Leidt echo-endoscopie (EUS) tot een betere prognose bij de 4de frequentste dodelijke kanker?

Nesrin
Diren

Leidt echo-endoscopie (EUS) tot een betere prognose bij de 4de frequentste dodelijke kanker?



Pancreaskanker leidt jaarlijks tot 100.000 sterfgevallen in Europa en de Verenigde Staten. De aanpak bestaat uit verschillende beeldvormingstechnieken en indien mogelijk een operatieve ingreep. De vraag die rijst, is in welke mate de preoperatieve onderzoekstechnieken de prognose beïnvloeden. Zijn deze beeldvormingstechnieken meer dan een overbelasting van de al zwakke pancreaskankerpatiënt?

Waarom werd er gestart met dit onderzoek?

De incidentie van pancreaskanker is 7.2%, m.a.w. de kans dat u of iemand in uw familie pancreaskanker krijgt, is 7.2 op 100. Dit klinkt misschien weinig, maar aangezien het een zeer agressieve kanker is, krijgt de betekenis van deze cijfers meer waarde. De 5-jaarsoverleving is 7.7%, m.a.w. van de 100 patiënten gediagnosticeerd met pancreaskanker overleven op 5 jaar tijd slechts 7 à 8 patiënten. 

Het doel van dit onderzoek was om na te gaan wat de rol van EUS (1 van de beeldvormingstechnieken) is in de aanpak van pancreaskanker. EUS is een endoscopische techniek waarbij men via de maagwand de pancreas kan beoordelen via echografische beelden en is minimaal invasief voor de patiënten.( Bijlage figuur 1: De lokalisatie van de pancreas.) Het heeft weinig complicaties. Pancreaskanker is een zeer dodelijke kanker. Om de prognose te optimaliseren, is naast een operatieve ingreep met wegname van de tumor, de voorspelling van de operabiliteit zeer belangrijk. Dit om onnodige ingrepen te vermijden. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van verschillende beeldvormingstechnieken. De huidige gouden standaardtechnieken (technieken die bij elke patiënt worden uitgevoerd tenzij er tegenindicaties zijn) zijn CT en MRI. In de wetenschappelijke literatuur was er heel wat discussie omtrent de rol van EUS in de voorspelling van operabiliteit. Dit was de aanleiding tot de start van dit onderzoek. Ons hoofddoel bij de start was de behandeling van de patiënten te optimaliseren en de overbelasting door onderzoek te minimaliseren. 

Eén van de meest gevreesde kankers

Pancreaskanker is de 4de frequentste oorzaak van kanker gerelateerde sterfte, zowel bij mannen als bij vrouwen in Europa en in de Verenigde Staten. Het is wereldwijd gekend met zijn agressieve karakter. Pancreaskanker manifesteert zich eerder op latere leeftijd. Het kenmerkt zich door een geniepige ontwikkeling, waardoor deze kanker zich vaak in een zeer laattijdige stadium manifesteert. Dit leidt daarom tot een slechtere prognose. Rekening houdend hiermee, wordt minimaliseren van overbelasting van de patiënt ook zeer belangrijk t.o.v. verlengen van het leven.

Beeldvorming speelt een zeer cruciale rol in de aanpak van pancreaskanker. Dit vakgebied kent een continue evolutie en verbetering, maar desondanks heerst er een onduidelijkheid over de meest correcte protocol voor aanpak. Men moet de beste techniek(en) hanteren, maar ook tegelijk rekening houden met de onnodige overbelasting van de patiënt. Want dit leidt op zich tot een verdere verzwakking van de patiënt. Naast de ethische overwegingen spelen tegenwoordig economische overwegingen en besparingen ook een rol. Dus het doel moet van de eerste keer de beste combinatie van onderzoekstechnieken gebruiken zijn. 

Een 2 jaar durende zoektocht naar het antwoord

Gedurende het onderzoek werd een grondige analyse gedaan omtrent de voorspellende kracht van EUS. Hierbij werden zowel de bevindingen op de EUS, als deze van de chirurg en anatomopatholoog (APD) gebruikt. Dit laatste onderzoekt macroscopisch en microscopisch het weefsel, dat wordt verkregen tijdens de operatie. De analyse werd soms bemoeilijkt door de onvolledigheid van de verslagen. Dit noodzaakt op zich een aparte analyse en verbetering, maar in onze studie werd hierop niet verder ingegaan. 

Hoe goed scoort EUS?

Naar aanleiding van de 2 jaar durende studie ondervonden we dat EUS wel een zekere, maar geen baanbrekende rol heeft. M.a.w., het heeft nog tekorten. Als EUS vergeleken wordt met de bevindingen van de chirurg, kan geconcludeerd worden dat EUS een goede techniek is in het uitsluiten van aantasting van de bloedvaten, wat op zich een zeer belangrijke factor is in bepaling van operabiliteit van de tumoren. Hoe agressiever de ingroei van de bloedvaten, hoe slechter de prognose. Toch was er in onze studiepopulatie ook sprake van overschatting, dus er waren patiënten waarbij de ingroei niet bevestigd kon worden (6 van de 14 patiënten). Dit betekent dat je de conclusie van EUS toch steeds in vraag moet stellen en niet enkel stappen ondernemen o.b.v. EUS. Hetzelfde geldt ook voor het besluit omtrent de operabiliteit. Ook hier was er sprake van een overschatting. 

Is EUS alleen voldoende?

Er dient duidelijk vermeld te worden dat dit onderzoek, zoals elke studie, tekorten heeft. Bij de interpretatie van de besluiten moet hier zeker rekening mee worden gehouden. Onze algemene conclusie betreft dat EUS een techniek is met sterktes en zwaktes, en dat het een aanvullende rol heeft naast de gouden standaardtechnieken. Toekomstgericht kunnen we concluderen dat EUS samen geanalyseerd moet worden met CT en MRI; zo kunnen we een meer representatieve beeld krijgen over de meest correcte aanpak. 

Tot besluit is EUS een techniek die een bijkomende geruststelling en gevoel van zekerheid geeft aan de behandelende arts. Maar om met één beeldvormingstechniek onmiddellijk correct te mikken en antwoorden te vinden op alle vragen, moet nog verder gewerkt en onderzocht worden. Op dit moment kan EUS best situatiespecifiek gebruikt worden. Dus afhankelijk van de vragen en onzekerheden die nog heersen na toepassing van de gouden standaardtechnieken, kan EUS een aanvullende rol spelen in de diagnostiek.

                                                                                    Nesrin Diren                                                                    3°Master Geneeskunde

 

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                               

 

 

 

 

 

 

 

Download scriptie (903.98 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Frederik Berrevoet
Thema('s)