Als onbekenden thuiskomen in een ambigue ruimte. Hoe privatisering en inrichting van het publieke domein interetnisch contact beïnvloeden.

Lander
Debrabander

Integratie en publieke ruimte. Voorwaarden tot spontaan contact.

Een cultureel diverse samenleving, misschien zelfs een superdiverse samenleving, daar leven we in! Wanneer we rondom ons kijken zien we steeds meer mensen met een andere culturele achtergrond, die we, hoe we het ook draaien of keren, ontmoeten in de publieke ruimte. De regio incognita, de ruimte waar we ongehinderd onbekenden kunnen zijn, bij uitstek. Maar soms verlaten we deze gewoonte, om ons van elkaar af te keren.

En worden parken en pleinen de plaats bij uitstek om mensen met een andere culturele achtergrond te ontmoeten. Ontmoeten interpreteren we hierbij als een ruim begrip waarbij ook een knikje, een vriendelijke glimlach gezien worden als een vorm van wederzijds contact. Het contact tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond springt hierbij het meest in het oog omdat de culturele verschillen het contact bemoeilijkt. Dergelijke verschillen zorgen er namelijk voor dat beiden op een andere manier kijken naar het gedrag van de ander.

Toch zagen we, in de Brugse Poort te Gent, dat de manier en de mate van dit contact, tussen verschillende culturele groepen, verschilt naar gelang de context en de inrichting van de publieke ruimte. Er zijn twee elementen, die sterk met elkaar interageren, die aan de basis liggen voor deze verschillen.

De privatisering, de mate waarin een ruimte voor iedereen toegankelijk is, zorgt er ten eerste voor dat er bepaalde groepen uitgesloten worden uit een ruimte. De manier waarop dit gebeurt kan van economisch aard zijn. De aanwezigheid van cafés met bijhorende terrassen en consumptieverplichting bijvoorbeeld zorgt ervoor dat mensen tweemaal nadenken voor ze ergens plaats nemen. Anderzijds kan de privatisering ook van juridisch aard zijn. Wie grond bezit kan uiteraard een muur bouwen rond zijn stukje grond en zo mensen er de toegang tot ontzeggen. Tot slot zijn ook sociale barrières een belangrijk element. Ze duiden erop dat bepaalde groepen niet “welkom” zijn in een ruimte. Deze barrières uiten zich in de dominantie van bepaalde groepen maar evenzeer in de inrichting van de grenzen van de ruimte. Deze grenzen bevatten namelijk culturele symbolen van de dominante groep. Symbolen, zoals hekwerk, poortjes, haagjes,... die door de verschillende groepen anders worden geïnterpreteerd waardoor ze bepaalde mensen kunnen afschrikken.

Maar wanneer wordt deze toegankelijkheid optimaal voor contact tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond? Een volledige publieke ruimte zorgt niet direct voor veel contact omdat door de diversiteit, de mogelijkheden te groot zijn. Veelal overzien mensen de contact mogelijkheden niet en voelen ze zich door het ontbreken van herkenbare symbolen niet "thuis". In een te sterk geprivatiseerde publieke ruimte daarentegen is het tegenovergestelde waar, daar zien we dat door de sterke dominantie van één groep, de andere groepen er nauwelijks aan te pas komen. Een evenwicht vinden tussen beiden is dus essentieel. Een evenwicht tussen een gevoel van veiligheid, omdat de eigen groep aanwezig is, maar voldoende ongedwongen mogelijkheden om met andere culturen in contact te komen.

Privatisering heeft een invloed op het aantrekken van mensen maar het in elkaars nabijheid vertoeven is echter niet afdoende om elkaar te ontmoeten. Ook de inrichting van de publieke ruimte geeft een duwtje in de rug om de culturele verschillen die waargenomen worden te overwinnen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan hoe een speelterrein voor kinderen de ouders dichter bij elkaar kan brengen. De spelende kinderen vormen namelijk een gespreksonderwerp waardoor de culturele verschillen naar de achtergrond verschuiven. Maar ook zitbanken zijn een element die mensen een vertrouwde context geven om contact te maken.

De synergie tussen beiden vormt de sleutel om contact een duwtje in de rug te geven. Waarbij de mate van privatisering steeds gevarieerd en evenwichtig dient te zijn in de ruimte, en tussen verschillende publieke ruimtes.

Binnen een ruimte is het namelijk belangrijk dat de verschillende groepen, al dan niet dominant in de ruimte, een eigen plek kunnen creëren. De aanwezigheid van verschillende zones, die door middel van subtiele grenzen in de vorm van groen, verharding of zo van elkaar worden gescheiden kan hiervoor zorgen.

Maar ook de inrichting verdient de nodige attentie. Het integreren van speelelementen, hondenweides, zitmeubilair, … versterkt de mogelijk externe focus van interacties waardoor de angst voor intercultureel contact op de achtergrond raakt. Het samenspel tussen verschillende ruimtes en de inrichting is belangrijk omdat ze samen zorgen voor een ruimte met een zeker "thuis" gevoel en met elementen die het interculturele overstijgen. Waardoor we de kans op nieuwe bruggen tussen groepen, die van elkaar verschillen, vergroten.

Binnen de publieke ruimte is nog een derde element belangrijk, namelijk de activiteiten die er georganiseerd worden. Deze spreken meestal een specifieke groep aan maar zorgen voor langere contacten. Ze zijn dus niet zozeer belangrijk voor het slaan van bruggen maar kunnen op lange termijn de banden versterken.

Kijken we naar verschillende publieke ruimtes in elkaars nabijheid dan zouden deze de mogelijkheid moeten bieden om door verschillende culturele groepen gedomineerd te worden. Dit bereiken kan via groepsspecifieke economische voorzieningen, de invloed van ruimtelijke clustering van groepen of een groepsgericht inrichting van de ruimte.

Deze verschillende schalen, en de bijhorende ruimtelijke uitdagingen, zijn allen kleine puzzelstukje om intercultureel contact te voeden. Naast uiteraard andere maatregelen zoals taal, informeren over culturen enz. Het ruimtelijke luik blijft echter vaak onderbelicht in het hedendaagse debat over integratie. De stad, die de grootste plek wordt waar nieuwe, andere culturen elkaar ontmoeten, zal met zijn publieke ruimte een belangrijke rol spelen in het integratie vraagstuk. De vraag hoe het komt dat publieke ruimte soms publiek domein, een ruimte waar interactie is tussen verschillende groepen, wordt is hierbij essentieel.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015