Het radioactieve materiaal dat vanuit de grond naar de planten gaat

Boris
Gilis

Op 26 april 1986 gebeurde het onmogelijke, reactor nummer 4 van de Kerncentrale van Tsjernobyl ging in meltdown en ontplofte. Deze ontploffing was zo erg dat deze algemeen wordt gezien als de zwaarste nucleaire ramp in de geschiedenis. De vraag is nu, heeft deze ramp nu dertig jaar later nog altijd een invloed op de mens, of kunnen we deze nu gewoon vergeten?

Bij de ontploffing kwamen gigantische hoeveelheden radioactief materiaal vrij, dat zich verspreidde over een zeer groot gebied. Deze hoeveelheden waren zo hoog dat in een straal van dertig kilometer van het incident de volledige bevolking werd geëvacueerd. Van het vrijgekomen radioactief materiaal blijft zelfs nu, zo’n dertig jaar na de ontploffing, nog altijd een grote hoeveelheid over. Hierbij is namelijk cesium-137 in grote aantallen vrijgekomen. Cesium-137 is een radioactief deeltje dat zeer veel tijd nodig heeft voordat het stopt met radioactief zijn. Dit duurt zelfs zo lang, dat van de kernramp in Tsjernobyl nog maar slechts ongeveer de helft van het cesium is gestopt met radioactief zijn. In dit gebied geeft dit dus nog altijd hoge stralingsdosissen. Het gevolg hiervan is dat dit allerlei ziekten kan veroorzaken bij de mens, denk maar aan kanker.

Er is echter nog een probleem met het feit dat deze radioactieve cesium-137 deeltjes nog altijd aanwezig zijn in de omgeving. De deeltjes liggen namelijk op de grond waar dat planten op gegroeid kunnen worden. Wanneer deze planten hierop groeien kunnen zij dit cesium-137 in feite gaan ‘opeten’. Het zal dan rechtstreeks in de plant terechtkomen, waar dat het zal blijven zitten. In veel gevallen zal dit niet voor problemen zorgen, maar in enkele gevallen zullen deze planten worden opgegeten. Dit kan ofwel door de mens, ofwel door dieren zoals koeien. Deze koeien worden in veel gevallen ook opgegeten door mensen. Het radioactieve cesium-137 dat dus eerst vastzat in de planten, zal zich nu bevinden in de mens. En als er één ding is dat schadelijker is dan blootgesteld worden aan radioactieve straling van buitenaf dan is het wel blootgesteld worden aan radioactieve straling van binnenin het lichaam. Het is dus ook evident dat er wordt gekeken naar hoeveel van dit cesium-137 zal worden opgenomen door planten die groeien in deze besmette grond. Nu zal je denken, wie zou er nu ooit groenten eten afkomstig van Tsjernobyl? Maar dit is niet de reden waarom dit onderzoek is uitgevoerd. De reden dat dit onderzoek is uitgevoerd is om bij een mogelijk andere nucleaire ramp snel en efficiënt te kunnen bepalen hoeveel radioactief cesium-137 zal worden ‘opgegeten’ door de planten. Bijkomend kan dan ook gekeken worden naar hoeveel van dit dan terecht zal komen in de voedselketen. Het is namelijk zo dat bij een kernramp de radioactieve deeltjes niet alleen in de omgeving van de ramp zullen blijven. Bij de ramp van Tsjernobyl werden zelfs hoge hoeveelheden cesium-137 gevonden in Groot-Brittannië!

Spinazie plantjes

Radijzen

Om dit te kunnen bepalen hebben we twee veel voorkomende groenten, namelijk spinazie en radijzen, gekozen om te gaan planten op radioactieve grond. Deze grond hebben we verzameld van overal! We hadden grond van Spanje, Groot-Brittannië, Noorwegen en natuurlijk van België zelf. De plantjes werden dan enkele weken goed verzorgt, waarna ze werden geoogst toen ze volgroeid waren. De groenten waren echter niet om op te eten, ze hadden namelijk radioactief cesium-137 in hun bladeren en knollen zitten! We hebben dan gemeten hoeveel radioactief materiaal er aanwezig was in de planten, en hoeveel er in de bodem zat. Hiermee konden we dan zien hoeveel van het cesium-137 er uit de bodem naar de plantjes is gegaan. Wat bleek was dat er zeer grote verschillen gemeten werden, afhankelijk van de grond waarop de planten werden gegroeid. We hebben dan de bodem onderzocht om te kijken waardoor dit zou kunnen komen, maar er moet nog veel onderzoek worden gedaan voor dat we dit met zekerheid kunnen zeggen.

Moeten we nu dan opletten met wat we eten, aangezien het radioactief materiaal zo ver verspreidt ligt? Neen, zeker niet. De hoeveelheden die verspreidt liggen over de rest van de wereld zijn ten eerste zeer laag, en ten tweede zijn de plantjes ook niet zo gulzig als het aankomt op het ‘opeten’ van het radioactieve cesium-137. Dus je kan nog met een gerust hart genieten van je spinazie en radijsjes.

Download scriptie (1.34 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Lieve Sweeck; Kristien Schoone