Ben je nu feminist of nationalist? Gelukkig kiezen Koerdische en Sahrawi vrouwen voor beiden!

Camille
Demoulin

Vrouwen uit het Midden-Oosten die het voortouw nemen in de strijd voor de onafhankelijkheid van hun land én hun rechten. Velen zouden dit nog de uitzondering op de regel noemen, maar voor Koerdische- en Sahrawi vrouwen is dit wel een bekend gegeven. Sterker nog, zelfs de vrouwen die hun geboorteland hebben verlaten en nu deel uitmaken van de zogenoemde ‘diaspora’s’ in gastlanden zoals België en Spanje zetten hun strijd hiervoor vandaag met volharding verder. Er kunnen treffende gelijkenissen gevonden worden tussen beide vrouwelijke vrijheidsbewegingen, echter heeft eerder onderzoek deze vergelijking nooit gemaakt.

Sahrawi vrouwen op een manifestatie in Madrid

Onderzoek hiernaar is nodig, want binnen de sociale wetenschappen wordt te vaak de aandacht geschonken aan één soort strijd die vrouwen voeren. Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen met een Arabische of Midden-Oosterse afkomst. Bij deze groep wordt meermaals enkel nadruk gelegd op hun rol als slachtoffer of beeldt media hen af als machteloze, gesluierde vrouwen die geen invloed hebben binnen activistische of revolutionaire bewegingen. Door de nadruk te leggen op de intersectionele strijd van activistische Koerdische en Sahrawi, gaat dit onderzoek deze assumpties weerleggen en de sterkte en gelaagdheid waarmee hun activisme gepaard gaat, aantonen.

Intersectionaliteit naar het Engelse begrip *intersectionality is een sociologisch denkkader dat licht werpt op de unieke vormen van meervoudige discriminatie die een persoon kan ervaren op grond van diens sociale identiteit.

De focus van dit onderzoek ligt op het op zoek gaan naar het intersectioneel activisme dat Koerdische en Sahrawi vrouwen voeren. Hiermee wordt bedoeld dat zowel hun strijd voor vrede en onafhankelijkheid, alsook hun strijd voor meer aandacht naar vrouwenrechten bestudeerd wordt. In deze thesis wordt de focus gelegd op het feit dat ze deel uitmaken van een staatloze etnische minderheid én vrouw zijn. Door deze intersectionaliteit in acht te nemen, worden de verschillende motieven van het activisme van Koerdische en Sahrawi vrouwen onder de loep genomen. Een vergelijking tussen deze twee groepen resulteerde ook in een meer omvattende visie op een zeer complex onderwerp.

Wie zijn de Koerdische en Sahrawi bevolking?

De Koerden leefden oorspronkelijk als stammengroepen verspreid over het huidige Turkije, Irak, Syrië en een deel van Iran. Sinds het begin van de modernisering voeren zij een strijd tegen deze landen die hun identiteit niet erkennen. Op alle niveaus worden zij tot op de dag van vandaag gediscrimineerd en gemarginaliseerd, mede door het gebrek aan een erkenning van hun cultuur, zoals bijvoorbeeld taal. Vandaag vormen de Koerden dan ook de grootste staatloze groep ter wereld.

De Sahrawi leven al sinds het begin der tijden als nomadenbevolking in de regio van de Westelijke Sahara, dat in het Noorden grenst aan Marokko en in het Zuiden aan Mauritanië. In 1884 werd het gebied jarenlang gekoloniseerd door Spanje en na een mislukt proces van terugtrekking, kreeg Marokko de kans om met een repressief en militair beleid het gebied tot heden te bezetten.

Binnen beide groepen ontstonden er rond de jaren 80 vrijheidsbewegingen die zich wilden losrukken van het onderdrukkend beleid van de staten waaronder ze leefden. Voornamelijk omdat ze als ethnische minderheid gediscrimineerd werden en bijvoorbeeld geen onderwijs mochten volgen in hun eigen taal. Beide volkeren haalden hun inspiratie voor hun strijd uit Marxistische ideeën, en andere onafhankelijkheidsstrijden van die tijd zoals de Palestijnse en Vietnamese revoluties. De gelijkheid van man en vrouw staat zowel bij de Koerden als de Sahrawi bevolking centraal in de achterliggende ideologie van hun strijd.

Geen onafhankelijkheid zonder gelijkheid!

Door de treffende gelijkenissen die gevonden werden tussen de twee staatloze bevolkingsgroepen stond een vergelijkende studie ons toe om de (gelaagde) activistische rol van de vrouwen aan te tonen. De interviews met vrouwelijke Koerdische en Sahrawi activisten die voor dit onderzoek gevoerd zijn, brachten zeer interessante stellingen naar voren.

Zonder gelijkheid tussen man en vrouw in acht te nemen, kan er volgens hen niet gestreden worden voor een onafhankelijk land. Een onafhankelijke staat zal nooit werken als vrouwen steeds als minderwaardig beschouwd worden. Een onderscheid maken tussen nationalist of feminist zijn kennen de activistische vrouwen niet, want zij identificeren zich als Koerd-of Sahrawi én vrouw. Zij beschrijven de doelen van hun activisme dan ook als het bewust maken van de mensen rondom hun van de strijd die ze moeten voeren tegenover de verschillende fronten-en vijanden.

Om de intersectionele strijd nog meer te verduidelijken, kan een quote van een jonge Sahrawi activiste die protesten in Spanje organiseert, worden aangehaald:  

“Ik denk dat de bezetting van ons volk zijn geen excuus is om andere vormen van onderdrukking te vergeten.” 

Verder kwam uit alle interview voort dat de vrouwen het gebrek aan onafhankelijkheid en gelijke rechten wijten aan het kapitalistische systeem dat heerst in hun eigen land, maar ook in de diaspora waarin ze vandaag leven prominent aanwezig is en onlosmakelijk verbonden is met de patriarchale maatschappij. Kortom, tijdens de interviews identificeerden de activisten de verschillende soorten onderdrukking waartegen zij strijden en de ongelijkheden waarrond hun activisme draait.

Dit onderzoek heeft de verschillende onderling verbonden machtsongelijkheden aan het licht gebracht, evenals een erkenning dat deze verschillende onderdrukkende machtssystemen elkaar wederzijds versterken. Verder onderzoek hiernaar is essentieel om onderdrukkende systemen waar zowel etnische minderheden als vrouwen onder lijden aan banden te leggen. Daarbovenop is het conflict in de Westelijke Sahara een zogenaamd vergeten conflict, aangezien zowel onderzoek als de mainstream media er weinig tot geen belang aan hechten. Met onderzoek te voeren naar groepen waarvan hun stemmen te vaak ongehoord blijven, krijgen ze hopelijk een groter gehoor naar de doelen die ze wensen te verwezenlijken. 

 

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Vjosa Musliu