Borderline en kinderen krijgen: een moeilijke bevalling?

Suzanne
Meyers

In de huidige maatschappij komen psychische problemen steeds vaker voor. In België krijgt één op vier mensen in de loop van zijn of haar leven te maken met mentale gezondheidsproblemen. Binnen de groep van de meest voorkomende psychische stoornissen, is de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) één van de bekendste vanwege zijn ‘beruchte’ reputatie. Borderline patiënten worden namelijk ervaren als moeilijke, intense en impulsieve mensen met gedragsproblemen en zeer conflictueuze relaties.

Vanuit het kader van de borderline problematiek zou men zich kunnen afvragen wat het zou geven als een vrouw met de borderline diagnose moeder zou worden. Zou haar stoornis een impact hebben op haar zwangerschap en/of op de ontwikkeling van haar baby? Zou de problematiek overgedragen worden naar haar kind? Of zal bij een moeder met BPS alles verlopen zoals bij een moeder zonder deze stoornis?

 

De BPS: een complexe stoornis

De BPS is een ingewikkelde psychische stoornis die het leven van de patiënte behoorlijk lastig kan maken. De symptomen van deze problematiek kunnen zeer uiteenlopend zijn, waardoor er moeilijk kan gesproken worden over ‘dé borderline symptomen’. Bovendien zullen jij en ik een aantal eigenschappen ook bij onszelf herkennen, zonder dat we allen lijden aan de BPS. Om te kunnen spreken van een borderline stoornis, moeten de symptomen in een specifieke combinatie en in een bepaalde mate aanwezig zijn.

Toch kunnen er een aantal kenmerkende eigenschappen genoemd worden die zichtbaar worden in het contact met de borderline patiënte. Impulsiviteit, frequent wisselende gedachten en gevoelens, een uitgesproken negatief zelfbeeld, intense en moeilijk te controleren emoties en emotionele reacties, sterk zwart-witdenken en een zwak inlevingsvermogen zijn een aantal typerende eigenschappen van de borderline problematiek. De patiënte komt vaak terecht in sterk conflictueuze en snel wisselende relaties waarin aantrekken en afstoten, idealiseren en afkeuren elkaar afwisselen. Ze denkt dikwijls dat andere mensen haar niet serieus nemen, haar afwijzen of willen verlaten. Daarnaast gaat ze vaak op een ongezonde manier om met innerlijke spanning en stress door overmatig gebruik van alcohol of drugs, onverantwoord geld uit te geven, roekeloos gedrag te stellen, zichzelf te verwonden of een suïcidepoging te ondernemen.

 

Wat is de impact van BPS op moeder worden...?

Het moeder worden verloopt voor vrouwen met BPS niet van een leien dakje. Zwanger zijn, bevallen en een baby krijgen zijn voor elke vrouw stressvolle gebeurtenissen die gepaard gaan  met zeer veel veranderingen en veel onvoorspelbaarheid. Dergelijke onzekerheid en stress vallen de vrouw met BPS extra zwaar.

Niet zelden gaat het om problematische zwangerschappen. De literatuur vermeldt dat er bij vrouwen met BPS vaker sprake is van ongeplande zwangerschappen en van tienerzwangerschappen, maar ook van een hoger aantal seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) die de zwangerschap compliceren. Daarnaast blijkt dat de vrouwen met BPS minder gebruik maken van het ruime aanbod aan prenatale zorg, en dat ze angstiger zijn dan vrouwen zonder BPS voor de bevalling op zich, waardoor er frequenter gekozen wordt voor een keizersnede.

Eens de baby geboren is, wordt de moeder met BPS geconfronteerd met een aantal moeilijkheden die andere vrouwen minder sterk ervaren. Door haar gebrek aan inlevend vermogen kan ze de noden en signalen van de baby niet goed interpreteren waardoor ze er ook niet goed kan op reageren.  Ze gaat minder in interactie met haar baby, ze speelt minder met hem en ze kan hem moeilijker troosten dan andere moeders dat kunnen. Wanneer haar baby huilt of onrustig is, zal ze vaker impulsief en heftig of boos reageren, waardoor ze voor haar baby geen goed voorbeeld is om hem te leren omgaan met zijn eigen angsten en stress-ervaringen. Zij voelt zich falen als moeder, twijfelt enorm aan zichzelf, en put zich uit om het zo goed mogelijk te doen. Dit alles kan leiden tot chronische vermoeidheid, tot toename van de borderline symptomen, tot stemmingswisselingen en soms ook tot ernstige  depressiviteit. Niet zelden wordt de jonge moeder overvallen door de idee dat ze beter geen kind had gekregen. Een psychiatrische opname kan zich in dergelijk geval soms opdringen.

 

… en op de baby?

Op zijn beurt gaat haar baby vaker angstig en afstandelijk gedrag vertonen naar zijn moeder toe. Hij lijkt minder geïnteresseerd om met haar in contact te gaan en gaat vaker zijn blik van haar afwenden.

Het is duidelijk dat deze situatie geen ideale start is voor de ontwikkeling van de baby. De moeder-kindhechting verloopt problematisch en later hebben deze kinderen vaker problemen met het aangaan en onderhouden van stabiele relaties. Ze vertonen meer emotionele en gedragsproblemen, en ontwikkelen vaker aandachts- en leerstoornissen en ook psychische stoornissen zoals depressie of… BPS. Dit noemt men de transgenerationele overerving van psychische stoornissen.

 

Is er dan geen hoop op verandering?

Toch wel! Er zijn een aantal therapieën ontwikkeld die de patiënte leren om de symptomen en emotionele problemen onder controle te houden. De resultaten hiervan zijn zeer bemoedigend, al vraagt het veel moed en doorzetting om het oude gedrag te veranderen.  De hoop dat vroegtijdige begeleiding de negatieve gevolgen voor de moeder en haar kind kunnen vermijden of beperken, is zeker niet ijdel!

Download scriptie (7.07 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Mevr. Inge Claeys, Mevr. Nadia Vanderstaeten