De betekenis van sociale netwerksites bij het informeren en vormen van Vlaamse jongeren omtrent relaties en seksualiteit.

Niki
Desmaele

De rol van sociale netwerksites in de seksuele en relationele opvoeding van Vlaamse jongeren

Sociale netwerksites zoals Facebook kunnen enkel een rol spelen in de seksuele en relationele opvoeding van Vlaamse jongeren, indien ze als middel worden gebruikt en niet als doel op zich.

Slechts de helft van de Vlaamse jongeren gebruikte een condoom bij de eerste keer seks en 1 op 20 meisjes tussen 15 en 24 jaar is besmet met de seksueel overdraagbare aandoening (soa) Chlamydia. Deze verontrustende onthullingen komen uit het jaarverslag van 2011 van SENSOA, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid. Er is dus duidelijk een grote noodzaak om meer aandacht te schenken aan seksuele opvoeding bij jongeren. Het is immers bewezen dat een goede seksuele en relationele opvoeding leidt tot meer verantwoord seksueel gedrag, een beter condoom- en anticonceptiegebruik, minder ongeplande zwangerschappen en minder soa's. Bovendien verhoogt het de bespreekbaarheid van bovengenoemde thema’s, wat een preventief effect heeft op de hieraan gekoppelde problemen.

Seksuele en relationele opvoeding van jongeren gebeurt via verschillende wegen en communicatiekanalen: via ouders, via vrienden, via onderwijs, maar ook alsmaar meer via een digitale weg. Steeds vaker worden online sites en sociale media ingezet om een breder publiek te bereiken. Echter, er is bitter weinig onderzoek verricht naar de rol van sociale netwerksites (SNSs) in seksuele opvoeding van jongeren. Op basis van wetenschappelijke publicaties en een nieuw onderzoek met interviews met Vlaamse jongeren (15-25 jaar) wordt nagegaan hoe SNSs een rol kunnen spelen in de seksuele en relationele opvoeding van jongeren.

SNSs hebben op korte tijd een prominente rol ingenomen in het dagelijks leven van jongeren. Bijna alle jongeren zijn actief op minstens één SNS. Facebook is de meest populaire, gevolgd door Twitter. Vandaar dat vele (jongeren)organisaties erop actief zijn. SNSs zijn laagdrempelig en bieden de kans om in contact te komen met jongeren die anders veel moeilijker bereikt of betrokken kunnen worden.

In de praktijk zien we dat SNSs niet of amper gebruikt worden als informatiebron voor relaties en seksualiteit. Geen enkele geïnterviewde Vlaamse jongere gebruikte SNSs wanneer ze vragen hadden over relaties of seksualiteit. De oorzaken hiervoor worden hieronder opgesomd.

Ten eerste zien jongeren SNSs hoofdzakelijk als een communicatiemiddel om in contact te blijven met vrienden, kennissen en familie. Bijgevolg worden SNSs slechts zelden gebruikt voor educatieve doeleinden, en amper of niet voor het opzoeken van informatie over seksualiteit en relaties.

Ten tweede is seksualiteit een intiem en delicaat onderwerp waar jongeren zich niet mee willen associëren op SNSs. Omwille van privacyredenen willen jongeren geen fan of  volger worden van een pagina op een SNS die instaat voor informatieverschaffing rond seksualiteit en relaties. Zo heeft de facebookpagina van allesoverseks.be, de jongerenwebsite van SENSOA, slechts een 450-tal vind-ik-leuks verzameld op vijf jaar tijd.

Ten derde worden online bronnen in het algemeen weinig geraadpleegd voor het opzoeken van informatie omtrent seksualiteit. Slechts 10% tot 23% van de Vlaamse jongeren hanteert het internet hiervoor wel eens. Bovendien staan jongeren zeer kritisch tegenover de kwaliteit van de informatie over seks die te vinden is op het web. Daarentegen raadplegen zij het internet wel indien ze met genante vragen zitten en deze niet durven stellen aan hun naasten. Deze vragen gaan meestal over anticonceptie en geslachtsziekten. In dat geval opteren zij voor informatieve, anonieme websites. De jongerenwebsite van SENSOA, allesoverseks.be, is hier een bekend voorbeeld van. In 2011 had deze site meer dan 1 miljoen bezoekers.

Bijgevolg kan gesteld worden dat informatie over seks en relaties eerder wordt vergaard in de offline wereld. Vrienden en ouders blijven de belangrijkste informatiebronnen voor de Vlaamse jongeren, gevolgd door de school.

Dit wil niet zeggen dat SNSs geen meerwaarde kunnen betekenen in een allesomvattende seksuele en relationele opvoeding voor jongeren. Hoewel SNSs in hun pure vorm niet geschikt zijn  voor seksuele opvoeding, kunnen ze hun nut bewijzen in een indirecte vorm. Hierbij worden SNSs geen doel op zich, maar een middel om jongeren te begeleiden naar kwalitatieve en vertrouwelijke informatiebronnen op het internet. Dit kan door op SNSs meer gebruik te maken van url-codes die verwijzen naar anonieme websites en discussiefora waarop kwalitatieve informatie te vinden is. Bovendien is het belangrijk dat deze de privacy van jongeren garanderen. Zo verkrijgen jongeren toegang tot gerichte informatie die ze anders niet of moeilijk krijgen van vrienden, ouders en leerkrachten.

Vervolgens is het raadzaam voor organisaties, die instaan voor seksuele en relationele educatie, om geen seksuele connotatie te geven aan de naam of hun logo die ze gebruiken op hun pagina van een SNS. Het gevaar bestaat er namelijk in dat jongeren er geen fan, volger of lid van willen worden.

Ook dient de inhoud van pagina's op SNSs aangepast te zijn aan de doelgroep die men ermee wil bereiken. Organisaties die instaan voor seksuele opvoeding van jongeren moeten er zich van bewust zijn dat jongeren tussen 15 en 25 jaar verschillende noden en interesses hebben op het gebied van relaties en seksualiteit. Bijgevolg is het vaak moeilijk om via één pagina op een SNS deze brede doelgroep te bereiken en erop in te spelen.

Tot slot moeten organisaties rekening houden met de verschillen die bestaan tussen SNSs onderling. Zo is de werking van Facebook totaal anders dan die van Twitter. Beide SNSs vragen dan ook om een andere en aangepaste communicatiestrategie.

Als besluit wordt aan organisaties die instaan voor de seksuele opvoeding van jongeren aangeraden om van het gebruik van SNSs niet hun hoofdactiviteit te maken. SNSs worden namelijk amper tot niet geraadpleegd door  jongeren als bron voor informatie over seksualiteit en relaties. Traditionele informatiekanalen zoals vrienden, ouders, opvoeders en scholen, maar ook informatieve websites blijven nog steeds de belangrijkste informatiebronnen voor jongeren, dit omwille van de gevoeligheid van het onderwerp. Toch kunnen SNSs een rol spelen in de seksuele opvoeding van jongeren. Ze kunnen dienen als middel om jongeren de weg te tonen naar kwalitatieve en betrouwbare informatie die bijdraagt tot de ontwikkeling van hun seksualiteit, relaties en seksueel gedrag.


Deze scriptie werd gemaakt i.s.m. een non-profit-organisatie via de Wetenschapswinkel

 

Download scriptie (958.49 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2013
Thema('s)