Belgische wapens worden gebruikt in Jemen, maar de handel gaat gewoon door

Elias
Viaene

Nooit werden er Belgische wapens voor militaire doeleinden verhandeld naar Jemen, een land dat sinds 2015 verscheurd wordt door een bloederige oorlog. Toch zijn er verschillende voorbeelden te noemen van Belgische wapens die gebruikt worden in dit conflict. Maar als er nooit zulke wapens zijn verhandeld naar Jemen, hoe zijn die Belgische wapens dan terechtgekomen in dat gewapende conflict? En wie speelt er dan een rol in die zogenaamde afwending van Belgische wapens? En hoe goed functioneren de controlemechanismen die moeten voorkomen dat er wapens in verkeerde handen terechtkomen? Ik zocht het uit door een aantal experten in wapenhandel te bevragen.

Oude en nieuwe wapens

Een expert van het Vlaams Vredesinstituut stelt dat het eigenlijk niet hoeft te verbazen dat er oudere Belgische vuurwapens terug te vinden zijn in Jemen. Zo zijn er bijvoorbeeld in zo goed als elk gewapend conflict ter wereld FN FAL’s terug te vinden, ontworpen door de controversiële wapenfabrikant FN Herstal in 1953. Ook in Jemen. Naast vuurwapens zijn er echter ook vaststellingen van andere oude Belgische wapens in Jemen. Zo werden er (anti-tank) mijnen van het (niet langer actieve) Waalse Poudres Réunies de Belgique gedocumenteerd in handen van het Jemenitische leger, de Houthi-rebellen, en de Islamitische Staat in Jemen.

 

Belgische Minimi, in gebruik door een militant in Jemen (https://www.amnesty-international.be/nieuws/wapens-fn-herstal-in handen-van-een-gewapende-groep-in-jemen).

Toch zijn het niet enkel oudere Belgische wapens die teruggevonden worden in dit gewapende conflict. Zo stelde een rapport van Amnesty International eerder dit jaar vast dat er zogenaamde Minimi-machinegeweren van Belgisch ontwerp gebruikt worden door een niet-statelijke gewapende groep in Jemen. Deze werden pas gelanceerd in 2013 en slechts in de afgelopen drie jaren voor het eerst verkocht, onder andere aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Maar ook hier is er niet enkel sprake van traditionele, afgewerkte (Waalse) vuurwapens. Zo zijn er ook (Vlaamse) wapenonderdelen terug te vinden in wapensystemen die gebruikt worden in Jemen. Hierbij kan er verwezen worden naar radarsystemen van het Vlaamse bedrijf Cassidian die de cockpit van de Eurofighter Typhoon vervolledigen. Dat is een gevechtsvliegtuig dat volgens Vredesactie ingezet wordt om luchtbombardementen uit te voeren in Jemen. Verschillende experten refereren ook naar de geschutskoepels voor gepantserde voertuigen van het Waalse CMI Defence, die geïntegreerd werden in tanks en daarna verkocht werden aan de Saoedische Nationale Garde. Het #BelgianArms-onderzoek toont op basis van videobeelden aan dat Saoedi-Arabië hiermee vuurde richting Jemen.

Verkeerd gebruik, doorgave en buitmaking

Het antwoord op de vraag betreffende hoe de Belgische wapens terechtkwamen in Jemen kan op drie manieren beantwoord worden. Ten eerste blijkt dat er Belgische wapenonderdelen ingezet worden door staten die betrokken zijn in het conflict: denk aan de Vlaamse radarsystemen in gevechtsvliegtuigen of de Waalse geschutskoepels in tanks van Saoedi-Arabië. Op zich is hier op internationaalrechtelijk vlak – in tegenstelling tot op ethisch vlak - niets mis mee. Saoedi-Arabië kocht die wapens immers aan met het oogmerk om deze te gebruiken, en niet zomaar om ermee uit te pakken op de jaarlijkse nationale stoet. Bij elke wapenlevering wordt er echter een zogenaamd eindgebruikscertificaat opgesteld, waarin bepaald wordt waar de wapens wel- en niet voor gebruikt mogen worden. En dat is net waar het schoentje spant, want volgens voormalig minister-president van Wallonië Willy Borsus (MR) zou de Saoedische Nationale Garde helemaal niet actief (mogen) zijn in Jemen. Verschillende bronnen leveren echter bewijs van het tegendeel. Dit betekent dus dat Saoedi-Arabië de waarschijnlijke bepaling dat de wapens niet in Jemen gebruikt mogen worden schendt.

 

Een tweede manier waarop de Belgische wapens wellicht terecht kwamen in Jemen is volgens de meeste experten doordat invoerende landen deze doorgaven aan milities die strijden in Jemen. Het voorbeeld van het Minimi-machinegeweer sluit hier het best bij aan. Het is namelijk een zeer recent geproduceerd vuurwapen, dat geëxporteerd werd naar de VAE en op korte termijn gedocumenteerd wordt in handen van een niet-statelijke gewapende groep in Jemen. Landen zoals Saoedi-Arabië en de VAE zouden volgens verschillende experten overigens bekend staan om het doorsluizen van ingevoerde wapens omdat ze zelf geen wapenindustrie hebben. Een expert van het Waalse Groupe de Recherche et d’Information sur la Paix et la Sécurité ziet echter niet voldoende bewijs om vast te stellen dat er werkelijk sprake kan zijn van het doorsluizen van wapens door de genoemde landen. Het beperkte aantal bekende gevallen van wapens die in handen kwamen van niet-statelijke gewapende groepen zou volgens hem eerder wijzen op de buitmaking van deze wapens na een gevecht. Het voorbeeld van een FN F2000 die bemachtigd wordt door een Houthi-rebel na inname van een Saoedische grenspost sluit hier dan weer het best bij aan.

Regelgeving van wapenhandel

Vooral de rollen van landen zoals Saoedi-Arabië en de VAE als verkeerde gebruikers of als doorgevers van Belgische wapens zijn op het gebied van wapenhandel problematisch. Wapenhandel wordt immers uiteengezet door een stelsel van specifieke internationale, Europese en nationale regelgeving. Wanneer een land dat hier eigenlijk aan gebonden is de regelgeving aan zijn laars lapt, lijken de controlemechanismen die voortkomen uit deze regelgeving ontoereikend. Dat beamen ook de bevraagde experten. Zij zien verbeteringen mogelijk onder de noemers informatieverzameling, informatieverwerking en informatiegebruik. Respectievelijke voorbeelden hiervan zijn nieuwe (online-)onderzoekstechnieken, een centrale databank en een betere informatie-uitwisseling.

Wapenexportvergunningen 

Tot slot kan de vraag gesteld worden hoe er gereageerd wordt op de vaststelling dat er Belgische wapens gebruik worden in een gewapend conflict waar op grote schaal mensenrechtenschendingen en zelfs internationale misdrijven gepleegd worden. Het antwoord op die vraag is simpel: de handel gaat gewoon door. Economische belangen overstijgen hierbij morele kwesties. Enkel ten gevolge van een voorval dat volledig losstaat van het Jemenitische conflict, namelijk de moord op Jamal Kashoggi in het Saoedi-Arabische consulaat te Istanbul, werden er geen Belgische wapenexportvergunningen naar Saoedi-Arabië meer goedgekeurd. De vergunningen die daarvoor werden goedgekeurd, blijven echter nog gewoon geldig. En dus vertrekken er nog steeds containers met Belgische wapens vanuit de haven van Antwerpen richting Saoedi-Arabië. Met andere woorden, momenteel gaat de handel nog steeds gewoon door.