Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Affective profiles of individuals who committed internet-facilitated sexual offenses

Ella Ballière Lara Wauters
In de literatuur wordt vaak geopperd dat online seksuele delinquenten beschouwd worden als een groep met aparte kenmerken, los van de kenmerken van hand-on seksuele delinquenten. Echter is onderzoek naar online seksuele delinquenten schaars. Daarbij is weinig geweten over de affectregulatie van online seksuele delinquenten en of zij gebaat zijn bij dezelfde emotieregulatietraining die vaak wordt gebruikt voor hands-on seksuele delinquenten.

Deze studie wil, door middel van vragenlijsten, onderzoeken of experiëntiële vermijding, problemen met affectregulatie en seks als coping, het plegen van hands-on en online seksuele misdrijven (mede) zou kunnen verklaren. Dit zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van bestaande tertiaire preventieprogramma's voor online seksuele delinquenten in plaats van ze op dezelfde manier te behandelen als hands-on seksuele delinquenten.

In lijn met onze hypotheses zagen we dat het gebruik van experiëntiële emotieregulatie door emoties te erkennen, begrijpen en te uiten, de kans op het plegen van hands-on seksuele delicten significant verlaagt. Aan de andere kant lijkt het onderdrukken van emoties de kans op hands-on seksuele misdrijven juist te vergroten. Dit impliceert dat inzetten op adaptieve emotieregulatievaardigheden binnen de behandeling van hands-on seksuele delinquenten essentieel is.

De impact van de politiecultuur op de carrièreontwikkeling van vrouwelijke politiefunctionarissen

Céline Tronquo
In deze masterproef wordt de hypothese gesteld dat er binnen de politionele wereld sprake is van een gender bias en dat de doorstroom van vrouwelijke politiefunctionarissen naar de hogere kaders niet evident zijn. Door middel van een literatuurstudie en scoping review wordt er dieper ingegaan op het carrièreverloop van vrouwelijke politiefunctionarissen. Hierbij wordt er meer bepaald aandacht gegeven aan de obstakels en uitdagingen waarmee vrouwelijke politiefunctionarissen geconfronteerd worden. Ook wordt er stilgestaan bij het gegeven of de mogelijke (dominante) politiecultuur -cult of masculinity- hier een rol in speelt.

Clinical characteristics and treatment approaches in patients with Susac syndrome: a scoping review of cases

Robin Stinissen Eldar Tukanov Martin Wyckmans Jeroen Kerstens Barbara Willekens
Het Susac-syndroom (SuS) is een zeldzame ziekte die wordt gekenmerkt door slechthorendheid, visuele stoornissen en encefalopathie. De aard van de ziekte lijkt auto-immuun en hiervoor worden verschillende immunosuppressieve behandelingen toegepast. Echter ontbreekt er een evidence-based behandelingsaanpak. Deze scriptie geeft een overzicht van de patiëntkenmerken, het ziektebeloop en de variabiliteit in behandelingspatronen die de afgelopen 10 jaar werden toegepast.

A REVIEW OF THE HISTORIES PRESENTED IN RECENT LITERATURE ON HORIZONTAL ORGANIZATION. Finding common grounds for research into commons, cooperatives, participation and self-organization

Dries Van de Velde
A systematic and chronological overview of contemporary literature on horizontal organization (HO) is given; organizations with less hierarchy, more autonomy for the participants and tools for shared decision-making power: commons, cooperatives, participation/co-production and self-managing teams and organizations. This literature shows an evolution from 1900 towards an increasingly broad cultural understanding of organizations within the organizational sciences: at first the focus was only on the needs of the organization, nowadays a paradigm prevails that increasingly incorporates the needs of the participants and environmental factors.

