Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Hinkende homohuwelijken binnen het IPR: een analyse van het Poolse IPR in het licht van het EU-recht en mensenrechten

Bartosz Kryczka
Poolse administratieve autoriteiten weigeren buitenlandse huwelijken van Poolse LGBT-koppels te erkennen. Deze scriptie staat grondig stil bij de vraag of deze praktijk verzoenbaar is met het Europees recht en mensenrechten.

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de aanleiding van de stikstofarresten in Vlaanderen en Nederland (met wetenschappelijke analyse)

Lukas Brosens
Stikstof in de Lage Landen

IOS, ook voor consumentenschulden?

Justine Davidts
De uitbreiding van de Procedure voor Onbetwiste Schulden (IOS) naar consumentenschulden: staat de rechtspraak van het Hof van Justitie daaraan in de weg?

Qualifying the European Carbon Border Adjustment Mechanism: a preliminary but necessary step in assessing its WTO-legality

Laure Hendrickx
Deze thesis gaat over het Commissievoorstel voor een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (de EU CBAM). Meer bepaald wordt in deze thesis onderzocht of het voorstel niet in strijd is met de regels opgelegd in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de vraag naar de kwalificatie van het mechanisme. Om een nauwkeurige legaliteitsbeoordeling van het voorgestelde mechanisme te voeren, moet immers eerst worden bepaald of het mechanisme een belastingmaatregel of een gewone wetgevingsmaatregel uitmaakt.

De uitzonderingen op auteursrecht in de EU en copyright in de VS: De implementatie van en overeenstemming met de internationaalrechtelijke driestappentoets

Paulien Wymeersch
De driestappentoets is een rechtsnorm die de uitzonderingen op het auteursrecht reguleert. Ondanks vele vermeldingen in internationale en EU-rechtsinstrumenten, is er nog onduidelijkheid over de precieze inhoud en draagwijdte van de driestappentoets.

Glyfosaat en recht

Anaïs Renard
Deze masterproef beoogt twee basisvragen te beantwoorden. Ten eerste, wat is het juridisch kader rond glyfosaat? Ten tweede, zou een vordering ingesteld kunnen worden voor de milieuschade veroorzaakt door glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen?

Algemene vervoersvoorwaarden: een analyse van de verhouding tussen de algemene voorwaarden van Belgische transportmaatschappijen en het consumentenrecht

Alexander Debouck
Onderzoek naar de algemene vervoersvoorwaarden van de Belgische transportmaatschappijen. In de scriptie is nagegaan of de bepalingen voldoen aan alle vereisten die opgelegd worden ter bescherming van de consument-reiziger.

ANALYSE EN EVALUATIE VAN DE WIJZIGINGEN AANGEBRACHT AAN HET FISCAAL STRAFRECHT DOOR DE WET VAN 5 MEI 2019 EN HET KB VAN 9 FEBRUARI 2020

Justine Hendrickx
Deze masterproef analyseert en evalueert de wijzigingen door de wet van 5 mei 2019 en het Koninklijk Besluit van 9 februari 2020 in het licht van de door de wetgever opgestelde doelstellingen. Meer bepaald worden de eerste drie wijzigingen (una via-overleg, strategisch overleg en meldingsplicht van de procureur des Konings) in detail behandeld. Er wordt summier ingegaan op de nieuwe rol van de strafrechter.

The Role of the CJEU in Ensuring that the Principles of Mutual Trust and Recognition Enshrined in the FDEAW Stay in Line with the CFR

Rodrigo Belle Gubbins
Een analyse van de ontwikkeling van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot het mechanisme van het Europees arrestatiebevel om te bepalen of de justitiële samenwerking tussen de lidstaten voorrang krijgt boven de bescherming van de grondrechten of omgekeerd.

De verplichtingen van videoplatformen (vb. YouTube) in de nieuwe Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten

Emiel Koonen
Aanbieders van videoplatformdiensten krijgen nieuwe verplichtingen door de herziening van de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Passende maatregelen moeten worden getroffen om gebruikers te beschermen tegen schadelijke inhoud.

Terugvordering van staatssteun naar Belgisch en Nederlands recht - een anthologie van vergiftigde geschenken.

