Análisis del cuento Carta a una señorita en París de Julio Cortázar

Tim
Michielsen

Waarom wordt een Argentijn zo aangetrokken tot Parijs en Frankrijk in het algemeen?

Dit is een vraag die we helaas niet meer kunnen stellen aan de inmiddels overleden schrijver Julio Cortázar (1914-1984). Wel kunnen we aan de hand van zijn kortverhaaltjes zijn levensverhaal en zijn visie op de wereld onder de schijnwerpers plaatsen. Een kortverhaal dat zijn leven en visie goed samenvat, is ‘Brief aan een meisje in Parijs’ (oftewel ‘Carta a una señorita en París’). Dit verscheen in zijn eerste bundel, Bestiario (1951).

 

In dit kortverhaal schrijft een man (Cortázar zelf?) een brief aan een meisje dat zich  -logischerwijze- in Parijs bevindt. Deze man verblijft in het appartement (in Argentinië) van dit meisje. Hij noteert dat hij konijntjes braakt. Alleen kan hij niet zeggen waarom… Wel zegt hij dat ze goed verzorgd worden, alhoewel ze, eens volwassen geworden, het hele huis overhoop halen. Dit is voor hem het grootste probleem (voor de lezers zullen dat met grote waarschijnlijkheid de konijntjes zelf zijn). Bijgevolg probeert hij de schade aan de woning te herstellen, wat maar moeizaam lukt. Op het einde van zijn brief lijkt hij zelfmoord te plegen. We gebruiken het werkwoord lijken, omdat dit slechts gesuggereerd wordt. Hierdoor weten we niet of het meisje, Andrée genaamd, zijn brief tijdig zal kunnen lezen…

 

In dit kortverhaal sprongen de volgende thema’s in het oog: het leven in een omgekeerde wereld, de visie over de te rationalistisch ingestelde samenleving, het spel van aanwezigheid en afwezigheid en het fluwelen taalgebruik.

 

Met een omgekeerde wereld bedoelen we dat Cortázar in ‘Brief aan een meisje in Parijs’ alles op zijn kop zet. Ten eerste beschrijft hij het hoofdpersonage op een nogal vreemde manier. Deze man kan namelijk konijntjes braken. Hoewel dit heel bizar klinkt, is dit toch niet het belangrijkste in dit verhaal. Belangrijker is te weten dat een MAN konijntjes braakt. Met andere woorden, het is een MAN die kinderen baart! Normaal gezien kunnen alleen vrouwen dit, maar in dit kortverhaal is voor dubbelzinnigheid een grote rol weggelegd. Daarnaast lijkt de man te leven op twee ritmes. Langs de ene kant leeft hij in de wereld van het alledaagse, van de gewone mensen, van werken in het daglicht. Langs andere kant leeft hij in de wereld van de konijntjes. Deze eisen hem én de nacht voor zich op. Het zijn namelijk nachtdieren. Overdag slapen zij en ’s nachts leven zij. En bij leven hoort natuurlijk voedsel krijgen. Hierdoor moet de protagonist ’s nachts wakker blijven. Zo wordt zijn hele leven overhoop gegooid. Ten derde en ten laatste verwijzen we naar de naam van het meisje naar wie hij schrijft. In haar naam, Andrée, kan men het Griekse woord Andros herkennen, wat verwijst naar androgyn (= zowel mannelijk als vrouwelijk). Dus ook de vrouw in dit kortverhaal is een “dubbel” wezen. De wereld zoals wij die kennen, wordt hier duidelijk doorheengeschud…

 