The potential impact of banning titanium dioxide in the development and use of medicinal and self-care products: a scoping review and semi-structured interviews

Margot Suetens
Titaniumdioxide (TiO2) is een wijdverspreid ingrediënt in allerlei producten gebruikt voor het ondersteunen van de gezondheid van de mens. Sinds februari 2022 is het verboden in voeding in de EU. Aangezien in de EU de wetgeving voor het gebruik van additieven in geneesmiddelen zich baseert op de toegelaten voedingsmiddelenadditieven, had dit een rechtstreeks gevolg op het gebruik in geneesmiddelen. Hoewel de Europese Commissie voorlopig het gebruik van TiO2 toelaat in geneesmiddelen, dient het EMA een evaluatie uit te voeren tegen april 2024, waarna de Europese Commissie deze beslissing zal herevalueren. Onvoldoende wetenschappelijk bewijs en tegenstrijdige studieresultaten zorgen ervoor dat de orale toxiciteit van TiO2 een omstreden kwestie blijft. Aangezien TiO2 in veel orale geneesmiddelen aanwezig is, zou een verbod een enorm aantal producten treffen. Daarom was meer onderzoek nodig, startende met het in kaart brengen van de bestaande literatuur om een beter inzicht te krijgen in de reeks producten die beïnvloed zouden zijn. Verder was het nodig om de impact te schetsen die een mogelijk verbod zou hebben. Om deze kwestie te verduidelijken, waren meer empirisch onderbouwde inzichten uit de literatuur nodig, evenals meer inzicht in de standpunten van belanghebbenden. Hoewel eerder onderzoek naar de veiligheid van TiO2 plaatsvond, werd er geen onderzoek gedaan met als doel inzicht te verschaffen in de meningen van de verschillende belanghebbenden en hoe zij geïmpacteerd zouden zijn als een verbod zou worden ingevoerd. Belangrijke belanghebbenden zijn de zelfzorg- en farmaceutische industrie, academische onderzoekers, handelsorganisaties zoals EFPIA en AESGP, patiënten en patiëntenorganisaties, regelgevers, beleidsmakers, overheidsinstanties, artsen en apothekers. Deze inzichten waren nodig omdat al deze belanghebbenden beïnvloed zouden worden door een mogelijk verbod op TiO2. Bijgevolg kunnen ze verschillende perspectieven en prioriteiten hebben, wat kan resulteren in verschillende meningen. Daarom was het belangrijk om inzicht te verschaffen in hun visies, zodanig de nodige toekomstige stappen omtrent deze problematiek in kaart werden gebracht en adviezen werden geformuleerd.

Transgenderidentiteit en christen-zijn. Visies op een complexe zoektocht.

Sofie Maenhout
Dit onderzoeksrapport heeft als doel om de dialoog aan te gaan rond transgender personen en de christelijke
gemeenschappen in relatie met de huidige wetenschappelijke literatuur.

How do physical features affect the online credibility of Instagram influencers?

Lotte Remue
Waarom lijken bedrijven altijd voor knappe modellen en influencers te gaan, en is dat wel de slimste optie?
In deze scriptie wordt het begrip 'aantrekkelijkheid' onder loep genomen, en wordt gekeken hoe uiterlijke kenmerken onze geloofwaardigheid beïnvloeden.

eHealth generated patient data in an outpatient setting after stem cell transplantations: a scoping review

Jolien Van Opstal
Een hematopoïetische stamceltransplantatie (HCT) kan potentieel maligne en niet-maligne aandoeningen genezen, maar blijft geassocieerd met een reeks complicaties en comorbiditeiten, waardoor levenslange opvolging nodig is. Aangezien het gebruik van eHealth recent aan populariteit gewonnen heeft, exploreren we hier aan de hand van een scoping review het eHealth-veld na stamceltransplantatie. Er werden 22 artikelen (13 full text artikelen en 9 abstracten) geïncludeerd in deze review. De grote meerderheid van de artikelen waren piloot- of haalbaarheidsstudies (n=18, 81.8%), en werden gepubliceerd tussen 2016 en 2021 (n=16, 72.7%). Patiëntgerapporteerde uitkomsten waren de meest populaire gerapporteerde eHealth-interventies (n=13, 59.1%), gevolgd door monitoring van vitale parameters (n=5, 22.7%), en draagbare spirometrie (n=3, 13.6%), voornamelijk in de vroege post-transplantatiesetting. De geïncludeerde studies demonstreerden een gunstige haalbaarheid, en grotere en gerandomiseerde studies zijn nodig om formele conclusies te trekken over de impact van eHealth op HCT-uitkomsten en over de beste manieren om eHealth in de klinische praktijk te integreren.

