Nieuwe eindtermen te hoog gegrepen?

Marlies
Tuttens
  • Sarah
    Sap

Hoe zal de eerste graad omgaan met de nieuwe eindtermen basisgeletterdheid? 

Op 1 september 2019 startte het eerste jaar van het gemoderniseerde secundair onderwijs met de nieuwe eindtermen voor de eerste graad. Een ingrijpende verandering hierbij was de invoering van een nieuw soort eindtermen: eindtermen basisgeletterdheid. We onderzochten waarom deze specifieke eindtermen er kwamen, en vooral of het onderwijs hierop wel is voorbereid… 

 

Wat is basisgeletterdheid?  

Eindtermen zijn de door de overheid bepaalde minimumdoelen van het onderwijs. Ze bepalen onder andere voor de leerlingen uit het secundair onderwijs een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes.  Deze werden tot nu gebruikt om kwaliteit van scholen te meten en hadden dus nooit de bedoeling om leerlingen te beoordelen.

Naast de ‘gewone’ eindtermen werden nu een nieuwe soort onderwijsdoelen ingevoerd, namelijk de eindtermen basisgeletterdheid (Nederlands, wiskunde, digitale en financiële competenties). Deze moeten door iedereen afzonderlijk bereikt worden op het einde van de eerste graad.

De invoering van eindtermen basisgeletterdheid heeft al tot controverse geleid. Onder meer de Vlaamse onderwijsraad formuleerde in een advies van 17 september 2018 dat de verplichting voor iedere leerling afzonderlijk (en dus niet op populatieniveau) niet haalbaar is. Het is best mogelijk dat de overheid hoopt dat zoveel mogelijk leerlingen die eindterm halen, maar een beheersing van 100%  door elke leerling kan je onmogelijk voorspellen binnen de grote heterogeniteit van leerlingen en klasgroepen.

Het niet behalen van de eindtermen basisgeletterdheid heeft uiteraard een invloed op de scholen en de leerlingen. Wanneer leerlingen ze niet behalen, zijn ze - zo wordt gesteld - niet genoeg voorbereid op de huidige samenleving. De leerling is dan kwetsbaar en vatbaar voor allerlei valstrikken. Een taal machtig zijn, percentages berekenen tijdens de solden, media kunnen gebruiken, … zijn zaken die een jongere in de 21ste eeuw moet kunnen om sterk te staan tegen allerlei moeilijkheden in de maatschappij.

Daarnaast zijn er gevolgen voor de scholen. Wanneer een groot aantal leerlingen in dezelfde school de eindtermen basisgeletterdheid niet bereikt, kan deze school al snel aangezien worden als onvoldoende effectief. Een degelijke situatie geeft aan dat de school niet genoeg middelen, kennis of achtergrond heeft om de leerlingen genoeg voor te bereiden op de maatschappij. Ondanks het feit dat de school en de leerling inspanningen kunnen geleverd hebben.

 

Scenario’s

Naast een literatuuronderzoek deden we interviews met verschillende stakeholders: onderwijskundigen, politici, een lid van de valideringscommissie en enkele verantwoordelijken binnen onderwijskoepels. Op basis van het literatuuronderzoek, de gesprekken en de daar opgedane inzichten, bespreken we enkele mogelijke scenario’s bij het doorvoeren van de eindtermen basisgeletterdheid.

 

Scenario 1: Aantal zittenblijvers eerste graad schiet de hoogte in

De eerste mogelijkheid is de meest ambitieuze. Hierbij worden de eindtermen door de scholen streng opgevolgd. Dit zal betekenen dat bepaalde eindtermen basisgeletterdheid door het grootste deel van de leerlingen moeilijk bereikt zal worden. De leerlingen die hier de meeste moeite mee zullen hebben zijn leerlingen uit de B-stroom en ex-OKAN leerlingen. Zoals de eindtermen nu omschreven zijn, zullen de leerlingen die deze eindterm niet bereiken niet mogen overgaan naar de tweede graad. Indien er niet wordt ingegrepen, kan dit na enkele jaren leiden tot meer zittenblijvers. Nieuwe cijfers over de stijging van de ongekwalificeerde uitstroom, maken dit scenario niet erg aantrekkelijk. 

 

Scenario 2: Basisgeletterdheid wordt breed geïnterpreteerd

Uit een analyse van de interviews met de betrokken partijen, lijkt dit scenario het meest waarschijnlijke: “Met de invoering van de nieuwe eindtermen wordt met ruime marges omgegaan.” De nieuwe eindtermen zijn erg ambitieus en dat vraagt veel van leerplanmakers, uitgevers, scholen en vooral leerkrachten. Scholen en leraren hadden een goede 9 maanden de tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe eindtermen. Juist daarom is het heel goed mogelijk dat scholen en leerkrachten laks zullen omgaan met de nieuwe eindtermen. In dit geval zouden risicoleerlingen uit scenario 1 wel kunnen overgaan naar de tweede graad

 

Scenario 3: Basisgeletterdheid wordt nieuwe minimum

De derde optie is er één waar het ministerie voor Onderwijs en de ontwikkelcommissies van de nieuwe eindtermen veel schrik voor hebben, nl. dat de nieuwe eindtermen basisgeletterdheid het nieuwe minimum worden.  Dat bleek ook uit een mediahype in april 2019, waarbij de genoemde daling van de kwaliteit van het onderwijs in verband werd gebracht met de eindtermen. Door te sterk te fixeren op de minimumdoelen zouden de meer uitdagende doelen in verdrukking kunnen komen.  Een lid van de valideringscommissie verwoordde het zo: “Dat zou een ramp zijn! We moeten er alles aan doen om dit te voorkomen.” In dit geval zouden zowel scholen, leerkrachten en leerlingen alles op alles zetten om de eindtermen basisgeletterdheid te halen. Dit omwille van het belang van de individueel afgerekende basisgeletterdheid als toegangsticket voor de tweede graad. Hierdoor zouden de andere eindtermen verwaarloosd worden opdat alle tijd en middelen zouden ingezet worden om de basisgeletterdheid te bereiken. In dit geval zou het algemene niveau dalen.

 

Scenario 4: Nieuwe eindtermen basisgeletterdheid worden op populatieniveau gesteld

Last but not least. Iedereen lijkt het erover eens dat de eindtermen basisgeletterdheid hoog gegrepen zijn. Er is een kans op weerstand bij leraren en directies, omdat de realiteit aan de basis er anders uitziet. Daarnaast is het niet uitgesloten dat schoolbesturen of koepels niet tevreden zijn met de individuele interpretatie van de basisgeletterdheid. Het gaat dan niet meer om minimumdoelen, maar om maximumdoelen. Deze opvatting brengt dan het eigen pedagogisch project in het gedrang en afgeleid daarvan ook de vrijheid van onderwijs. Men zou naar het grondwettelijk hof kunnen trekken zoals in de vorige eeuw ook al gebeurde. De vraag is wel of de lat dan lager gelegd wordt of het concept van basisgeletterdheid op zich kan aangevallen worden. 

 

Er zijn diverse mogelijke scenario’s over wat de vernieuwde eindtermen in de toekomst zullen brengen. Een combinatie van verschillende scenario’s kunnen we bovendien ook niet uitsluiten. Zullen de nieuwe leerplannen goed ontvangen worden of hadden scholen meer tijd nodig om zich aan te passen? Of moet echt besloten worden dat alle eindtermen van basisgeletterdheid voor alle leerlingen een vrome wens is?  

Download scriptie (9.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Pedro De Bruyckere
Thema('s)