Brongebruik bij de Vlaamse commerciële en openbare omroep omtrent de berichtgeving over de Arabische Lente van 2011

Rebeca
De Dobbelaer

Televisiejournaals mijden sociale media tijdens Arabische Lente

Journalisten maakten bitter weinig gebruik van sociale media tijdens de berichtgeving over de Arabische onlusten van 2011. Dat schrijft een studente van de Universiteit Antwerpen in haar masterproef. Een derde van het materiaal dat de Vlaamse omroepen gebruikten om de conflicten in beeld te brengen was gedeeltelijk van burgers afkomstig. Slechts in zes gevallen was er sprake van nieuwsitems die volledig op basis van burgertips werden opgesteld.

Dat de sociale media een belangrijke rol speelden in de Arabische conflicten werd in de Belgische pers al snel als gemeengoed beschouwd. Via Facebook en Twitter slaagden activisten erin de Westerse media te bereiken. Wantoestanden werden aangeklaagd en Youtube-beelden brachten duidelijkheid. Journalisten maakten hier op het eerste zicht gretig gebruik van en te pas en te onpas verschenen wazige beelden van mobiele telefoons in het nieuws.

Onderzoek aan de Universiteit Antwerpen wijst nu echter op het tegendeel. Aan de hand van een inhoudsanalyse van 238 nieuwsitems tussen januari en maart 2011 onderzocht Rebeca De Dobbelaer, studente communicatiewetenschappen, het journalistieke brongebruik van VRT en VTM. Daaruit volgde de overdonderende conclusie dat de Arabische revolutie als sociale mediarevolutie te nuanceren valt. Het merendeel van het beeldmateriaal en schriftelijke informatie werden door de Vlaamse omroepen nog steeds bij persagentschappen gehaald. Vooral Reuters bleek daarin een relevante bron. Ook CNN en BBC leverden beelden van de conflicten. Sociale media werden in een derde van de gevallen gebruikt, maar waren slechts in zes gevallen de enige bron.

Diepte-interviews met enkele professionele buitenlandjournalisten spraken deze gegevens echter tegen. Zij stelden net dat ze het gebruik van sociale media als bron sterk aanmoedigden. “Journalistiek moet meegaan met zijn tijd”, meldden ondermeer Roel Pennemans (VRT) en Patrick Van Gompel (VTM). Ze benadrukten het belang van sociale media voor de lokale bevolking maar ontkenden dat in de journaals amper naar deze media werd omgekeken. Wel verklaarden ze dat ze wantrouwen koesterden tegenover niet-klassieke bronnen als sociale media. “Betrouwbaarheid vormt een groot probleem”, klonk het bij Inge Vrancken (VRT). “Ongeacht de intentie van de burgers, beelden op Youtube zijn bijna altijd gekleurd, er zit een bepaalde ideologie achter. De bedoelingen zijn goed, maar de informatie kent zijn vertekeningen”.

Diepte-interviews spraken geregeld de inhoudsanalyses tegen. Desondanks is de conclusie hard. De sociale media waren belangrijk om de belangstelling van de Westerse pers naar de Arabische regio te trekken, maar als zelfstandige bron is hun aandeel verwaarloosbaar in de Vlaamse televisiejournaals. Journalistiek blijft zelfs in tijden van bloei voor sociale media een business as usual waarbij bronnenhiërarchie vooraan staat. Reuters, CNN en BBC zorgen ervoor dat Facebook, Twitter en Youtube moeten wijken.

Download scriptie (524.14 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2012