Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Het belang van gendertransities in de perceptie van vrouwensport in de Belgische pers (1930-1940)

Michiline Elexil Sablain
Vertrekkende vanuit de observatie dat gendertransities in de sportwereld in de jaren 1930 een veelvuldig besproken en bekritiseerd thema waren in de Belgische pers, onderzoekt deze masterproef voor de periode 1930 tot 1940 vertogen omtrent trans- en intersekse atleten, zoals de Belgische wielrenner Willy De Bruyn, en de relevantie hiervan voor de vrouwensport.

The impact of indole-3-acetic acid on virulence of pathogenic Vibrios

Jana Van Haesebroeck
Deze scriptie bestudeerde het effect van een natuurlijk voorkomend plantenhormoon (indool-3-azijnzuur) op verschillende virulentiefactoren van pathogene Vibrio bacteriën. Virulentiefactoren die werden getest zijn biofilmvorming, zwemmobiliteit en algemene virulentie tegenover een gastheer. Om deze virulentie tegenover een gastheer te testen, werden pekelkreeftjes gebruikt als modelorganismen.

Borstvoeding geven na borstkanker

Eugenie Mornie
Weinig vrouwen geven borstvoeding na een vroegere borstkankerdiagnose. In deze scriptie wordt onderzocht welke invloed een eerdere borstkankerdiagnose heeft op de mogelijkheid om borstvoeding te geven.

Visualisatie en de Bevallingservaring

Louise Cremers
Visualisatie is een ontspanningstechniek die ingezet kan worden tijdens de zwangerschap en de bevalling. In deze paper wordt de werking van visualisatie en de invloed ervan op de bevallingservaring uitgediept.

Endometriose en zijn ware aard: ‘De sensibilisering van endometriose bij de bevolking’

Talia Özçelik
Deze bachelorproef toont aan dat de omkadering rond de aandoening endometriose ontbreekt. Deze literatuurstudie creëert een beter beeld over wat endometriose is, welke mogelijke klachten en oorzaken er zijn en welke verschillende soorten behandelingen toegepast kunnen worden.

Evaluatie van de timing van puberteit bij adolescente jongens met overgewicht: Associatie met laaggradige inflammatie?

Evy Berlanger
Heel wat jongens met overgewicht lijden enorm onder de fysieke en mentale gevolgen ervan. Vaak gaan ze naar de dokter omwille van groei- en ontwikkelingsproblematiek. Wat is de invloed van overgewicht op puberteit? De onderzoeksgroep van het kinderziekenhuis te UZ Brussel nam dit onder de loep.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

Zwangerschap na gastric bypass: Aandachtspunten en meest voorkomende complicaties

Zoë Frans
Een zwangerschap na gastric bypass gaat gepaard met aandachtspunten en mogelijke complicaties. Er wordt verwacht dat vroedvrouwen meer en meer in contact gaan komen met zwangeren met een gastric bypass in de voorgeschiedenis. Wat is de taak van de vroedvrouw binnen een multidisciplinaire opvolging?

Transseksualisme en geslachts-affirmerende interventies: De invloed op lichaam, geest en seksualiteit.

Amina Ryffranck
Deze scriptie gaat over transgenders/transseksuelen, over de mogelijke interventies en over de invloed van al deze interventies en van het trans zijn op het lichaam, de geest en de seksualiteit.

Pancreatic intra-islet vessel ablation and regeneration as a model for promoting active beta and delta cell cycling

Stephanie Bourgeois
Patiënten met type 1 diabetes worden tot op heden behandeld met insuline-injecties, die gevaarlijk lage bloedsuikerspiegels teweeg kunnen brengen en onvoldoende beschermen tegen de chronische complicaties die deze ziekte met zich meebrengt. Een echte curatieve therapie voor type 1 diabetes zou het herstel van de oorspronkelijke populatie beta cellen kunnen zijn door middel van regeneratie. Wij hebben een methode gevonden om beta cellen in muizen terug te doen delen door de bloedvaten in eilandjes van Langerhans te laten wegtrekken en terug te doen groeien.

