Bij wijze van lezen

Ellie
Lefevre

LEZEN ALS SPRINGPLANK

Het is een woelige tijd voor ons leesonderwijs. Uit recent PIRLS onderzoek, de internationale barometer voor begrijpend lezen in het lager onderwijs, blijkt dat de leesresultaten bij onze Vlaamse leerlingen dramatisch zijn. In vergelijking met andere West-Europese landen leveren de Vlaamse 10-jarigen de op een na zwakste prestatie . Onze kinderen lezen minder goed en minder graag. Nochtans is lezen een springplank voor zowel hun schoolcarrière als hun latere (professionele) leven. We krijgen immers dagelijks veel (digitale) informatie op ons bord. Leesvaardigheid is belangrijker dan ooit en vraagt leesonderwijs van de bovenste plank!

In recent onderzoek werden de belangrijkste kenmerken van effectief leesonderwijs al in kaart gebracht. De uitdaging bestaat erin om deze wetenschappelijke inzichten tot op de klasvloer te krijgen. Taalmethodes kunnen hierin een belangrijke rol spelen, zeker als je weet dat het 92% van de leraren gebruik maakt van een taalmethode. Hoe is het gesteld met de kwaliteit van onze taalmethodes op vlak van begrijpend lezen?

ROL VAN TAALMETHODES

In dit onderzoek werden in totaal 18 lessen van Taalkanjers (Plantyn), Talent (VAN IN) en Studio Taal (Zwijsen) geanalyseerd aan de hand van een kwaliteitskader bestaande uit acht kenmerken die essentieel zijn voor effectief leesonderwijs. Kennis fungeerde hierin als rode draad. Over het algemeen scoren de taalmethodes betrekkelijk goed wat betreft het formuleren van gerichte lesdoelen, het aanbieden van een rijke waaier van tekstsoorten en het werken met inhoudelijk rijke teksten. Wanneer het gaat over het inzetten van leesstrategieën en het integreren van lezen met schrijven en spreken, zijn er aanzetten in de taalmethodes maar deze kunnen sterker uitgewerkt worden door meer in te zetten op instructie en modeling. Methodes besteden verder ook aandacht aan interactie maar de uitdaging is hier om voldoende diepgang te brengen om tot kwalitatieve interactie te komen. Taalmethodes tonen vooral lacunes op vlak van het actief uitbreiden van woordenschat en het werken met brede thema’s. Ze kunnen ook nog verbeteren door meer te werken aan kennis van tekststructuur, door betekenisvolle leesdoelen te formuleren en door te werken met authentieke teksten.

ROL VAN LERAREN

Taalmethodes willen leraren zoveel mogelijk ondersteunen in het leesvaardig maken van leerlingen. Opvallend is dat de handleidingen de lessen heel gedetailleerd voor -en uitschrijven. De vraag is of dit de gepaste benadering is. Uit onderzoek blijkt leraren zich op vlak van begrijpend lezen meer moeten professionaliseren. Taalmethodes kunnen hierin een belangrijke rol opnemen, al vraagt dit misschien een omdenken van hun aanpak. Door elke les volledig uit te schrijven, moeten leraren schijnbaar zelf niet meer nadenken over de didactiek begrijpend lezen. Het volgen van voorgekauwde lessen heeft namelijk het risico dat leraren zelf minder nadenken en minder de achterliggende didactische principes meekrijgen. Hierdoor ontstaat mogelijk spanning tussen het slaafs blijven volgen van een taalmethode en het kunnen inspelen op de reële noden, capaciteiten en interesses van de leerlingen in hun klas om ze tot leesbegrip te laten komen.

In plaats van vast gebetonneerde lessen kunnen de taalmethodes bijvoorbeeld voldoende rijke teksten en tekstsoorten aanbieden rond een breed thema waarrond minstens zes weken gewerkt kan worden (Houtveen et al., 2019; Snel, 2022). Leraren kunnen dan zelf een keuze maken uit een aantal teksten en tekstsoorten in functie van het thema, de interesses van de leerlingen en de actualiteit.

GROTERE GRIP OP LEESBEGRIP: KWALITEITSKADER BEGRIJPEND LEZEN

Om leraren te ondersteunen in de didactiek is het belangrijk dat de taalmethodes effectieve kaders naar voren schuiven met een duiding van de didactiek, de manier waarop leerlingen strategieën kunnen inzetten en hoe de leraar hierover instructie kan geven, modelleren en leerlingen kan ondersteunen bij het inoefenen.  Met didactiek wordt dan onder meer leesstrategieën, woordenschat, het bepalen van een leesdoel, het integreren van lezen met schrijven, lezen met spreken en interactie bedoeld.

Om dit te realiseren en de kwaliteit van de handleidingen te verhogen kunnen uitgevers terugvallen op het kwaliteitskader begrijpend lezen voor taalmethodes. De kenmerken hangen onderling sterk samen waardoor het geheel meer is dan de som van de afzonderlijke delen. Met andere woorden, het kader is niet bedoeld om door uitgevers louter als checklist gebruikt te worden. Het kader biedt een springplank voor uitgeverijen om samen met leraren tot sterk en kwaliteitsvol leesonderwijs te komen.

 

Meer info:

Ellie Lefèvre                                                 ellie_lefevre@hotmail.com

Promotor:  Prof. dr.  Jan Vanhoof             jan.vanhoof@uantwerpen.be

Download scriptie (4.07 MB)
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Jan Vanhoof
Thema('s)