Competentiebeleving bij beginnende leerkrachten en de faciliterende factoren die de verdere competentieontwikkeling sturen

Vicky
Willegems

 

Een op acht beginnende leerkrachten verlaat het onderwijs binnen de vijf eerste jaren

Help, ik verdrink!

Wegens een gebrek aan ondersteuning lopen beginnende leerkrachten verloren bij de start in het onderwijs. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Vrije Universiteit Brussel afnam bij 250 jonge onderwijzers. Onderzoeker Vicky Willegems trekt aan de alarmbel: “Startende leerkrachten in het basisonderwijs worden te vaak aan hun lot overgelaten.” Een bredere en betere ondersteuning zou in de toekomst leerkrachten aan boord kunnen houden.

Het gebrek aan leerkrachten in Vlaanderen is een probleem dat al langer bekend is. Bovendien blijkt uit cijfers dat één op acht leerkrachten die in het basisonderwijs terecht komen, binnen de vijf jaar al afhaken. “Via onderzoek wilden we in kaart brengen waar het schoentje knelt. Voelt een pas afgestudeerde leerkracht zich wel klaar om voor een klas te staan?”, stelt Vicky Willegems, thesisstudente aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Uit de resultaten blijkt dat er een immense kloof gaapt tussen de opleiding en een eigen klas.


Praktijkschok
Leerkrachten moeten zich in hun opleiding specialiseren in tien basiscompetenties. Die basiscompetenties moeten hen vormen als leerkracht en klaarstomen om voor de klas te staan. “Onze studie toont aan dat de startende leerkracht zich niet in alle tien competenties even goed voorbereid voelt.

Onder meer in de omgang met ouders, de confrontatie met mensen buiten de school en de eigen onderwijsgemeenschap merken we dat de opleiding op dit moment nog tekort schiet. Omwille van een groot aantal nieuwe taken die op hen afkomt, ervaren jonge leerkrachten een praktijkschok wanneer ze in het basisonderwijs terecht komen.”, aldus Willegems.

Filip staat al 2 jaar op een lagere school, maar moest zich intussen wel flink bijschaven: “Ik vond het een heel groot verschil tussen de stages en het werkveld. Ik denk dat de opleiding maar 10% of iets meer betekende, de rest moet je echt wel zelf doen. Het is vooral door heel veel te verdrinken en dan proberen te zwemmen.”

Ondersteuning op maat

De praktijkschok zorgt er mogelijk voor dat steeds meer beginnende leerkrachten afhaken in het onderwijs. “Om meteen mee te bouwen aan een oplossing peilden we ook naar elementen die de overgang naar een eigen klas vergemakkelijken.”, zegt Willegems. “Op dit moment ontbreekt immers een gestructureerd beleid om jonge leerkrachten op te vangen. Bovendien is er geen afstemming tussen de realiteit en de wensen van de startende onderwijzers.”

Het onderzoek brengt net dat verschil tussen de huidige situatie en de noden van de leerkrachten in kaart. “We stellen vast dat beginnende leerkrachten echt nog op zoek zijn naar ondersteuning en bevestiging bij de instap in het basisonderwijs. Een overgrote meerderheid geeft aan dat een mentor het meest aangewezen is om hen te begeleiden bij de eerste stappen in het werkveld. In de praktijk gebeurt dat nu slechts in de helft van de gevallen. Ook een functioneringsgesprek, een les bijwonen van een collega en een specifieke vorming voor starters zijn vormen van begeleiding die op dit moment amper gangbaar zijn.”

Tijd nodig

Katrien, lerares in het 4de leerjaar, bevestigt die nood aan duidelijke ondersteuning. “Het is belangrijk dat je het gevoel krijgt dat je nog fouten mag maken en nog vragen mag stellen. Je moet het gevoel krijgen dat het normaal is dat je tijd nodig hebt om je echt goed te voelen in de praktijk.” Onderzoekster Vicky Willegems vult aan: “Het is noodzakelijk dat het beleid een duidelijk signaal geeft naar startende leerkrachten. Leerkrachten moeten het gevoel hebben dat ze in een veilig vangnet terechtkomen als ze de overstap maken naar de klas. Enkel met ondersteuningsvormen aangepast aan de wensen en noden van de beginnende leerkracht kunnen we de uitstroom van jonge onderwijzers een halt toeroepen.”

Beginnende leerkrachten verkiezen mentor

Uit het onderzoek blijkt dat beginnende leerkrachten vooral de steun van een mentor wenselijk achten wanneer ze in de klas terechtkomen. We zetten de vijf meest voorkomende tegenover de meest gewenste vormen van ondersteuning bij startende onderwijzers.

Meest voorkomende vormen van ondersteuning

Gesprek met directie                                      72,3%
Thematische werkgroepen                             62,1%
Functioneringsgesprekken                             54,0%
Mentor                                                            49,1%
Nascholing                                                      47,3%

Meest gewenste vormen van ondersteuning

Mentor                                                            78,6%
Functioneringsgesprek                                   63,8%

Gesprek met directie                                      61,6%
Les van collega bijwonen                               56,3%
Vorming bij start loopbaan                             54,0%

 

Download scriptie (2.46 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2012
Thema('s)