Stability and feasibility of the complete hemodynamic and anesthetic regulatory problem - a multivariable predictive control study

Frederik Kussé
Automatische toediening van medicatie heeft het potentieel onze relatie met geneesmiddelen te revolutioneren. In dit eindwerk werd aangetoond dat automatische toediening van verdovingsmiddelen mogelijk is. Het ontwikkelde algoritme garandeert de veiligheid van de patiënt en kan ook voor andere toepassingen gebruikt worden.

Relatie tussen geglycosyleerd hemoglobine en parodontitis

Maxime Van Looveren
De bidirectionele relatie tussen diabetes type 2 en parodontitis.
Beide aandoeningen komen zeer frequent voor in de samenleving en beïnvloeden elkaar.
Tijdige diagnose en behandeling kan levens redden!

Persistent genital arousal disorder bij vrouwen: een systematische literatuurstudie

Ina Van Ransbeeck
In deze masterproef wordt het voorkomen van ‘persistent genital arousal disorder’ (PGAD) bij vrouwen belicht. PGAD is een voorbeeld waarbij er een dissociatie bestaat tussen de genitale en psychologische seksuele respons. Dit heeft vaak fysieke en psychologische gevolgen en dus een negatieve invloed op het welzijn van de vrouw. In mijn scriptie ga ik op zoek naar de oorzaken van deze aandoening waarover consensus bestaat binnen de literatuur, alsook naar mogelijke behandelingen.

Changes in taste perception in patients with interstitial lung disease: The need for new diets and food products.

Viktor Proesmans
Welke voedingsstoffen hebben een effect op interstitiële longziektes, wat voor dieet kunnen we maken om mensen verder te ondersteunen in hun complex ziekteproces?

Gender en sport: Een exploratief onderzoek naar de sportparticipatie van transgender personen in Vlaanderen

Sien Heirweg
Een mixed methods onderzoek, bestaande uit een online survey en diepte-interviews, dat een eerste blik werpt op de sportervaringen van transgender personen in Vlaanderen.

Methanolyse als een chemische recyclagemethode voor bisguaiacol-gebaseerde polycarbonaten

Benjamin Vermeeren
Dit onderzoek kadert in de transitie van een lineaire naar een duurzame circulaire polycarbonaat economie. Base-gekatalyseerde methanolyse wordt naar voor geschoven als de meest geschikte chemische recyclagemethode voor bisguaiacol-gebaseerde polycarbonaten.

Onderzoek naar medische terminologie en wat leken ervan begrijpen

Vincent Cochez
In dit onderzoek werd er nagegaan hoe goed mensen zonder medische kennis medische terminologie begrepen. Hiervoor werd er een specifieke test ontwikkeld die ook rekening hield met het opleidingsniveau en het feit of mensen al dan niet ooit Latijn of Grieks hadden gestudeerd.

Psychological well-being and self-image in children and adolescents with gender dysphoria in relation to the transition process

Justine Janssen Jolien Laridaen Martine Cools
Meer en meer kinderen en adolescenten met genderdysforie raadplegen professionele hulpverlening voor psychologische en medicamenteuze opvolging. Deze therapieën worden aangewend om het lijden te verzachten en de transitie naar het andere geslacht te vergemakkelijken. Maar, weinig is bekend over de effecten van deze medicamenteuze behandelingen op de emotionele beleving en het zelf-beeld van de patiënten. Deze scriptie heeft als doel verschillende aspecten van emotioneel functioneren en zelfbeeld te evalueren bij kinderen en jongeren met genderdysforie na opeenvolgende fases in de transitie. De ultieme doelstelling van deze studie bestaat erin te komen tot een optimale ondersteuning van kinderen en jongeren met genderdysforie in hun transitie.

