sector. Een onderzoek naar de implementatie van telewerk bij de Vlaamse steden en gemeenten.

Iris Baeyens

Vlaamse steden en gemeenten klaar voor telewerk?
Begin jaren 80 kwam het fenomeen telewerk overgewaaid van de Verenigde Staten naar Europa als middel om het fileprobleem rond de grote steden op te lossen en milieuvervuiling tegen te gaan. Wat de private sector in België betreft, bieden tal van studies een beeld van de verspreiding van telewerk op basis waarvan we kunnen besluiten dat telewerk bij hen al goed ingeburgerd is.

Leiderschap en motivatie. Een toepassing van de zelfdeterminatietheorie binnen de Vlaamse overheid.

Kirsten Wybouw
 

Tot wat leiden leiden kan?
Tot gemotiveerde ambtenaren bijvoorbeeld!

 
 
“Als je een boot wil bouwen, moet je niet het hout laten zoeken of de taken gaan verdelen.

Een ervaring buiten de muren

Steven De Jonge
De kunsten in de openbare ruimte komen de laatste jaren steeds vaker (opnieuw) onder de aandacht van het grote publiek, maar ook binnen de kunstwetenschappelijke wereld worden de evoluties nauwlettend in het oog gehouden. Zowel van overheidswege als binnen de sector zelf is er op korte tijd zeer veel veranderd en dit in een medium dat sowieso reeds gekenmerkt wordt door een enorme diversiteit en veelzijdigheid.

Publiek-Private Samenwerking (PPS) in de sportsector

tomas declercq
Publiek-Private Samenwerking (PPS): een win-win situatie?
 
Wereldwijd is er een trend tot meer private betrokkenheid bij de uitvoering van overheidstaken. In de huidige Vlaamse regering is er zelfs een hype tot het opzetten van  Publiek-Private Samenwerkingsvormen (of kortweg ‘PPS’). PPS is een innoverend samenwerkingsverband, waarin het de bedoeling is dat de overheid en de privé, met behoud van hun eigen identiteit en verantwoordelijkheid, gezamenlijk een project realiseren.

Tegen-Geweld

Inge Jansegers
TEGEN-GEWELD: agressie in de welzijnssector

Buschauffeurs en trambestuurders halen regelmatig het nieuws wanneer ze met agressie van cliënteel geconfronteerd worden. Ook andere beroepen krijgen te maken met agressie van cliënten. In heel wat sectoren krijgen werknemers te maken met agressie.