Joris Gruyters
Vergiftigde geschenken worden niet enkel door (schoon)familie en vrienden uitgedeeld. Ook een overheid kan door steunmaatregelen een aanslepend en kostelijk proces veroorzaken. Overheidssteun die als onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt wordt beschouwd, dient onverwijld en doelmatig te worden teruggevorderd. Doordat de Commissie onbevoegd is om haar besluitvorming rechtstreeks in de interne rechtsorde te implementeren, wordt de terugvordering afgehandeld volgens de nationale procedurele regels. In de praktijk blijkt echter dat dit lang niet zo evident is. Dat staatssteunregulering in de terugvorderingsfase spoedig in een toneelstuk van antagonisten en moeilijke scenario’s uitmondt, volgt uit dit complexe dubbele rechtsniveau waarbinnen deze regels moeten gedijen.
Deze thesis gaat op zoek naar antwoorden op vragen omtrent deze terugvordering: door middel van een rechtsvergelijkend en evaluatief onderzoek worden de Belgische terugvorderingsprocedures, en mogelijke obstakels, in detail beschreven en doorgelicht. Daarbij worden de wetgevende ontwikkelingen, pijnpunten en debatten die in Nederland geleid hebben tot de totstandkoming van een algemene regeling voor terugvordering gebruikt als comparatief en evaluatief onderzoekskader. Vanuit het leerstuk van de procedurele autonomie die aan lidstaten verleend wordt, toetst dit onderzoek de huidige stand van zaken in het Belgisch recht aan de Europeesrechtelijke plichten en doeltreffendheidsvereisten van het staatssteunrecht.
Tot slot wordt kort de rechtspositie van begunstigden toegelicht. Aan de hand van een bespreking van het vertrouwens- en proportionaliteitsbeginsel, besluiten we dat de doeltreffendheidsvereisten van het staatssteunrecht ook binnendringen in de internrechtelijke rechtsbescherming, en leiden tot een “beginselerosie”.

Privacy Shield v GDPR, Schrems revisited?

Simon Gunst
In de scriptie wordt het EU-privacyrecht uit de doeken gedaan door 1) de grondrechten van de EU (+ bijbehorende rechtspraak) en 2) de AVG (GDPR) te analyseren. Daarna wordt het versturen van persoonlijke gegevens van de EU naar de USA onder het Privacy Shield getoetst aan dit kader.

Tribunale theater- en performancekunst: Naar een nieuw toneel van de oprechtheid aan de hand van een typologie van de hedendaagse theatrale rechtbank

Steff Nellis
Deze scriptie onderzoekt hoe de populariteit van procesvoering binnen de hedendaagse opvoeringspraktijk valt te karakteriseren en verklaren aan de hand van een typologie van een breed corpus aan theatrale rechtszaak-performances.

The legal nature of the EU-Turkey Statement: putting NF, NG and NM v. European Council in perspective

Julie De Vrieze
Deze scriptie analyseert de juridische aard van de EU-Turkije Verklaring met als doel de beschikkingen van het Gerecht in perspectief te plaatsen. Het belangrijkste argument dat in deze scriptie wordt ontwikkeld is dat de EU-Turkije Verklaring moet beschouwd worden als een internationaal akkoord, gesloten tussen de Europese Raad en Turkije. Deze scriptie onderzoekt vervolgens de gevolgen van de beschikkingen van het Gerecht en formuleert een aantal bedenkingen bij deze beschikkingen.

Is het Belgische geboorteverlof voldoende adequaat om gelijke arbeidskansen te verzekeren?

Liesbet Debecker
Deze masterscriptie is een juridisch onderzoek naar het ontstaan, de effecten en de alternatieven van de ongelijkheid in het geboorteverlof.

Is het "time-over" voor de werkelijke zetelleer in het internationaal vennootschapsrecht?

Wouter Dister
België volgt sinds jaar en dag de werkelijke zetelleer. Deze staat echter sterk onder druk door de rechtspraak van het Hof van Justitie. In deze thesis wordt onderzocht of de werkelijke zetelleer nog verder kan bestaan in België.

The principle of conferral and the principle of sincere cooperation in the light of recent case-law of the CJEU: Are the Member States (post-Lisbon) Masters of the Treaties in the external relations of the EU?

Paulien Van de Velde-Van Rumst
Deze masterproef bespreekt en onderzoekt de vraag of de lidstaten (post-Lissabon) ‘Meesters der Verdragen’ zijn in de externe betrekkingen van de Europese Unie en dit in het licht van de recente rechtspraak van het Europees Hof van Justitie. Zijn de lidstaten van de Europese Unie in staat de controle over de externe bevoegdheden van de Europese Unie te behouden op basis van het principe van toegekende bevoegdheden dat bepaalt dat het de lidstaten zijn die de Europese Unie haar bevoegdheden toekennen? Welke rol speelt het principe van loyale samenwerking in deze kwestie?

