Combatting body odor by means of microbial transplantations

Murielle
Meunier

Last van zweetgeur? Probeer eens een okseltransplantatie.

door Chris Callewaert, Frederiek Maarten Kerckhof, Tom Van De Wiele, Nico Boon en Murielle Meunier

Een lichaamsgeurtje vlak voor dat ene stresserende examen, tijdens de file op een warme zomerdag of wanneer je je moest haasten om je trein te halen, het overkomt ons allemaal wel eens. Maar, de ene persoon kan er al wat meer last van hebben dan de andere. Sommige mensen lijden namelijk aan excessieve geurproductie, dit houdt in dat je meer stinkt dan iemand anders. Ligt dit wederom aan een onfortuinlijke verdeling van onze genen? Nee, het antwoord ligt verscholen in de bacteriële gemeenschap die in je oksel leeft.

Iedereen wil Staphylococcus spp.
Deze bacteriële gemeenschap, of je microbioom, is namelijk uniek en vrij stabiel doorheen de tijd. Hoewel er binnen deze commune verschillende soorten leven, kunnen we twee dominante groepen onderscheiden: Staphylococcus spp. en Corynebacterium spp. Deze laatste categorie is de boosdoener in de okselgeurproductie. Steriel zweet produceert namelijk helemaal geen geur. Het zijn de bacteriën in je zweet die de aanwezige bestandsdelen omzetten in vluchtige componenten, die je vervolgens kan ruiken.

Er werd aangetoond dat hoe hoger de soortendiversiteit in je oksel is, en hoe groter het aandeel aan Corynebacterium spp., hoe meer kans je hebt om onaangenaam te ruiken. De bewaarengel van een fijne lichaamsgeur is Staphylococcus spp. Zelf dragen ze namelijk weinig bij aan de okselgeurproductie en produceren ze componenten, genaamd antimicrobiële peptiden, die toxisch zijn voor andere bacteriën. Zo doden ze hun concurrenten af, en verlagen ze daarbij onwetend de okselgeurproductie.

De mythe is bevestigd: Vrouwen ruiken beter dan mannen
Wat iedereen stiekem al dacht, is nu ook wetenschappelijk bevestigd. Vrouwen ruiken beter dan mannen. Ze bezitten dan ook dubbel zoveel staphylococci en de helft van corynebacteria in vergelijking met mannen. Aan de andere kant heeft het vrouwelijke geslacht wel psychologisch meer last van de geurtjes die ze verspreidt dan haar mannelijke wederhelft.

De behandeling
Gelukkig ben je echter niet gedoemd om je hele leven als een luchtvervuiler door te gaan, want er zijn veranderingen mogelijk in de samenstelling van je microbioom. Deze veranderingen vinden soms spontaan plaats door een verandering in omgeving of hormonenproductie. Nu is het echter ook mogelijk om deze kunstmatig te induceren via een okseltransplantatie. Deze behandeling houdt concreet in dat de bestaande microbiota van de kaart worden geveegd door middel van een antibioticumbehandeling, en worden vervangen door een nieuw microbieel ecosysteem, verkregen van een donor. Dit donortransplant is op voorhand gescreend op zijn microbiële samenstelling, waarbij de donoren met een leeuwendeel aan Staphylococcus spp. worden geselecteerd voor participatie. Dit maakt het mogelijk kunstmatig een microbiële gemeenschap te creëren die een groot aandeel heeft aan Staphylococcus, en bijgevolg een laag aandeel aan de groep die de grootste bijdrage geeft aan zweetgeur: Corynebacterium spp. Zodra het donortransplant op de huid terecht komt, heeft deze vrij spel om de oksel te gaan koloniseren en ontstaat er een nieuw microbieel evenwicht, dat minder geur produceert dan voordien.

Pas je kledij aan
Naast deze transplantatie kan je je eigen okselgeur ook beïnvloeden door de juiste kleding te kiezen. Bacteriën kunnen namelijk een rit in je wasmachine overleven en groeien op je kledij. Door het dragen van wol en katoen, kan je je persoonlijk kweekje maken van Staphylococcus spp. Aangezien dit de bacteriën zijn die een goede lichaamsgeur stimuleren, wordt het aangeraden aan behandelde patiënten om over te schakelen op deze types kledij.

Methode
In deze studie werden 189 kandidaten gescreend op de samenstelling van hun okselmicrobioom. Hieruit werden elf personen geselecteerd voor behandeling, waarbij ze achtereenvolgens een antibioticakuur, een okseltransplantatie en een opvolging van drie weken ontvingen. De opvolging gebeurde via moleculaire analyse van het okselmicrobioom op vastgelegde staalmomenten met DGGE-analyse. Hierbij wordt de ‘fingerprint’ van je oksel geconstrueerd (Fig. 1), waarbij elk oplichtend bandje, een andere bacteriële soort in je oksel vertegenwoordigt. Zo kan het effect van de transplantatie op de soortensamenstelling gemonitord worden. Na de behandeling werd er bij de patiënten een aanrijking van de Staphylococcus spp. gemeenschap en een bijhorende verbetering van de lichaamsgeur waargenomen.

Dus berg die liters deodorant die u jaarlijks onze atmosfeer inspuit maar op. De okseltransplantatie biedt namelijk een soelaas om geurproductie te verminderen op een natuurlijk wijze, waardoor er minder hoeft gegrepen te worden naar deodoranten, antiperspiranten, of chirurgische ingrepen zoals botox of hydrosuctie.

Download scriptie (837.08 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014