Gipsen, is het zo eenvoudig als het lijkt?

Zohra Claes
Deze bachelorproef gaat over het belang van het correct aanleggen van een spalk op een spoedgevallendienst.

Stimulating preschoolers' early literacy development using educational technology: A systematic literature review

Genica Fae Bautista
Is educatieve technologie effectief in het stimuleren van de vroege leesontwikkeling van kleuters? Zo ja, welke kenmerken zijn geassocieerd met de effectiviteit ervan? Via een systematische analyse van 60 internationale studies onderzoekt deze scriptie de potentiële effectiviteit en meerwaarde van educatieve technologie bij het leren lezen van kinderen.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

Using Machine Translation for Translation and Audiovisual Translation, a Casestudy

Diede De Vuyst
Deze thesis doet onderzoek naar het gebruik van machinevertaling voor vertalingen van
teksten en audiovisuele vertalingen. Het onderzoekt of machinevertaling autonoom kan worden
gebruikt, wat de sterktes en zwaktes zijn en hoe andere tools of gebruiken nuttig kunnen zijn in het
vertaalproces.

Fact or fake? Een kwantitatief online survey onderzoek naar het vertrouwen in online nieuwsberichten

Stephanie D'haeseleer
The question of what constitutes truth today is in debate. In particular, young people seem to have difficulties in verifying the information they encounter online. The digitization means an increasing prevalence of fake news on digital media platforms. This becomes a problem because research has shown that young people mainly consume news that they find online. Fake news raises questions concerning the extent to what young adults trust news online. With this in mind, this master’s thesis focuses on: ’What role do fake news production and dissemination have on trust in news on digital media platforms among Flemish young adults?’

In the literature review, the context is given in which fake news could occur. Understanding this media phenomenon has become more important because denoting everything as fake news can cause potential implications such as damage to the reputation of people, obscuring public debate, or influencing political decisions.

For this master’s thesis, an online quantitative survey was conducted. The attitude of 279 respondents aged between 18-34 in Flanders was measured by a multiple regression analysis. The results show that age and social media contacts play a significant role in the trust of young adults in online news.

Furthermore, the study finds significant correlations between social media features and trust in online news as well as between trust and the extent they interact with online news.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Tackling CLIL challenges: a digital perspective

Nathan Van Herck
Deze scriptie start met een overzicht van de theorie over CLIL en beklemtoont een gezonde, opbouwende kritiek van de CLIL-aanpak, die onderbelicht werd door de populariteit en hipheid van CLIL. Verschillende academische studies worden aangehaald (Bruton, 2011 en 2013; Dallinger, 2016) die de bewering ontkrachten dat CLIL "geen impact zou hebben op inhoudverwerving" (Spratt, 2011). Dallinger (2016: 30) gaat nog een stapje verder en constateert "een negatief CLIL-effect". Zoekende naar een remedie, stelt dit onderzoeksproject als hypothese dat digitale tools en 'flipping the classroom' kunnen compenseren voor het "negatieve CLIL-effect" (ibid.). Als methode werd eerst digitaal CLIL-materiaal ontwikkeld en vervolgens in de lespraktijk gebruikt van de Broederschool Humaniora in Sint-Niklaas. Daarna werden alle betrokken leerkrachten en leerlingen bevraagd over hun perceptie van het digitaal CLIL-materiaal. De resultaten waren gematigd positief: alle leerkrachten waren voorstander en 54,5% van de leerlingen gaf aan dat het digitaal materiaal hen hielp tijdens de les.

COMPUTATIONAL MODEL COMPARISON IN THE TWO-STEP DECISION-MAKING TASK

Frederik De Spiegeleer
Een veelgebruikte taak om beter te verstaan hoe mensen gebruik maken van doelgericht en gewoontegedrag werd recentelijk gesuggereerd niet optimaal te zijn om de balans tussen doelgericht en gewoontegedrag te meten. Wij wilden testen of dit het geval is en of we het gedrag in de taak beter kunnen begrijpen op een andere dimensie van gedrag. Het huidige onderzoek toont aan dat dit werkelijk het geval is en kaart aan dat toekomstig onderzoek een aantal factoren in rekening moet houden wanneer ze deze taak willen gebruiken.

