Op audiëntie bij de aartshertogen: Franse diplomatie in het zeventiende-eeuwse Brussel

Kevin
Dekoster

Vraag aan honderd Belgen wanneer hun land voor de eerste maal onafhankelijk werd, en ze zullen u beleefd antwoorden dat de oorsprong van de Belgische natie teruggaat tot de revolutie van 1830. Weinigen zullen u echter kunnen vertellen dat onze gebieden reeds aan het begin van de zeventiende eeuw een korte periode van onafhankelijkheid kenden: in 1598 droeg de Spaanse koning Filips II de toenmalige Zuidelijke Nederlanden immers over aan zijn lievelingsdochter Isabella en haar echtgenoot, de Oostenrijkse aartshertog Albrecht. Op deze manier hoopte hij de opstandige Noordelijke Nederlanden (het huidige Nederland) te verleiden om zich terug met het zuiden te verenigen.

Sinds 1830 hebben talloze historici zich het hoofd gebroken over de aard van het aartshertogelijke regime, dat onze gewesten tot 1621 regeerde. Ging het hier om een vroege voorloper van het huidige België? Of was het slechts een kunstig vermomd Spaans marionettenregime? In mijn scriptie probeerde ik deze kwestie te benaderen van buitenaf. Via een studie van de correspondentie van de Franse ambassadeur Jean de Péricard, die zich in 1616 in Brussel kwam vestigen, wilde ik nagaan hoe men in Frankrijk naar het bewind van de aartshertogen keek en hoe de relaties tussen Brussel en Parijs evolueerden. Aangezien Brussel toen, net zoals vandaag de dag, een belangrijk centrum van de internationale diplomatie was, bood dit onderwerp ook de mogelijkheid om dieper in te gaan op enkele grote politieke kwesties uit deze periode.

Dominante moeders en opstandige edelen

Toen Péricard in september 1616 zijn intrek nam in Brussel, had hij meteen zijn handen vol aan problemen in Frankrijk. De hoge adel kwam in opstand tegen koning Lodewijk XIII en een burgeroorlog dreigde. Gelukkig kon de Franse monarchie rekenen op de steun van de aartshertogen. Aan het begin van de zeventiende eeuw maakte Europa immers een voor die tijd uitzonderlijk vredige periode door. De twee grote rivalen Frankrijk en Spanje begroeven de strijdbijl en sloten in 1615 zelfs een dubbele huwelijksalliantie. Albrecht en Isabella zetten zich hard in voor de vrede en dit leverde hun van Franse kant veel respect op.

De aartshertogen wonnen meteen het vertrouwen van de kersverse Franse ambassadeur door koning Lodewijk onvoorwaardelijk te steunen in de strijd tegen de opstandige adel en zijn dominante moeder, koningin Maria de’ Medici. Zo slaagde hij erin de rebellen te overwinnen. Omdat Lodewijk in de periode 1616-1621 met de ene opstand na de andere geconfronteerd werd, had hij er belang bij om goede relaties te onderhouden met de aartshertogen.

Een ongelijke ruil?

Daarnaast waren de aartshertogen voor Lodewijk echter ook interessant omwille van hun nauwe banden met het hof in Madrid: Isabella was immers de halfzus van koning Filips III. De Franse koning en zijn ambassadeur maakten dan ook handig gebruik van de vredelievende inborst van de aartshertogen om een matigende invloed op de Spaanse buitenlandse politiek uit te oefenen. Indien Frankrijk zich bedreigd voelde door agressieve acties van Spanje, zoals de bezetting van de Valtellina-vallei in Noord-Italië in de zomer van 1620, dan haastte Péricard zich naar de aartshertogen om hun bemiddeling in te roepen.

Kregen de aartshertogen ook iets terug voor deze steun? Bitter weinig als we Péricard mogen geloven. Lodewijk XIII werd teveel in beslag genomen door zijn eigen problemen om iets terug te kunnen doen voor Albrecht en Isabella. Wanneer de neef van Albrecht, keizer Ferdinand II, werd belaagd door opstandelingen in het Duitse Rijk, liet Péricard weten dat Lodewijk XIII moreel aan de kant van de aartshertogen en de keizer stond. In de praktijk hield Frankrijk zich liever afzijdig. Zo liet het de problemen echter aanzienlijk aanslepen. De gruwelijke Dertigjarige Oorlog (1618-1648), op destructief vlak vergelijkbaar met de Tweede Wereldoorlog, was hiervan het voornaamste gevolg.

Daarnaast leken de Fransen ook zeer cynisch te hebben gehandeld in hun verhoudingen met Brussel. Toen men op het einde van 1620 besefte dat Spanje steeds sterker aan het worden was in Duitsland en Italië, kreeg Péricard de opdracht om de verlenging van het Twaalfjarig Bestand (dat de aartshertogen in 1609 met de Noordelijke Nederlanden hadden gesloten) te saboteren. Péricard deed Albrecht en Isabella talloze beloftes van Franse steun indien het opnieuw tot een oorlog zou komen. Eenmaal de Nederlanders lieten weten dat ze oorlog verkozen boven vrede, schoof Frankrijk de uitvoering echter op de lange baan. De aartshertogen, die altijd op goede voet met Lodewijk XIII hadden weten te leven, werden dus het slachtoffer van het diplomatieke steekspel tussen Parijs en Madrid. In zijn brieven liet de meester-diplomaat Péricard blijken dat zelfs hij het moeilijk had met de Franse opstelling in deze kwestie.

Een gemiste kans?

Door de studie van Péricards correspondentie slaagde ik erin om toch wat orde te scheppen in het chaotische beeld dat van de Franse buitenlandse politiek anno 1616-1621 bestond. Lodewijk XIII was in deze periode vooral geïnteresseerd in het herstellen van de interne stabiliteit, en dit gegeven bepaalde compleet de betrekkingen met Brussel. Door goede relaties met de aartshertogen te onderhouden kon men hun steun inroepen tegen rebellen in Frankrijk zelf. Via hun bemiddeling in grote diplomatieke conflicten kon men een rem zetten op de Spaanse ambities zolang Frankrijk niet in staat was om gewapend van zich af te bijten.

Het is dus duidelijk dat het regime van de aartshertogen een belangrijke rol speelde in de ogen van Frankrijk en zeker niet zomaar als een simpele marionet van Spanje werd gezien. Péricard besefte dat de aartshertogen niet zomaar hun zin konden doen op diplomatiek vlak, maar hij zag goed in dat ze over een zekere manoeuvreerruimte beschikten. Toen Albrecht op 13 juli 1621 kinderloos overleed en de Zuidelijke Nederlanden terugkeerden onder de Spaanse Kroon, betreurde Péricard dan ook het einde van de onafhankelijkheid. Deze korte opmerking bewijst, meer dan honderd boeken of scripties zouden kunnen, dat de status van onze gewesten aan het begin van de zeventiende eeuw wel degelijk als een bijzonder experiment werd gezien, een experiment dat de geschiedenis van België een totaal andere wending had kunnen geven.

Download scriptie (1.39 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
René Vermeir
Thema('s)