Ten tweede leeft de protagonist in een wereld waarin het rationalistische denken een grote rol speelt. Dit is namelijk een allesoverheersende factor die geldt als de norm van onze samenleving. Overdag resideert hij in een wereld waarin het rationele aspect de norm is. ’s Nachts betreedt hij het pad, de weg naar het fantastische. Dit dubbelleven speelt een belangrijke rol in ‘Brief aan een meisje in Parijs’ omdat de auteur de te rationalistisch ingestelde maatschappij wil bekritiseren. Daarom grijpt hij terug naar het fantastische om als het ware te kunnen ontsnappen aan de grillen van de dagelijkse (dit dagelijkse kan soms vreselijk zijn) realiteit. Helaas slaagt de protagonist er niet om het evenwicht te bewaren tussen deze twee werelden. Zowel de konijntjes (het “fantastische”) en zijn werk (het “rationalistische”) eisen hem op. De spanning wordt zo ten top gedreven en hij ziet geen andere oplossing dan zelfmoord te plegen (dit wordt althans gesuggereerd in het kortverhaaltje).

 

Ten derde valt het op dat er in ‘Brief aan een meisje in Parijs’ een soort spel van aanwezigheid en afwezigheid is. We verklaren ons nader: in normale omstandigheden moet een brief opgestuurd worden naar iemand die niet dicht in de buurt is en dus afwezig is. Dit gebeurt echter niet, waardoor Andrée zelf pas de brief zal lezen als ze thuis komt. Eens thuisgekomen, zal ze weten dat de protagonist er niet meer is. Haar aanwezigheid zal dus in contrast komen te staan met zijn afwezigheid. Vervolgens kan men uit de woorden van de protagonist afleiden dat de ziel van Andrée in de woning aanwezig lijkt te zijn, terwijl zij in Parijs verblijft. De afwezige blijkt dus wel degelijk aanwezig te zijn. Deze aanwezigheid is volgens ons louter mentaal, aangezien de “fysische” Andrée in Parijs is. Hierdoor geraken de protagonist alsook de lezer –als je alles aandachtig leest- verzeild in een spel van aanwezigheid en afwezigheid.

 

Ten vierde en ten laatste verwijzen we naar het prachtige taalgebruik in Cortázars kortverhaaltje. Hij beschrijft de dingen op zulke mooie en tegelijk ook mysterieuze manier dat we ons in een andere wereld wanen. Dit is juist wat Cortázar wil bereiken. Hij wil ons de toegang verschaffen tot een andere wereld die we allemaal kunnen bereiken. Deze wereld staat los van het rationalistische denken. Door zijn taalgebruik stijgen we als het ware op naar deze wereld. Om maar een voorbeeld te geven:

 

Dat vaasje wegzetten is zoiets als een vreselijk onverwacht rood midden in een modulatie van Ozenfant; schilderachtige cadensen, alsof eensklaps de snaren van alle contrabassen tegelijk sprongen met dezelfde ontzettende zweepknal op het stilste ogenblik van een symfonie van Mozart. Dat vaasje verzetten verandert het spel van relaties in het hele huis, van ieder voorwerp met een ander voorwerp, van elk deeltje van hun ziel met de totaalziel van het huis en zijn verre bewoonster. En ik kan niet met mijn vingers dichtbij een boek komen, ik kan nauwelijks de lichtkegel van een lamp richten, het deksel van de pick-up opendoen, zonder dat een gevoel van uitdaging en belediging voor mijn ogen langstrekt als een vlucht van mussen. (Van Praag, J. A. & Barber van de Pol, Bestiarium. Amsterdam, Meulenhoff, 1984, p. 16)

 

Deze prachtige passage verliest wel een beetje van zijn kracht in het Nederlands, maar toch zal de lezer genoeg impact van dit magistraal geschreven stukje tekst voelen …

 

Zo, nu kent U ook het waarom van dit kortverhaaltje. Als U ooit konijntjes mocht braken, weet dan dat dit veroorzaakt wordt door het leven in een te rationalistische wereld. U zal dan tot het besef komen dat er meer is dan deze artificiële wereld. U blik zal verruimd worden en vervoerd worden naar een andere wereld, waarin het leven niet bestaat uit opstaan-werken-slapen, maar uit iets veel vrijer. Dit ‘vrijer’ mag U zelf invullen. De konijntjes (of andere wezentjes) zullen U hierbij helpen.

 

Download scriptie (239.95 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2007