Pre-eclampsie en het ontwikkelen van een autisme spectrum stoornis bij het kind: een systematische review.

Celine Vlerick Lana Hoebeke
Door middel van een literatuuronderzoek werd er onderzocht of vrouwen met pre-eclampsie tijdens de zwangerschap een verhoogde kans hebben op het krijgen van een kind met autismespectrumstoornis. Het werkingsmechanisme op de hersenontwikkeling wordt bondig uitgelegd. Bovendien kon de masterproef aantonen dat er een verhoogd risico op autismespectrumstoornis is.

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Heline Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.

A SENTIMENT ANALYSIS OF THE BEAUTY COMMUNITY TOWARDS QUEER BEAUTY GURUS’ YOUTUBE VIDEO TOPICS: THE CASE OF JEFFREE STAR

Dounya Lahmami
De meest populaire Beauty Gurus vandaag, maken deel uit van de LGBTQI+ community (Lesbisch, Gay, Biseksueel, Transgender, Queer & Interseks). Denk aan Jeffree Star of Nikkie Tutorials. Zij geven actief vorm aan de toekomstige beauty wereld. Toch is bestaand onderzoek naar queer Beauty Gurus zo goed als onbestaand. Daarom brengt dit onderzoek, met inclusie als focus, een meer genuanceerde benadering aan bestaand wetenschappelijk onderzoek over Beauty Gurus.

Deze studie heeft tot doel de sentimenten van het publiek ten opzichte van YouTube-video-onderwerpen van queer Beauty Gurus te bepalen. Een sentimentanalyse van 800 YouTube comments werd uitgevoerd.

The effect of prebiotics and probiotics on human memory: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials

Pieter-Jan Lenaerts
Deze scriptie onderzoekt aan de hand van een systematic review en een meta-analyse wat de effecten zijn van pre- en probiotica op het menselijk geheugen.

GEBRUIK VAN VALRISICO VERHOGENDE GENEESMIDDELEN, EEN RETROSPECTIEF ONDERZOEK MET FOCUS OP PSYCHOFARMACA BIJ PATIËNTEN OPGENOMEN VIA DE SPOEDAFDELING

Britt Ekendahl
Bepaalde klassen van geneesmiddelen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op vallen (o.a. geneesmiddelen die ingrijpen op het centraal zenuwstelsel). Ongeveer 60% van de ouderen die in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege een val gebruiken minstens één valrisico verhogend geneesmiddel (fall-risk increasing drug of FRID). In het kader van valpreventie zijn preventieve acties zoals afbouwen van FRIDs van belang.

Horen, zien en praten. "Een gezinswetenschappelijke visie op hoe we het welbevinden kunnen bewaken/verhogen van zowel de nieuwe bewoner als zijn familie bij een verhuis naar een wzc"

Nyiraneza Callaerts
Deze scriptie behandelt de vraag: 'Wat dient te worden aangepast aan de benadering van een wzc naar een nieuwe bewoner toe en hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven van die persoon gewaarborgd blijft of verhoogd wordt? Vanuit drie theoretische invalshoeken (zorgethiek, psychologie en sociologie) wordt getracht de onderzoeksvraag te verhelderen. Goede communicatie is de rode draad doorheen de scriptie, drie veranderingsstrategieën wordt beschrijven hoe de communicatie verbeterd kan worden.

How to Be a Good Gamer

Emily Schmitz
Good Gamer is een ethisch label dat met een eenvoudig puntensysteem slecht gedrag van gamers ontmoedigt en toxic gamers tracht te verheffen tot Good Gamers.

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Sanne Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.

Onderzoek naar de implementatie van medicatiereviews type 3 in de context van reumatoïde artritis

Kaat Stas
Voordat type 3 medication reviews (MR3’s) een volwaardige plaats kunnen krijgen binnen de farmaceutische zorg in Vlaanderen is het van groot belang dat de kwaliteit ervan wordt gewaarborgd. Deze scriptie onderzoekt de huidige kwaliteit van verslagen van MR3's bij reumapatiënten.