Evaluatie van de kennis rond zwangerschapsdiabetes en evaluatie van de (groeps)educatie voor zwangerschapsdiabetes: de ELENA studie

Caro Minschart
De behandeling van zwangerschapsdiabetes is een arbeidsintensieve discipline en de wereldwijde toename van het aantal zwangere vrouwen met deze aandoening brengt uitdagingen met zich mee om de hoogwaardige zorg te behouden. Een waardevolle oplossing om met deze toenemende werkdruk om te gaan, zou de organisatie van groepseducatie kunnen zijn.Deze studie is daarom gericht op het evalueren van de tevredenheid van vrouwen over (groeps)educatie en de behandeling in het algemeen, hun kennis van zwangerschapsdiabetes en of de diagnose geassocieerd wordt met gevoelens van depressie en angst.

INVLOED VAN CYTOCHROOM P450 2D6 (CYP2D6) GENOTYPE OP HET THERAPEUTISCH EFFECT VAN TAMOXIFEN ALS ADJUVANTE THERAPIE BIJ BORSTCARCINOOM

Kristien Rycek
Onderzoek naar de invloed van het CYP2D6-genotype op het therapeutisch effect van tamoxifen bij borstcarcinoom. Er werd geconcludeerd dat genetisch onderzoek niet kan worden gebruikt om het effect van een hormoonbehandeling te voorspellen. Als alternatief kan gekozen worden om plasmaconcentraties in het bloed te monitoren om zo over te gaan tot een persoonlijke dosis per patiënt.

Selectieve synthese, oestrogene activiteit, copolymerisatie en katalytische isomerisatie van bisguaiacol F (BGF) regioisomeren

Dieter Ruijten
Bisguaiacol F (BGF) en zijn regioisomeren zijn onderzocht als veiliger en duurzamer monomeer voor polycarbonaat synthese ter vervanging van de hormoonverstorende bisfenolen. Hiervoor is de synthese van para,para'-BGF vanuit guaiacol en vanillyl alcohol geoptimaliseerd. Verder is de copolymerisatie en de zuur gekatalyseerde isomerisatie van de twee voornaamste BGF regioisomeren (para,para'- en meta,para'-BGF) bestudeerd.

Digging into the genetics of high responders

Sari Daelemans
Vijfentwintig procent van alle vrouwen ‘in vitro fertilisatie’ (IVF, ook wel gekend als proefbuisbaby’s) gebruikt om zwanger te raken. Hierbij krijgen zij een reeks inspuitingen met hormonen die ervoor zorgen dat er meer dan één goede eicel rijpt die maand om die nadien te bevruchten in het lab. Maar sommige vrouwen reageren hier heel slecht op met soms levensbedreigende gevolgen.

The effects of chronic oxytocin treatment in a mouse model of delayed brain development

Carmen Winters
Het effect van een chronische oxytocine behandeling op sociaal en cognitief gedrag werd getest in een muismodel voor vertraagde hersenontwikkeling (Pax-6 heterozygote mutant).

Clinical management of Staphylococcus aureus bacteremia – an updated proposal of protocol

Pieter Sinonquel Willy Peetermans
Nieuw protocolvoorstel ter management van een Stafylococcus aureus bacteriëmie

The urse of tranexamic acid in pregnant women in the prevention and management of postpartum bleeding

Sabine Thieren
Postpartum bloeding is één van de belangrijkste doodsoorzaken van maternele sterfte wereldwijd. Tranexaminezuur, een antifibrinolyticum dat in de cardiale chirurgie en traumatologie gebruikt wordt, zorgt voor minder bloedverlies peroperatief. De scriptie vergeleek verschillende studies en onderzocht de effectiviteit en mogelijke complicaties van het gebruik van tranexaminezuur bij pasbevallen vrouwen. Tranexaminezuur zorgt minder bloedverlies na de bevalling en draagt bij tot een lagere mortaliteit postpartum.