Biomerkers voor cervixkanker: voorkomen in het cervicovaginale vocht

Margot
De Graeve

Seks, virus en kanker: een gevaarlijk triootje

Seks, virus en kanker: wat hebben zij met elkaar gemeen? Het is een gevaarlijk trio dat jaarlijks voor meer dan 500 000 nieuwe patiënten en meer dan 300 000 doden per jaar zorgt. De uitkomst van het trio wordt vaak pas na tien jaar zichtbaar en dan is het seksuele avontuurtje van toen al lang vergeten. De harde diagnose: baarmoederhalskanker.

Baarmoederhalskanker is een vaak voorkomende kanker bij vrouwen. De kanker wordt veroorzaakt door het seksueel overdraagbare high risk humaan papillomavirus (hrHPV). Dit virus kan ook genitale wratten veroorzaken. Tijdens hun leven zullen 80% van alle vrouwen minstens één maal een infectie met dit virus doormaken. Het immuunsysteem van de vrouw probeert deze infectie echter te bestrijden nog voor er ook maar één spoor van baarmoederhalskanker te ontdekken valt. Dit noemt men het klaren van de infectie uit het lichaam. Van alle met HPV besmette vrouwen zal zo uiteindelijk maar 20% echt baarmoederhalskanker gaan ontwikkelen.

Screening
Door de sterke aanwezigheid van HPV bij de vrouwelijke populatie, kunnen vrouwen zich laten screenen op het virus. Dit gebeurt meestal via een cytologisch uitstrijkje of een PAP-test. De arts neemt dan met een staafje of swab een beetje baarmoederhalsslijmvlies weg om dit onder de microscoop te onderzoeken op afwijkende cellen uit de baarmoederhalsregio. Het virus zal namelijk de cellen gaan vervormen tot deze een voorstadium van kanker bereiken. Als het resultaat van het onderzoek negatief is, moet er pas na drie jaar een nieuw uitstrijkje afgenomen worden. Men heeft deze periode van drie jaar gekozen omdat baarmoederhalskanker een ontwikkelingstijd van minstens tien jaar heeft. Als er bij de vrouw op tijdstip één geen afwijkende cellen aanwezig zijn, zal ze binnen drie jaar ook geen kanker hebben. Als er toch licht afwijkende cellen aanwezig zijn, wordt er binnen het jaar een nieuw uitstrijkje opgevraagd. Omdat het lichaam het virus zelf kan klaren zal het tweede uitstrijkje in 80% van de gevallen weer normaal zijn. Is er echter sprake van ernstig afwijkende baarmoederhalscellen zal de patiënt direct worden doorverwezen naar een gynaecoloog. Die zal de patiënt verder opvolgen met behulp van colposcopie. Colposcopie is een gynaecologische onderzoekstechniek waarbij de baarmoedermond wordt onderzocht met een vergrotende camera. Hierdoor worden ook kleine afwijkingen makkelijker opgemerkt en neemt men indien nodig het beschadigde weefsel preventief weg.

Door het invoeren van deze screening is er een sterke daling in het aantal baarmoederhalstumoren opgetreden. Desondanks zijn vals negatieve resultaten geen uitzondering, waardoor vrouwen na screening toch nog baarmoederhalskanker kunnen ontwikkelen. Bij vals negatieve resultaten zijn er wel afwijkende baarmoederhalscellen aanwezig, maar heeft de arts deze onder de microscoop niet opgemerkt.

Vaccinatie en alternatieve screening
Voor vrouwen die nog nooit met hrHPV besmet geweest zijn, bestaan er tegenwoordig twee vaccins ter preventie van baarmoederhalskanker: Gardasil® (Merck) en Cervarix® (GlaxoSmithKline). Deze vaccins hebben een doeltreffendheid van meer dan 99%, maar zijn enkel behulpzaam als vrouwen die nog nooit met HPV zijn geïnfecteerd, worden ingeënt. Vandaar dat men het vaccin best toedient nog voor het eerste seksuele contact. Omdat de vaccins voor een groot deel van de populatie niet meer nuttig zijn, blijft de nood aan alternatieve screeningsmethoden bestaan. De bachelorscriptie behandelt een dergelijke alternatieve screeningsmethode, namelijk: het gebruik van biomerkers uit het baarmoederhalsslijmvlies.

Biomerkers
Biomerkers zijn eiwitten afkomstig van het virus, of van de baarmoederhalscel zelf. De grote voorwaarde voor een biomerker is wel dat deze eiwitten niet of maar in een lage concentratie aanwezig zijn in gezond baarmoederhalsslijmvlies en in een hoge concentratie voorkomen bij personen met afwijkende cellen in hun uitstrijkje. Daarom kan men deze groep van eiwitten gebruiken in de screening naar baarmoederhalskanker, omdat men zo gemakkelijk een onderscheid maakt tussen gezond en ziek baarmoederhalsweefsel. Een biomerker moet wel zeer senstitief (gevoelig) zijn. Sensitiviteit van een test wil zeggen dat zieke patiënten door de test ook als ziek worden aangeduid.

Onderzoek bachelorscriptie
De biomerkers in deze bachelorscriptie zijn afkomstig uit het baarmoederhalsslijmvlies dat is verzameld via een lavage (spoeling) tijdens colposcopie bij patiënten uit het Universitair ziekenhuis Antwerpen (UZA). Om nieuwe biomerkers voor baarmoederhalskanker te ontdekken wordt gebruik gemaakt van longitudinale stalen van het baarmoederhalsslijmvlies. Dit zijn minimaal drie stalen die van éénzelfde persoon afkomstig zijn, maar gespreid in de tijd worden afgenomen. De opeenvolgende stalen werden afgenomen bij vijftien vrouwen bij wie een afwijkend uitstrijkje was vastgesteld. De vrouwen werden halfjaarlijks tot jaarlijks opgevolgd door middel van een colposcopie met lavage die kan gebruikt worden voor de eiwitanalyse. De studie leverde in totaal 2419 eiwitspectra (grafieken die men verkrijgt door een bepaalde eiwitanalyse uit te voeren) op waaruit 443 unieke eiwitten werden geïdentificeerd. Van deze 443 eiwitten waren er uiteindelijk 14 eiwitten die een mogelijke biomerker voor baarmoederhalskanker zouden kunnen zijn (de belangrijkste stap om het aantal eiwitten in het onderzoek te verminderen is uitgelegd in figuur 1). Van deze 14 eiwitten werd er een literatuurstudie uitgevoerd en de resultaten daarvan zijn terug te vinden in de bachelorscriptie.

Toekomstperspectieven
Uit de bachelorscriptie kwamen twee nuttige eiwitten naar voor (MIF en PSME1) die de onderzoeksgroep van Xaveer Van Ostade (UA) nu verder onderzoekt. Hopelijk kan men hier over enkele jaren een efficiënte, goedkope, sensitieve en makkelijke screeningsmethode van ontwikkelen die het aantal baarmoederhalskankerpatiënten sneller en beter detecteert. Hierdoor zal het aantal baarmoederhalskankerpatiënten nog verder kunnen dalen. Er is echter nog veel onderzoek nodig en daarbij zijn goede, creatieve wetenschappers noodzakelijk. Voel je vrij om ons te komen vergezellen in onze strijd tegen kanker!

Download scriptie (734.92 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2014
Thema('s)