Waarom en hoe raadplegen Vlaamse lokale besturen hun inwoners?

Lore
Walbrou

“Boechout wil mening van inwoners over hoe gemeente er binnen tien jaar moet uitzien”. “Gemeentefusie kan niet zonder volksraadpleging”. Dit zijn enkele krantenkoppen die aantonen dat burgerparticipatie niet meer weg te denken is uit de actualiteit. Zo is de rol van de burger maar ook van het bestuur veranderd waarbij de burger meer en meer inspraak krijgt in het beleid. Daarnaast werd burgerparticipatie vaak als antwoord gegeven om de kloof tussen de burger en het bestuur te verkleinen.

Inwoners voelen zich te weinig geconsulteerd door de gemeente

De aanleiding van dit onderzoek waren de resultaten van de laatste editie van Gemeente-Stadsmonitor die werd uitgevoerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur. Hierbij was ik voornamelijk geïnteresseerd of inwoners zich voldoende geconsulteerd voelen door hun gemeentebestuur. Gemiddeld voelde 46% van de inwoners zich voldoende geconsulteerd door hun gemeentebestuur. Uit de burgerbevraging kwam men dus tot de conclusie dat inwoners van lokale besturen vonden dat ze te weinig geconsulteerd werden door hun gemeentebestuur. Bij slechts een klein deel van de lokale besturen was de meerderheid van de inwoners wel tevreden. Maar hoe zit dat nu in werkelijkheid op vlak van burgers raadplegen op het lokale niveau? Via welke methoden probeert men de burger te consulteren en wat zijn hun motieven om de burger te raadplegen?

Onderzoek in drie Vlaamse gemeenten

Om dit onderzoek te voeren, werden er drie gemeenten in Vlaanderen geselecteerd. Deze gemeenten werden gekozen op basis van drie criteria. Als eerste werden er gemeenten gekozen die hoog scoorden op de vraag of burgers zich voldoende geconsulteerd voelen door hun gemeentebestuur. Dit werd gedaan op basis van de resultaten van de Gemeente-Stadsmonitor. Daarnaast werd er ook rekening gehouden met het inwonersaantal en werden er enkel gemeenten geselecteerd die een inwonersaantal hebben tussen de 10.000 en 20.000 inwoners. Als laatste werd er ook rekening gehouden met de geografische ligging van de cases. Door deze drie criteria samen te nemen werd er gekozen om de stad Poperinge, de gemeente Hechtel-Eksel en de gemeente Zulte als cases te gebruiken.

Voor de dataverzameling wordt er gebruikgemaakt van interviews. Er werden verschillende actoren geïnterviewd. Als eerste werd er per gemeente met enkele inwoners een gesprek gehouden over hoe zij kijken naar hoe ze worden geconsulteerd door hun gemeente. Hierbij is het de bedoeling om een genuanceerder beeld te krijgen en te kijken of dit in lijn is met de antwoorden uit de resultaten van de gemeente-stadmonitor. Als tweede werd er ook in iedere gemeente een interview afgenomen met de schepen bevoegd voor participatie of inspraak. Bij hen is het de bedoeling om meer te weten te komen waarom ze hun inwoners willen raadplegen/inspraak geven. Daarnaast wordt er ook gevraagd op welke manieren ze hun inwoners betrekken bij het beleid en in welke fase dit voornamelijk gebeurd. Als derde werd er ook per gemeente ambtenaren bevraagd die sterk betrokken zijn bij het organiseren van inspraakinitiatieven. Aan deze ambtenaren worden gelijkaardige vragen stelt zoals bij de schepenen. Hierbij ging de focus nog meer over hoe deze initiatieven werden georganiseerd, wat ze precies inhielden en wanneer de inwoners precies betrokken waren.

Steun en draagvlak creëren voor het beleid

Een eerste resultaat uit het onderzoek gaat over de motivatie van de gemeentebesturen. Ze consulteren hun burgers voornamelijk omdat men een draagvlak of steun wil creëren voor het beleid. De politici kunnen zelf niet alles weten dus er moet geluisterd worden naar de ideeën van de inwoners. Ook is het in mindere mate ook belangrijk om burgers te raadplegen om zo de democratie te verhogen en om kwaliteitsvoller beleid en dienstverlening te kunnen aanbieden.

Gebruik van traditionele methoden

Als tweede zijn er ook drie belangrijke methoden die gebruikt worden om burgers te raadplegen namelijk publieke hoorzittingen, webconsultaties en online debatten om hun inwoners te raadplegen. Fysieke inspraakmomenten creëert men vooral om een band te kweken tussen inwoners maar ook tussen de politici en hun inwoners. (Online)Enquêtes worden vooral gebruikt om kort thema’s te bevragen bij de inwoners al wordt dit wel op initiatief van de inwoners zelf ingevuld en niet via selectie door de gemeente. Online debatten worden gebruikt aan de hand van participatieplatformen die verschillende gemeenten hebben rond bepaalde thema’s of projecten.

Er werd in de drie gemeenten nog niet echt geëxperimenteerd met nieuwere methoden om burgers te raadplegen zoals burgerpanels of deliberative polling. Dit is voornamelijk omdat ze zien dat hun huidige methoden goed werken om de inwoners te consulteren maar ook omdat ze geen specifieke ambtenaar hebben die verantwoordelijk is voor burgerparticipatie.

Raadpleging blijft voornamelijk beperkt tot begin van het beleid

Verder gebeurt de consultatie voornamelijk in de fase van de beleidsformulering en de beleidsbepaling en soms in de evaluatie maar dit gebeurt dan enkel via enquêtes. Ook afhankelijk van de grootte van het project worden inwoners meerdere malen geraadpleegd.

Iedereen proberen te betrekken is het uitgangspunt

Tot slot hebben de drie gemeenten dezelfde verbeterpunten op te merken. Zo vindt iedere gemeente dat er nog meer manieren moeten gezocht worden om zoveel mogelijk mensen uit verschillende groepen van de samenleving te horen te krijgen. Iedere gemeente ervaart dat het meestal dezelfde geëngageerde burgers zijn die afkomen naar inspraakvergaderingen. Via andere methoden proberen ze degene die niet gehoord worden, ook te betrekken. Daarnaast hebben sommige gemeenten nood aan een specifieke ambtenaar die participatie voor zijn of haar rekening neemt. Maar meestal is er hier geen ruimte of tijd om burgerparticipatie uitvoerig te behandelen.

Ook zijn de inwoners eerder positief over hoe ze worden geconsulteerd door hun gemeentebestuur. Zo is er een evolutie naar meer inspraak maar moet er worden gezocht naar meer inspraakmogelijkheden waarbij men meer lagen van de bevolking kan bereiken.

Tot slot kan er gezegd worden dat burgerparticipatie zowel vanuit de inwoners als vanuit het bestuur belangrijker wordt en dat er blijvend onderzoek hierna moet worden gedaan. Verder kunnen bovenstaande aanbevelingen gemeentebesturen helpen om burgers nog beter te raadplegen om zo tot goed beleid te komen.

Download scriptie (1.45 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Bram Verschuere