ASPECTEN VAN ETHISCHE FOTOGRAFIE, Onderzoek naar de mogelijkheden van het medium fotografie om een bijdrage te leveren aan emancipatorische processen weerbaarheid en welbevinden.

Hilde
Braet

DE KRACHT VAN FOTOGRAFIE Hilde Braet Fotografie en ethiek. Het lijkt geen evidente combinatie. Met de evolutie van de digitale fotografie en de mogelijkheden van Photoshop roept fotografie op zich ook ethische controverse op. Jonge vrouwen, van nature al mooi, krijgen voor de reclame- of modefoto een slankere taille, een gavere huid, grotere ogen en langere benen. Een schoonheidsideaal waar niemand nog aan kan beantwoorden…. Anderzijds worden we via fotografie ook vaak met onze neus op de feiten gedrukt: schrijnende beelden uit hongerend Afrika of uit een overstroomd Pakistan… Maar dat is journalistiek, reportage en geen kunst… Of toch? Kan fotografie de mens en de wereld verbeteren? Kan fotografie ons helpen om weerbaarder en gelukkiger te worden? Kan het een middel zijn om mensen hun eigenwaarde terug te geven? Bestaat dit soort fotografie en wie is er mee bezig? Wat zijn de mogelijkheden van dit soort fotografie voor de toekomst? Dat waren de onderzoeksvragen die fotografe en cultuurwetenschapster Hilde Braet zich stelde voor haar masterproef Aspecten van ethische fotografie; onderzoek naar de potentie van fotografie om weerbaarheid en geluk te stimuleren. Sinds het ontstaan van de fotografie in 1839 speelt de vraag of fotografie kunst of techniek is. Vandaag is deze vraag niet meer van belang. Fotografie heeft haar plek in de (kunst)wereld verworven omdat ze anders is dan de andere media. Fotografie verwijst naar de werkelijkheid maar ze is het niet. Een foto is een momentopname, een beeld dat bepaald is door de werkelijkheid maar evengoed door de visie van de fotograaf. Intussen beseft men dat “de” fotografie niet bestaat. Wel een veelvoud aan fotografieën. Fotografie kan gebruikt worden als doel, waarbij de foto als eindproduct telt. Voorbeelden hiervan zijn de foto’s in de artistieke wereld. Ook in de commerciële fotografie (reclame, mode…) primeert de foto als eindproduct. Met deze soorten fotografie is iedereen inmiddels vertrouwd ook al is de realiteitswaarde van de beelden soms ver te zoeken. Braet is als fotografe vooral geïnteresseerd in de fotografie als middel. In haar studie onderzoekt ze het werk van fotografen die de fotografie inzetten om mensen zelfstandiger en gelukkiger te maken. Zo beschrijft ze het werk van Achinto Bhadra die in opdracht van Terre des Hommes, een ngo die zich inzet voor de kinderrechten in de derde wereld, portretten maakt van verlaten en mishandelde meisjes in Calcutta. Hij laat de meisjes beslissen hoe ze gefotografeerd worden. Ze kiezen zelf hun kostuum en rekwisieten om hun “andere ik” in beeld te brengen en ontdekken zo andere aspecten van zichzelf. Het resultaat zijn beelden waarin de meisjes hun pijn en woede in kracht en hoop omzetten. Een ander voorbeeld is het werk van Wendy Ewald. Op haar reizen door landen als India en Columbia wordt ze geconfronteerd met armoede en uitsluiting. Kinderen die daar opgroeien zijn vaak ongeletterd en kunnen daardoor hun verhaal niet kwijt. Daarom ontwikkelde Ewald de LTP methode: Learning trough Photography, waarbij analfabete kinderen beelden maken van hun omgeving en zo hun dromen en gevoelens verbeelden. Zelf organiseert Braet workshops waarbij ze fotografie als middel gebruikt. Als fotografe heeft ze ervaren dat een goed portret iemand gelukkig maakt en zelfvertrouwen geeft. In een eerste project met het UZ van Gent, gaat Braet op zoek naar de mogelijkheid om via fotografie kinderen met kanker weerbaarder en