Behalen leerkrachten en scholen een goed rapport? Een onderzoek naar leerlingenevaluatie in het Vlaams secundair onderwijs

Lotte
Portael

 

“De evaluerende geëvalueerd: Een goed rapport voor leerkrachten en scholen?”

Antwerpen, juni 2013 - Elk jaar staan leerkrachten en scholen voor de moeilijke uitdaging om een beslissing te nemen over de studievoortgang en de schoolloopbaan van leerlingen. Ze baseren zich hierbij op de evaluaties die ze gedurende het schooljaar hebben afgenomen. In Vlaanderen genieten scholen en leerkrachten van een grote vrijheid op het vlak van het evalueren van leerlingen aangezien de overheid minieme richtlijnen oplegt. Een logische vraag is dan ook hoe het gesteld is met de kwaliteit van de evaluaties die leerkrachten uitvoeren. Zijn beslissingen over het al dan niet slagen van een leerling en het toekennen van diploma’s gebaseerd op kwaliteitsvolle leerlingenevaluaties? Om een antwoord te geven op deze vraag vulden 1891 leerkrachten uit het Vlaams secundair onderwijs een vragenlijst in over hun leerlingenevaluaties en het schoolbeleid hieromtrent.

Wat zijn kwalitatieve leerlingenevaluaties?

We kennen allemaal de meest gangbare vorm van evaluatie, namelijk de klassieke test waarmee de leerkracht nagaat of een leerling de leerstof kent. Echter, huidige evoluties binnen het onderwijs wijzen steeds meer op het belang van het bijbrengen van  complexe competenties en het ondersteunen van leerlingen bij het ontwikkelen van de vaardigheid om zelfstandig te leren. Het nagaan of leerlingen zo’n competenties beheersen, vergt meerdere en andere evaluatiemethodes zoals de vaardigheidsevaluatie, het portfolio, enz.  Andere evaluatiemethoden brengen ook andere evaluatiecriteria met zich mee om de kwaliteit ervan na te gaan. Op basis van recent wetenschappelijk onderzoek kunnen volgende kwaliteitscriteria geïdentificeerd worden: betrouwbaarheid, reproduceerbaarheid, eerlijkheid, transparantie, verantwoording, geïntegreerde evaluatie, impact, betrokkenheid van leerlingen, levensechtheid en cognitieve complexiteit. Een evaluatie is dus kwaliteitsvol wanneer deze aan bovenstaande criteria voldoet.

Het rapport van de leerkracht

De leerkrachten zijn positief over de kwaliteit van hun eigen leerlingenevaluaties. Ze gaan ervan uit dat ze hun evaluaties voldoende onderbouwen en rechtvaardigheden. Ze zijn ook van mening dat ze eerlijk evalueren. Toch vindt één vijfde het niet vanzelfsprekend even streng te zijn voor sterke en zwakke leerlingen. Bovendien zijn er ook werkpunten voor leerkrachten. Evalueren blijft tot op vandaag een verantwoordelijkheid van de leerkracht waarbij de leerlingen weinig betrokken worden. Leerlingen krijgen zo weinig kansen om mee na te denken en beslissingen te nemen over de evaluaties. Ook realiseren leerkrachten in mindere mate de levensechtheid van hun evaluaties, wat jammer is gezien leerlingen hieraan behoefte hebben.

Het evaluatiebeleid in scholen

Leerkrachten zijn minder tevreden over het evaluatiebeleid dat in hun school gevoerd wordt dan over hun eigen evaluatiepraktijken.  De leerkrachten spraken zich in de bevraging uit over het beleidsvoerend vermogen van hun school op vlak van leerlingenevaluatie. Daaruit bleek dat ze een sterk gedeeld leiderschap voelen. Leerkrachten bevestigen namelijk dat ze de kans krijgen om het evaluatiebeleid in hun school mee uit te stippelen. Opvallend is ook de grote bereidheid om dat te doen.  Verder wordt de communicatie binnen de school over leerlingenevaluatie positief ingeschat.

De reflectie over leerlingenevaluatie is volgens de leerkrachten een aandachtspunt. Leerkrachten vinden dat er wel voldoende besef is van het belang van reflectie over leerlingenevaluaties maar geven aan dat concrete acties uitblijven. Leerkrachten krijgen tevens onvoldoende feedback op de evaluaties die ze uitvoeren. Dit wordt ook bevestigd in eerder onderzoek waaruit bleek dat de verantwoordelijkheid over de evaluatie van leerlingen overwegend bij de leraar of de vakgroep ligt en dat er weinig controle is.

Tot slot blijkt dat het voeren van een goed beleid inzake leerlingenevaluatie op school samengaat met kwaliteitsvollere evaluatiepraktijken van leerkrachten.

Het onderwijsnet doet ertoe!

Het spreekt voor zich dat het evaluatiebeleid anders wordt ervaren door een leerkracht op basis van de school waarin de leerkracht lesgeeft. Verrassend is echter dat leerkrachten de evaluatiebeleidsvoering verschillend beoordelen naargelang het net waartoe de school behoort. Zo zijn leerkrachten uit het OGO (officieel gesubsidieerd onderwijs) en het GO! (gemeenschapsonderwijs) positiever dan leerkrachten uit het VGO (vrij gesubsidieerd onderwijs). Meer bepaald schatten ze het doeltreffend communiceren, het gedeeld leiderschap en het reflectief vermogen  sterker in. Leerkrachten uit het GO! erkennen tevens een zeer sterke gezamenlijke doelgerichtheid als het gaat om het evalueren van leerlingen in vergelijking met leerkrachten uit de andere twee netten.

 “Ondanks dat er positieve resultaten gevonden worden, neemt dit niet weg dat er voor scholen en leerkrachten nog een evolutie mogelijk is op vlak van het kwaliteitsvol evalueren in het secundair onderwijs”, zo besluit Portael. “De resultaten werpen het licht op de aandachtspunten die er vandaag zijn. Met deze resultaten zijn scholen in staat een zelfevaluatie uit te voeren. Zo kunnen ze hun leerlingenevaluatie optimaliseren en kunnen ze tot schoolverbetering komen.”

Meer weten?

Lotte Portael: lotteportael@gmail.com
Promotor prof. dr. J. Vanhoof: jan.vanhoof@ua.ac.be

Download scriptie (1.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013
Thema('s)