Het Billie project

Oona
Moeyaert

“Billie lijdt al een hele tijd aan schizofrenie en heeft hiervoor een behandeling gekregen in de geestelijke gezondheidszorg, die nuttig en belangrijk is geweest. Nu is Billie klaar voor een nieuw hoofdstuk in het leven". Met deze woorden werd een verhaalbegin voorgelegd aan jongeren uit de 3e graad secundair onderwijs. De story stem, het verhaalbegin, vormt de basiscomponent van de story completion methode waarmee dit onderzoek wou nagaan welke percepties jongeren hebben over het leven van mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid.

Kopzorgen in onze samenleving

Uit cijfers van Sciensano van 2020 blijkt dat één op drie Belgen van 15 jaar of ouder psychische problemen heeft en 17,7% van de totale bevolking een reële kans maakt op het ontwikkelen van een ernstige psychische problematiek. In een samenleving die evolueert naar een model dat een maximale betrokkenheid van elke burger beoogt, is de impact van de mentale gezondheid groot. Daarenboven verschuift de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) naar een meer buurtgerichte zorg waar gestreefd wordt naar een persoonlijk herstel. Daarbij wordt rekening gehouden met de persoonlijke sterktes van iemand met een psychische kwetsbaarheid en wordt er gesteund op diens netwerk.

Het zijn visies die pleiten om iedereen te laten participeren in onze gemeenschap. Oog hebben voor iemands competenties in plaats van te focussen op beperkingen, kan hierop een positief effect hebben. Is het echter zo vanzelfsprekend voor iemand met een psychische kwetsbaarheid om verschillende rollen op te nemen? En hoe kijken andere actoren in de samenleving naar hen?

Niet het onderzoek dat je verwacht

Kwalitatief onderzoek wordt vaak nog gezien als het kleine broertje van kwantitatief onderzoek. De story completion methode is een voorbeeld van kwalitatief onderzoek die zichzelf nog moet bewijzen. Dit onderzoek biedt de mogelijkheid om op een toegankelijke en creatieve manier informatie te verzamelen over een gevoelig onderwerp, zoals psychische problemen. Via de story stem wordt aan jongeren gevraagd het leven van Billie verder te beschrijven. Er wordt niet getracht om een waarheid te achterhalen in de verhalen, omdat onze ervaringen geconstrueerd worden door sociale processen naargelang de samenleving waarin we leven. Door de onrechtstreekse bevraging van de participanten kunnen onderbewuste gevoelens of ideeën waar niet openlijk over gesproken wordt, een plaats krijgen in het (fictieve) verhaal van Billie.

Bij een onderschatte doelgroep

Jongeren worden vaak over het hoofd gezien als een volwaardige actor in de maatschappij. In een samenleving die beroep wil doen op meer verbondenheid en ieders sterktes wil aanspreken, is een voldoende ruime beeldvorming noodzakelijk. Als er onvoldoende standpunten belicht worden, groeit de kans dat er negatieve emoties gekoppeld worden aan stereotypen en kan dit leiden tot discriminatie. Om een zo gedifferentieerd mogelijke beeldvorming na te streven, zijn de ideeën van jongeren even belangrijk. Bovendien kan het perspectief van jongeren toonaangevend zijn voor een toekomstige samenleving. Daarnaast vormen scholen een interessante onderzoekscontext omdat scholen gezien worden als plaatsen waar verhalen rijkelijk worden gevormd en gedeeld. Door de school als onderzoekscontext te gebruiken, kan deze bovendien een opvoedingscontext worden die inzet op een diverse beeldvorming en zo tegengewicht kan geven aan tendensen zoals uitsluiting en discriminatie.

Maar wie is Billie?

Billie wordt in 72% van de verhalen beschreven als een man en het verhaal speelt zich overwegend af tussen de geboorte en de vroegere volwassenheid. Daarnaast verwezen participanten in 75% van de verhalen naar symptomen die kenmerkend zijn voor iemand met een diagnose van schizofrenie. De jongeren uit het onderzoek hadden voldoende kennis over de psychische kwetsbaarheid om zich een idee te vormen van het leven van Billie.

De focus van het onderzoek lag op de positie en de rollen die werden beschreven. De analyse resulteerde in een story map die aantoont dat een verhaal zich uiteenlopend ontplooit en rollen erg divers werden beschreven. Het merendeel (62%) begint met een beschrijving van Billie als patiënt en koppelt deze rol aan beperkingen door de symptomen van schizofrenie en sociale uitsluiting.

“Ik ben Billie en ik lijd al vanaf mijn vijf jarig bestaan aan schizofrenie. Toen ik vijf was begon ik dingen te zien die er niet zijn of ik hoorde dingen die niemand anders hoort. Iedereen verklaarde me gek. Dat begrijp ik wel. Ik zou ook raar kijken moest iemand tegen een muur praten. Maar ik zou nooit iemand pesten. En dat is er wel bij mij gebeurd.”

Desondanks ontplooit 68% van de verhalen zich tot een verhaal met een groeiende weerbaarheid en 80% van de verhalen eindigen uiteindelijk (hoopvol) positief over de toekomst.

“Hij gaat na zijn behandeling terug naar school maar merkt dat zijn klasgenootjes nog veel vragen hebben over zijn afwezigheid. Billie is bereid om er over te praten en legt uit aan de klas wat hij heeft. Zijn klasgenootjes zijn heel begripvol en geïnteresseerd in wat Billie vertelt. Hij vertelt er ook bij hoe moeilijk hij het had voor hij het aan de klas vertelde en hoe alleen hij zich voelde. Hij voelt zich nu meer op zijn gemak in zijn klas.”

De jongeren gebruiken in hun verhalen beelden die aansluiten bij de idee van relationeel herstel. Ervaringen worden niet losgekoppeld van hun sociale context. De nadruk wordt gelegd op het belang van sociale verbindingen, interacties en wederzijdse steun bij het bevorderen van herstel. Herstel is bijgevolg geen individuele kwestie, maar een opdracht van de bredere gemeenschap. Iemand met een psychische kwetsbaarheid wordt burger door het aangaan van betekenisvolle relaties en rollen. In een minderheid van de verhalen worden daarentegen structurele problemen of de negatieve impact van sociaaleconomische factoren benoemd. De focus van de verhalen ligt op het recht op participatie in de buurt of het verenigingsleven en niet op stabiliteitsfactoren zoals huisvesting, financiën en symptoomreductie.

Wat betekent dit voor het werkveld?

De resultaten tonen een mogelijke noodzaak aan om in de GGZ verder te hameren op het belang van laagdrempelige zorg die inzet op het verwerven van zinvolle rollen via betekenisvolle relaties. Dit vraagt een beleid dat inzet op toegang tot sociaal kapitaal en gemeenschapsactiviteiten via ondersteuning van de persoon én de buurt.

 

 

 

Download scriptie (1.67 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
dr. Clara De Ruysscher