De fundamentele waarden van de Europese Unie: Een analyse van de afdwinging van de democratie en rechtsstaat door de Europese Unie ten aanzien van lidstaten, kandidaat-lidstaten en ENB-partners

Ayana Dootalieva
Een analyse van de effectiviteit van de afdwinging van de democratie en rechtsstaat door de Europese Unie ten aanzien van lidstaten en derde landen.

The EU-U.S. Privacy Shield: ensuring the continuation of data flows instead of rebuilding trust? Europe tangled up in its own data protection requirements?

Judith Vermeulen
De scriptie omvat een analyse van het EU-V.S. Privacyschild in het licht van de Europese privacystandaarden (in het bijzonder deze aangaande de legaliteit van 'mass surveillance'). Die analyse wordt vervolgens in perspectief geplaatst door andere EU instrumenten (zoals de PNR akkoorden, de PNR Richtlijn, het TFTP akkoord, (standard) contractual clauses en binding corporate rules), in de mate dat die zich daartoe lenen, aan dezelfde test te onderwerpen.

Directe buitenlandse investeringen na het Verdrag van Lissabon: waar staan we nu?

Lentle Nijs
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn directe buitenlandse investeringen expliciet onder de gemeenschappelijke handelspolitiek komen te vallen. Deze masterproef tracht een overzicht te geven van de draagwijdte van de nieuwe bepalingen en hoe ze zich verhouden tot de vier vrijheden van de Unie d.m.v. het bestuderen van het huidig wetgevend kader en rechtspraak van het Hof van Justitie.

EU Bevoegdheden voor Geneesmiddelen: Meer dan Verwacht op het Eerste Gezicht - Minder dan Verwacht bij Nader Inzien? Onderzoek naar de verhouding tussen art. 114 en 168 (4) c) VWEU

Hannah Bogaert
In het Europees recht is de afbakening tussen de bevoegdheden van de interne markt en de volksgezondheid een juridisch knelpunt. De Tabaksreclamearresten openden de interne markt voor volksgezondheidsoverwegingen en boden zo een antwoord op deze problematiek. Het nieuwe art. 168 (4) c) VWEU zet deze rechtspraak echter potentieel op de helling. Maakt het Verdrag van Lissabon een einde aan de brede mogelijkheden om onder art. 114 VWEU een volksgezondheidsbeleid te voeren?

Exitheffingen bij outbound zetelverplaatsingen van vennootschappen binnen de Europese Unie vanuit Belgisch en Europees perspectief

Eva Conix
Exitheffingen op niet-gerealiseerde meerwaarden worden beschouwd als beperkingen van het principe van vrijheid van vestiging. Deze heffing kan gerechtvaardigd worden door een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid, overeenkomstig het fiscaal territorialiteitsbeginsel verbonden met de temporele component. Hiernaast kunnen lidstaten bijkomende voorwaarden stellen waardoor de verenigbaarheid met de vrijheid van vestiging onzeker is.

De rol van de ECB en andere EU-instellingen in de aanpak van de schuldencrisis in de EU

Mathias Hanson
Deze scriptie onderzoekt de legaliteit van de acties van de ECB (OMT en PSPP als deel van QE) en de legaliteit van het EFSM, de EFSF en het ESM in het kader van de schuldencrisis in de EU.

Markttoegang als toetssteen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie: een vooruitgang na Keck & Mithouard? Analyse van het begrip ‘maatregelen van gelijke werking’ in het licht van de recente rechtspraak na Keck & Mithouard.

Charlotte Roete
Deze thesis toont aan, door middel van een analyse van rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat het Hof geëvolueerd is van een formalistische invulling van de Keck-criteria, over een functionele invulling, naar een criterium van markttoegang.

De Verenigde Staten van Europa: de eindbestemming van het Europese project? Een internationaalrechtelijke beschouwing van de Europese Unie.

Yana Bayens
"De Verenigde Staten van Europa", "Europese superstaat", enz. zijn termen die steeds vaker worden gehanteerd in de media en de politiek. Een staat is echter een internationaalrechtelijk concept. In deze masterproef ging ik na aan welke internationaalrechtelijke kenmerken van een staat de Europese Unie reeds voldoet en wat nog dient te gebeuren opdat de EU zichzelf als een staat kan profileren.