Is buiten spelen wel gezond?

Charlotte
Boeckaert

Is buiten spelen wel gezond?

 

Op een warme zomerdag barbecuevlees roosteren, met schurende autobanden over het wegdek razen of tuinafval verbranden.  Niemand zou vermoeden dat deze kleine zonden aanleiding geven tot de vorming van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, kortweg PAK’s.  Dit zijn contaminanten of vervuilers die hoofdzakelijk door menselijke activiteiten in de atmosfeer, het water en de bodem worden verspreid.  PAK’s kunnen omwille van hun toxische, hormonale en carcinogene eigenschappen worden gerelateerd met kankers.  Opname van deze stoffen in het menselijk lichaam is mogelijk door het inademen van stofdeeltjes, door contact met de huid of door het “eten” van gronddeeltjes waarin PAK’s aanwezig zijn.  Dit laatste, de opname van PAK’s via de mond, vormt de voornaamste blootstellingsweg.  Bij volwassenen kunnen PAK-gecontamineerde bodemdeeltjes het lichaam binnendringen door het opeten van slecht gereinigde groenten terwijl kinderen tevens grond kunnen opnemen door hun karakteristieke hand-mond gedrag.  Gronddeeltjes die tijdens het spelen aan de vingers of andere voorwerpen hangen, worden in de mond gestopt en vervolgens ingeslikt.  Naast dit normale gedrag bij kinderen vertonen 1 tot 5 % van de 1 tot 6 jarigen pica-gedrag, een eetstoornis waarbij grote hoeveelheden grond worden ingeslikt.  Op deze manier kan tot 20 g grond per dag worden ingenomen.  Kinderen, vooral peuters, vormen dus een risicogroep omdat zijn door hun hand-mond gedrag meer grond opnemen dan volwassenen en omdat zij gevoeliger kunnen zijn voor contaminanten.  Na het inslikken van de vervuilde grond komen de gronddeeltjes in het spijsverteringskanaal terecht.  Door de zure omgeving van de maag kunnen de PAK’s uit de gronddeeltjes worden vrijgesteld en vervolgens verder bewegen in de richting van de dunne darm.  De vrijgekomen componenten zijn dermate klein dat een fractie doorheen de dunne darmwand kan bewegen.  Voorbij de darmwand zijn er 2 mogelijkheden.  Enerzijds kunnen de PAK’s ter hoogte van de lever of de darmwand omgezet worden en vervolgens via de gal worden uitgescheiden. Op deze manier komen de PAK’s opnieuw in de dunne darm terecht en bewegen ze verder naar de dikke darm.  Anderzijds kunnen de PAK’s zich via de bloed- of lymfebaan in het lichaam verspreiden.  Hierdoor kunnen de PAK’s verschillende organen bereiken waar ze kunnen accumuleren of een toxisch effect veroorzaken.  Bij de huidige inschatting van het gevaar van PAK’s voor de mens, wordt rekening gehouden met de opname van PAK’s doorheen de dunne darmwand.  Er wordt echter geen aandacht besteed aan de fractie PAK’s die niet geabsorbeerd wordt en die door de darmstuwing in de dikke darm terecht komt.  Deze wordt gekenmerkt door een rijke darmflora die over een brede waaier aan enzymen beschikt.  Het risico bestaat dat een aantal van deze microbiota erin slagen om een fractie van de niet geabsorbeerde PAK’s om te zetten, eventueel in schadelijke componenten.  In een studie aan de Gentse universiteit werd onderzocht of PAK’s in de dikke darm door microbiota kunnen worden omgezet en of deze omzettingsproducten hormonale of kankerverwekkende eigenschappen kunnen hebben.  Hierbij werd het opeten van grond door de mens gesimuleerd met de SHIME (Simulator van het Humane Intestinale Microbiële Ecosysteem).  De SHIME, die door Wim Delvoye van wetenschappelijke apparatuur tot kunst werd verheven onder de vorm van de Cloaca, bestaat uit 5 vaten die bij een temperatuur van 37 °C worden gehouden.  Elk vat simuleert een bepaald deel van het spijsverteringsstelsel, zijnde respectievelijk de maag, de dunne darm en de 3 delen van de dikke darm. 

 

-->

Dikke darm

-->

Maag

-->

Dunne darm

-->

 

Het onderzoek wees uit dat PAK’s wel degelijk door darmmicrobiota kunnen worden omgezet.  De omzettingsproducten werden vervolgens onderworpen aan verschillende testen met genetisch gemodificeerde bakkersgisten.  Deze testen toonden aan dat de omgezette PAK’s zowel oestrogene (dit zijn hormonale) als anti-oestrogene eigenschappen vertoonden.  Het oestrogeen effect nam bovendien toe naarmate het fecaal materiaal, nodig voor de opstart van de SHIME, afkomstig was van een jongere leeftijdsklasse.  Dit betekent dat de darmflora van een baby van 10 maanden meer PAK’s omzet in toxische componenten dan de darmflora van een volwassen persoon van 29 jaar of een bejaarde oma van 80 jaar.  Deze omzetting tot meer toxische, oestrogene of carcinogene componenten kan het risico op bijvoorbeeld darmkanker doen stijgen.  De resultaten van het onderzoek bieden relevante informatie voor de humane risico-inschatting van PAK’s en sporen aan tot verder onderzoek

 

Charlotte Boeckaert

Download scriptie (1.78 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2003