"De dieren zijn beter beschermd dan wij": wat als natuurbescherming boven de mens komt te staan?

Iliana
Janssens

Natuurbehoud, (hoe) moet dat? 

Het zal niemand ontgaan zijn, met de recente klimaatmarsen, dat de planeet de laatste decennia kreunt onder onze moderne maatschappij. Niet alleen het klimaat is aan het veranderen, ook het grote aantal dieren- en plantensoorten die onze aarde herbergt is drastisch aan het dalen. De boodschap is duidelijk: er is actie nodig en wel nu meteen. De natuur die ons resteert dient beter beschermd te worden. Maar wat als het grootste aantal soorten zich bevindt in andere landen, die misschien niet de bescherming van natuur als eerste prioriteit hebben? Wat als die landen misschien niet het budget hebben om hun uitgestrekte natuurgebieden adequaat te beheren? Wat als een internationale NGO nu in zo'n park is komen neerstrijken met een hoop geld en goede bedoelingen, maar met een heel andere cultuur en manier van aanpakken? Dat zijn de vragen die ik me stelde in het Pendjari Nationaal Park in Benin, West-Afrika. 



Waarom net het Pendjari Nationaal Park? 

Het Pendjari Nationaal Park is deel van een complex van natuurgebieden die samen het grootste nog intacte savannegebied van West-Afrika vormen (Figuur 1). Hier vind je niet alleen iconische diersoorten zoals de Afrikaanse olifant terug, maar ook de zeldzame cheeta en de nog zeldzamere West-Afrikaanse leeuw leven hier. Naast heel wat kostbare natuur, leven er ook zowat 28.000 mensen rond het Nationaal Park. Vóór Franse kolonisten van Pendjari in 1954 een officieel jachtgebied maakten en de lokale mensen uitwezen, leefden al deze inheemse stammen nog in het park zelf. 

image 474

Momenteel is Benin een van de armste landen ter wereld. Deze armoede limiteert niet enkel de duurzame ontwikkeling, ook natuurbehoud moet erbij inboeten. Dit is waarom een internationale NGO in 2017 werd opgeroepen door de Beninese president om het beheer van het Pendjari Nationaal Park over te nemen. Gesteund door vele donaties van de internationale gemeenschap, kwamen ze dit met veel goesting en gedrevenheid doen. Zij verkleinden de zone waar dorpen werden toegelaten om meer ruimte te laten voor natuur, ze bouwden een omheining om te vermijden dat wilde dieren de dorpelingen kwamen lastigvallen en gaven de boswachters een militaire training zodat stropers geen kans meer maakten. Wat echter niet voorzien was, was dat dit tot conflict met de lokale gemeenschappen leidde. De inheemse mensen waren het immers gewend, vanwege het vorige participatieve management, om actief betrokken te worden bij het beheer van het park en voelden zich buiten spel gezet. In een eerste stap om het huidige conflict op te lossen, heb ik in de zomer van 2018 onderzocht welke meningsgroepen aanwezig zijn in het Pendjari Nationaal Park, op basis van wat deze samenhangen en hoe het huidige management kan verbeteren. 



Natuurbehoud voor de natuur of voor de mens? 

Om op een objectieve manier te onderzoeken welke meningen allemaal aanwezig zijn in het Pendjari Nationaal Park, gebruikte ik de Q-methodologie. Dit is een methode waarbij je alle verschillende betrokken partijen eenzelfde test voorlegt. De test bestaat eruit om statements te rangschikken op een spelbord van minst naar meest akkoord (Figuur 2). Achteraf analyseer je statistisch welke mensen een gelijkende mening hebben, zij vormen samen een meningsgroep.   

image 475

In Pendjari zijn twee grote meningsgroepen aanwezig: zij die vinden dat natuurbehoud de natuur zelf als prioriteit moet hebben en zij die vinden dat de mens in het centrum moet staan. De eerste groep bestaat vooral uit mensen met een hoge opleiding die niet zelf het land bewerken voor voedsel. Zij vinden dat menselijke invloeden zo veel mogelijk moet worden beperkt, wat wil zeggen dat er geen vee of landbouw in het park wordt toegelaten en dat mensen zo min mogelijk hout of medicinale planten mogen verzamelen vanuit het park. De eerste groep zegt: "Het is belangrijk dat iedereen begrijpt waarom natuurbehoud noodzakelijk is. Educatie is de oplossing!". De tweede groep bestaat vooral uit laagopgeleide mensen die rond het park zelf geboren zijn en die rechtstreeks van de landbouw afhankelijk zijn. Zij zijn zeker akkoord dat natuurbehoud nodig is om het levensonderhoud van volgende generaties te verzekeren, maar hekelen het gebrek realistische alternatieven. Ze zeggen: "Zodra de NGO onze landbouwgronden en toegang tot het park wegnam, hebben ze al ons vertrouwen verloren. Onze voorouders leefden in het park, wijzelf hebben medicinale planten nodig, wij willen toegang tot het park om te overleven. De natuur moet beschermd worden zodanig dat de mens ze kan gebruiken. Momenteel worden de dieren beter beschermd dan wij, de mens!" 

Wat is er nodig voor een goede samenwerking? 

Bij een conflictsituatie zoals die zich voordoet in Pendjari, is het van groot belang om vooreerst vertrouwen op te bouwen. Toen de internationale NGO het beheer van Pendjari overnam op nogal kordate wijze, zorgde dit, samen met het wegnemen van hoog noodzakelijke landbouwgrond, voor wantrouwen en ontevredenheid bij de inheemse bevolking. Vertrouwen kan je verdienen door een oprechte samenwerking met alle betrokken partijen, waaronder ook de lokale bevolking. In Pendjari is iedereen het erover eens dat natuurbehoud noodzakelijk is, alleen zou de manier waarop aangepast moeten worden aan de lokale culturele context. Hoewel een strenger beleid ook goede resultaten kan boeken op vlak van natuurbehoud, laat het een kans liggen om tegelijk aan duurzame sociale en economische ontwikkeling te doen. Met andere woorden, een goed natuurbehoudsbeleid probeert een balans te vinden tussen het belang van de natuur en dat van de mens. 

Download scriptie (22.5 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. Farid Dahdouh-Guebas en Prof. Jean Hugé
Kernwoorden