Christelijke en heidense symboliek op Romeinse munten in de vierde eeuw: Julianus als laatste heidense keizer

Niels
Vanden Driessche

Onze Sol, die in de hemelen zijt: Julianus als laatste heidense keizer

Het christendom telt momenteel zo’n twee miljard aanhangers en is daarmee de grootste religie op deze aardbol. Dat is natuurlijk niet altijd zo geweest, want in de eerste eeuwen van zijn bestaan kon de religie zich met moeite doorzetten, en was het slechts één van de vele geloofsovertuigingen. Zo’n 1700 jaar terug kwam daar echter verandering in toen de Romeinse keizer Constantijn de Grote vlak voor de belangrijke slag  tegen Maxentius bij de Milvische brug in een vermeend visioen het bezoek kreeg van een engel, daarbij het chi rho-symbool zag en ‘in hoc signo vinces’ (‘in dit teken zal je overwinnen’) te horen kreeg, en zich tenslotte bekeerde tot het christendom. Langzaamaan volgden ook zijn onderdanen die religieuze koerswijziging, en zien we het christendom een steeds belangrijkere positie innemen in het Romeinse Rijk. Ook Constantijns uiteindelijke opvolger Constantius II zette die lijn voort, en dus leek het christendom gelanceerd om zich op te werpen tot de nieuwe staatsgodsdienst. Met Julianus kwam er in het jaar 361 echter opnieuw een heiden aan het hoofd van het Romeinse Rijk, en dus werd die hele christelijke beweging opnieuw een halt toegeroepen. Julianus toonde zich immers een aanhanger van het klassieke Romeinse geloof, en had een terugkeer naar de oude situatie voor ogen.

De Alexandrijnse bisschop Athanasius, een felle tegenstander van de heidense keizer, had het tijdens een ruzie met Julianus al over een ‘snel overdrijvend wolkje’, en dat bleek een accurate inschatting te zijn. Julianus bleef immers slechts negentien maanden aan de macht alvorens om te komen bij een militaire expeditie in Perzië, maar dat betekent niet dat hij geen impact kon maken op de geschiedenis. Hij draaide enkele christelijke maatregels van zijn voorgangers terug en liet opnieuw een heidense wind door het Romeinse Rijk blazen. Het kwam hem op de nodige negatieve aandacht uit christelijke hoek te staan, waardoor Julianus werd bedacht met de bijnaam ‘de Afvallige’ en hij werd gezien als een grote christenvervolger. Maar klopt dat beeld wel? Het werd de afgelopen jaren al vaker genuanceerd, want hoewel Julianus qua religieuze politiek lijnrecht tegenover zijn twee voorgangers stond, toch was hij geen onmens die op een gewelddadige manier het christendom opnieuw tot een marginale godsdienst wilde degraderen. De laatste heidense keizer was hoogstens een uitgekookte strateeg die op een iets subtielere manier terug wilde naar de gouwe ouwe Romeinse tradities.

In deze thesis wordt onderzocht hoe Constantijn het Romeinse Rijk richting het christendom dreef, en hoe Julianus zijn contrareformatie wilde aanpakken. Daarbij wordt de focus op de symboliek op de keizerlijke munten gelegd.  Op die manier kunnen we zien welke beeldtaal de eerste christelijke keizers gebruikten om hun geloof duidelijk te maken aan iedereen die in contact kwam met Romeinse geld (en op welke manier de christelijke symboliek en slogans dan propagandistisch gebruikt werden), en hoe Julianus daartegen reageerde door met die stijl te breken en opnieuw eigen accenten te leggen tijdens zijn negentien maanden durende heerschappij.

Ook de munten van Julianus’ twee opvolgers, Jovianus en Valentinianus, die beiden opnieuw kozen voor de weg van het christendom, worden onderzocht om te zien in welke mate zij terug aansluiten bij die Constantijnse traditie. Zo wordt het heidense intermezzo van keizer Julianus gekaderd in de christelijke omgeving die zowel voor als na hem gepromoot werd.

Deze thesis beperkt zich echter niet tot een loutere muntanalyse van de voorgenoemde keizers. Vooreerst wordt ook de nodige aandacht besteedt aan de rol en het belang van de muntslag in het gehele keizerlijke propagandasysteem, welke rol de munten konden spelen in het ontwikkelen of tonen van een (lokale) identiteit en welke plaats religie dan had op Romeinse munten. Nadien wordt ook de christelijke revolutie van Constantijn bestudeerd en zien we hoe het christendom langzaam maar zeker naar voor geschoven wordt als de te volgen godsdienst, maar wordt ook gekeken naar hoe christelijk het Romeinse Rijk nu net was en welke symboliek daaraan verbonden werd. Ook het historische kader waarin Julianus aan de macht komt wordt verder geschetst, zodat we ons een goed beeld kunnen vormen van de machtsstrijd die zich ontspon na de dood van Constantijn en hoe daar uiteindelijk een heiden als overwinnaar uit voortkwam. De daaropvolgende muntanalyse bewijst dan weer dat het christendom zich op de lange termijn wel als winnaar mocht aanzien, want na Julianus zouden geen heidense keizers meer aan de macht komen. Het klassieke heidendom werd verlaten, en de basis werd zo gelegd voor de instelling van het christendom als staatsgodsdienst door keizer Theodosius I in 390.

Download scriptie (2.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2015
Thema('s)