gelukkiger te maken. Het gaat om jongeren die letterlijk en figuurlijk littekens overhouden aan hun ziekte. Ze hebben hun haar, een oog, een been verloren. Ze vinden het moeilijk om te praten over zichzelf. Vooral pubers ervaren de gesprekken met therapeuten, dokters en ouders als geforceerd en klappen dicht. Braet laat de kankerpatiëntjes een zelfportret maken om hun de kans te geven zich met, of ondanks, hun littekens als persoon en niet alleen als zieke aan hun omgeving te tonen. Voor de meeste kinderen betekent dit een overwinning op hun ziekte en zichzelf. Ze zijn enthousiast als ze de foto’s mee naar huis nemen. Foto’s die meer tonen dan 1000 woorden. Voor een tweede project werkt Braet met vrouwen tussen de 45 en 61. Een leeftijdsgroep die geconfronteerd wordt met vooroordelen over de ‘overgangsjaren’ en daardoor kwetsbaar is. Tijdens een ontspannen fotosessie laten de vrouwen een portret maken door fotografe Hilde Braet of maken, in alle intimiteit, een zelfportret. In beide gevallen tonen ze zichzelf zoals ze willen zijn. Ook bij hen is het resultaat positief. Ze beseffen dat ze nog altijd fier en zelfzeker door het leven mogen gaan. Ook al beantwoordt de foto niet aan het schoonheidsideaal: het gaat erom wat ze als mens uitstralen. Fotografie is een westerse uitvinding. De ontdekking ervan ging gepaard met het veroveren van de wereld. West-Europeanen en Amerikanen gebruikten de fotografie om andere volkeren die ze door ontdekkingsreizen en kolonisatie leerden kennen, in beeld te brengen en aan de wereld te tonen. Tot op vandaag heeft deze beeldvorming van The Majority World haar ethische dimensie. De koloniale blik dringt door in de eigentijdse reisfotografie via postkaarten en reisbrochures. Toeristen laten zich nog altijd graag met halfnaakte, vaak geïmproviseerde, ‘primitieven’ fotograferen. De koloniale visie overheerst ook in de manier waarop ngo’s in hun brochures ‘de arme landen’ voorstellen. In hun campagnes tonen ze foto’s die het accent leggen op armoede en ellende. Dit schept een eenzijdig beeld van het overgrote deel van de wereldbevolking, die zichzelf hierin meestal niet herkent. Ze zijn immers meer dan alleen maar ‘arm’. Oorzaak van deze beeldvorming zijn volgens Braet de westerse fotografen die de media blijven domineren. Daarom stelt zij een Fair Trade- fotografie voor waarbij lokale, opgeleide fotografen via eigen foto-agentschappen hun beelden wereldwijd verspreiden tegen een billijke vergoeding. Op die manier kan The Majority World werken aan haar eigen emancipatieproces van binnenuit: de mensen weerbaarder, zelfbewuster en gelukkiger maken. Hoewel Braet beseft dat het moeilijk is om het effect van fotografie op het zelfbeeld en de zelfwaardering op lange termijn te meten, stelt ze vast dat werken met beelden heel stimulerend kan zijn. Anders dan de taal die vaak gedomineerd wordt door het machtsjargon van gezagsdragers, heeft fotografie meer interpretatiemogelijkheden. Precies daardoor kan fotografie effectief mensen helpen om zich gelukkiger, weerbaarder en zelfbewuster te maken. In haar onderzoek noemt ze dit soort fotografie ‘Instrumentele Fotografie’. Als fotografe wil ze in de toekomst de mogelijkheden van de ‘Instrumentele Fotografie’, als weergave van de werkelijkheid of als technisch medium, verder onderzoeken. Als cultuurwetenschapster heeft ze in haar masterproef in elk geval duidelijk aangetoond dat fotografie een krachtig medium is waarvoor zeker een ethische functie is weggelegd.

Deze scriptie is vanaf september te koop bij Uitgeverij Garant onder de titel De kracht van een foto. 

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2010