Case study Burundi: preventie van nieuw etnisch geweld door transitional justice

Ilse
Rumonge

Bujumbura, hoofdstad van Burundi, gelegen aan het glinsterend water van het Tanganyika meer en omringd door groene heuvels, zou met haar ideale temperaturen zo uit een reisadvertentie kunnen komen. Het wordt soms ook wel eens het Zwitserland van Afrika genoemd. Het liep echter anders voor Burundi, de geschiedenis van het land is niet zo mooi als het land zelf en ook vandaag slagen de Burundezen er niet in om in het reine te komen met zichzelf en de vreselijke taferelen die zich in het verleden in Burundi hebben afgespeeld.

De Republiek Burundi is een klein land in Centraal-Afrika met ongeveer een 10,4 miljoen inwoners. Het wordt als het ware omarmd door twee mastodonten, ten Westen van Burundi bevindt zich de Democratische Republiek Congo en ten Oosten Tanzania. Aan het noorden van Burundi grenst het land Rwanda, de zusterstaat van Burundi, dit omwille van de vele gelijkenissen: deze twee landen zijn ongeveer even groot, in geografisch opzicht lijken ze op elkaar, ze hebben ongeveer dezelfde bevolkingssamenstelling en ook op cultureel vlak zijn ze met elkaar verwant. De omliggende regio wordt ‘het Grote Merengebied’[1] genoemd.

De bevolking van Burundi bestaat voor 85% uit Hutu, 14% Tutsi en 1% Twa. Het overgrote deel van de bevolking woont in het binnenland en leeft van de landbouw. 65% van de bevolking is jonger dan 25 jaar wat ervoor zorgt dat de gemiddelde leeftijd amper 17 jaar is. Iedereen spreekt dezelfde taal, namelijk het Kirundi. Frans is de tweede officiële taal van het land.

Burundi kent sinds de onafhankelijkheid van 1 juli 1962 een geschiedenis van repressie, staatsgrepen, opstanden, oorlog en zelfs genocide. Er is een waarneembare cyclus van geweld die bijna niet te doorbreken valt. Sinds enkele jaren heerst er een relatieve vrede in Burundi, maar deze is uiterst fragiel. Elke minieme gebeurtenis kan een trigger vormen voor nieuw geweld en Burundi is specifiek gevoelig voor gebeurtenissen in buurland Rwanda.

Hier komt de term transitional justice oprijzen. Transitional justice is namelijk het proces waarmee staten te maken krijgen, in de nasleep van grove mensenrechtenschending of een autoritair regime. Het zijn de processen en mechanismen die toegepast worden in een land om een gruwelijk verleden te verwerken.

In deze verhandeling wens ik te onderzoeken welke transitional justice mechanismen gedurende de verschillende jaren van conflict ingesteld werden in Burundi. De focus ligt hierbij eerder op de periode 2000-2015, namelijk de periode na de ondertekening van het Arusha Vredesakkoord. Daarbij onderzoek ik ook of deze transitional justice mechanismen een groot effect hebben gehad op de bevolking en of bijgevolg nieuw etnisch geweld in Burundi kan voorkomen worden. Hiervoor was het noodzakelijk om eerst de achterliggende oorzaken van de verschillende conflictperiodes bloot te leggen. Dit om beter te begrijpen wat de precieze redenen waren voor de escalatie van geweld. Vervolgens was het noodzakelijk om te onderzoeken of deze achterliggende oorzaken vandaag weggewerkt zijn (al dan niet dankzij transitional justice).

Dit alles werd onderzocht aan de hand van een literatuurstudie en in het bijzonder de studie van twee documenten, namelijk het Arusha Vredesakkoord waarin de politieke beslissingen staan en ‘Les Consultations Nationales’ die de wensen van de bevolking weerspiegelen. Ook heb ik diepte-interviews afgenomen in de periode van 28 maart 2015 tot 18 april 2015 tijdens mijn verblijf in Bujumbura. De diepte-interview is een kwalitatieve onderzoeksmethode die uitermate geschikt is om ideeën en opvattingen over een bepaald onderwerp te achterhalen.

De onderzochte mechanismen van transitional justice nemen steeds een hoofdstuk in beslag. Het betreft de waarheids –en verzoeningscommissie, de rechtbanken, ‘la commission nationale des terres et autres biens’, ‘de Bahsingantahe’, de hervorming der instellingen en alternatieve transitional justice mechanismen.

Al deze vragen leiden ons uiteindelijk naar de hamvraag: Is een herhaling van dergelijk geweld mogelijk? Met andere woorden, heeft Burundi het verleden definitief achter zich gelaten, of kunnen de slapende demonen weer op elk moment wakker geschud worden?

 

 

[1] Het Groten Merengebied beslaat de landen Rwanda, Burundi, Oeganda, delen van de Democratische Republiek Congo, Tanzania en Kenia.

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
Gert Vermeulen