Backspace, een project ter stimulatie ven Netkunst

Joke
Vangheluwe

Backspace (1996-1999)

een project ter stimulatie van Netkunst

Joke Vangheluwe

 

We schrijven 1994. Internet veroorzaakte een pré-dotcomboom, de voorbode op de commerciële doorbraak in 1999. Het Net werd op die moment nog bekeken als een opwindende spelruimte met op sociaal en cultureel vlak vele voordelen. Er kon een andere economie, een andere wereld op gepromoot worden. Het spreekt voor zich dat ook kunstenaars aangetrokken waren tot deze nieuwe vrijruimte waar men niet gebonden was aan de drie dimensionaliteit van de reële wereld. Een nieuwe telg van de plastische kunsten was geboren… de Netkunst.

 

Netkunst is kunst, specifiek geconcipieerd voor het Internet en zijn technologische omgeving. Een analyse wijst uit dat de meeste van haar eigenschappen echter niet nieuw zijn. Het is de combinatie die de vorm zo bijzonder maakt. 

Netkunst krijgt ‘interactiviteit’ als bijzonderste eigenschap toegedicht. De gebruiker zou zelfs in die mate kunnen participeren zodat er een gedeeld auteurschap ontstaat. Dit blijft helaas een mythe.

De eigenschap ‘globaliteit’ wordt meer recht toegedaan. De werken zijn aan geen enkele geografische of tijdsgrens meer gebonden. Zowel in India als in New York kan men hetzelfde kunstwerk bekijken, op hetzelfde moment.

Hoewel in de twintigste eeuw verschillende kunststromingen geprobeerd hebben om het kunstwerk te ontdoen van zijn materialiteit, is er geen enkele hierin geslaagd. Door haar vorm, die bestaat uit puur data, kan de Netkunst een stapje verder gaan. Ook is Netkunst ‘rather an experience than a physical object’ (Nam June Paik).

Het Net is ook interessant voor kunstenaars door zijn multimediale mogelijkheden. Sinds Mosaic, kan men muziek en stilstaand beeld combineren met video, dialoog,…

Aangezien het Net geen louter artistieke ruimte is, moet de gebruiker zelf bepalen wat kunst is en wat niet. Deze egaliteit doet zich ook voor op professioneel vlak. Ontwikkelaars zijn kunstenaars, ingenieurs designers en vice versa. Het maakt niet meer uit wat het is en wie je bent.

Ten laatste is Netkunst gefundeerd op de eigenschap ‘connectiviteit’. Alles is gebouwd op de verbinding tussen verschillende personen, plaatsen,…

 

In de wereld van de Netkunst zijn Netkunst- of Netcultuurprojecten, zoals Backspace, niet weg te denken. Ten eerste creëerden deze eerlijke en creatieve initiatieven, zoals Backspace, een omkadering om kunstenaars en hun projecten te steunen onder andere door hun sites te hosten en hun diensten aan te bieden. Dit was welkom aangezien Netkunst, zoals elke kunstvorm die in zijn kinderschoenen staat, geen directe ingang vond in de geïnstitutionaliseerde kunstwereld. Dit komt ook door de eigenschappen van de vorm. Men kan Netkunst niet tentoonstellen, niet archiveren, niet verkopen, niet conserveren.

Niet alleen als ondersteuning zijn deze Netkunstprojecten bijzonder, maar ook omdat deze projecten kunnen beschouwd worden als Netkunst zelf.

 

Netkunst- of Netcultuurprojecten, een analyse

Over Netkunst is weinig bekend, laat staan over Netkunstprojecten. Door veldonderzoek werden er toch enkele gelijke kenmerken opgetekend.

Backspace en soortgelijke projecten werden voornamelijk midden jaren negentig opgestart door artiesten, in de sfeer van het Internet als creatieve vrijruimte. De projecten zijn het beste te omschrijven als platforms, met vaak een fysieke en virtuele ruimte waar ‘leden’ elkaar konden ontmoeten, elkaar hun werk tonen,… Dit sociale aspect binnen deze projecten is niet te onderschatten. Netwerkvorming en gemeenschapsgevoel vormden de basis van de meeste projecten.

Backspace lijkt een moderne vorm van een kunstenaarskolonie of kunstenaarsgroepering. Ze deden alles zelf, van de financiële kant tot het administratieve. De meeste initiatieven zijn ofwel een stille dood gestorven of zijn opgelost in het subsidieaanbod. Dit laatste houdt in dat ze een groot deel van hun origineel karakter en hun voeling met het veld verloren.

Andere principes waarop Netkunst- en Netcultuurprojecten zich baseerden, kwamen reeds voor in Nieuwe Media projecten. Hier ontstond ook een massieve zelfgenerende cultuur waarin men initiatieven opstartte rond technologie, open werkruimte, toegankelijkheid, het procesmatige,… Met de Netkunstprojecten kwam het Internet centraal staan. De serverruimte werd als een uitbreiding van de publieke ruimte beschouwd. Vandaar dat de vrije toegang tot het Net en het ter beschikking stellen van materiaal zo belangrijk was. ‘When you have to pay for it, it is simular to charging people for walking on the street.’ (Micz Flor van YourServer) Iedereen die wilde, kon de mogelijkheden van het Net ontdekken en zich uiten via technologie. Qua selectie van de projecten, getoond op de art server (een portaal voor een diversiteit van werelden), rekenden de oprichters op het buttom-up principe van de zelfselectie.

 

Belangrijk is te weten dat de Netkunst- en Netcultuurprojecten in de marge stonden. In Europa kon je er maximum één vinden in elk land. Voor Engeland was dit Backspace. Het waren pioniers in het verenigen van kunst en digitale media op alle denkbare manieren.

 

Balanceren op de grens tussen kunst en omkadering

Backspace kan zeer geloofwaardig als kader beschouwd worden voor de vele experimenten die in de ruimte werden geconcipieerd. Tilman Baumgartel, gerenommeerd Netkunst theoreticus, beschrijft Backspace als: ‘Backspace was never an art project in and of itself…’ Maar klopt dit wel?

 

Op het Net is de grens tussen kunst en realiteit niet steeds even helder. Activisme, engagementen, stimulansen,… laten hun aard in het ongewisse. Ook Backspace beschrijven als ‘omkadering’ voelt beperkend aan.

Het ‘nieuwe genre van de publieke kunst’ versterkt dit vermoeden. Om het genre generaliserend samen te vatten, komt het neer op het aankaarten van een publiek onderwerp door creativiteit of kunst. Dit gebeurt niet door museumobjecten te concipiëren, maar door engagement. Het sociale proces staat centraal. Het publieke thema dat aangeklaagd werd in Backspace, was het democratisch recht op vrije toegang tot technologie en het Net voor elke persoon. Deze strijd werd steeds sterker omdat deze democratische ideeën bedreigd werden door de enorme commerciële Internetboom.

Ook enkele Netkunst theoretici versterken deze gedachte. Simon Pope interviewde James Stevens, oprichter van Backspace, in de reeks van ‘Network Artists’. Ook Pete Gomes, ex-‘lid’ van Backspace, noemde Stevens een kunstenaar. In plaats van een traditioneel medium hanteert hij systemen of netwerken om zijn kunst te creëren.

 

We kunnen besluiten dat aangezien er geen vaste definitie bestaat van Netkunst, dat Backspace kan aangevoeld worden als een Netkunstwerk, zeker met de Netkunsteigenschap ‘egaliteit’ in het achterhoofd.

De grenzen tussen kunst en het leven zijn zeer broos geworden. Sommige, zoals Backspace, staan werkelijk op de grens tussen beiden.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2003