Huidige Euthanasiewet ten dode opgeschreven

Claudia
Vermeirsch

Huidige Euthanasiewet ten dode opgeschreven

 

Op 22 november 2018 werden drie artsen door de Kamer van Inbeschuldigingstelling doorverwezen naar het Hof van Assisen van Gent, omwille van het uitvoeren van een euthanasie. Daarmee stond voor het eerst een arts voor de strafrechter voor het uitvoeren van een euthanasie. Deze Masterproef gaat over de oorspronkelijke euthanasiewet of hoe voor het Hof van Assisen duidelijk werd dat die wet gebrekkig was.

 

De euthanasiewet

Met de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie was België één van de eerste landen die een wettelijke mogelijkheid bood tot gekozen waardig sterven. De oorspronkelijke wet voorzag verschillende voorwaarden, maar geen onderscheiden sancties die daaraan gekoppeld waren. De euthanasiewet werd een wettelijke uitzondering waardoor euthanasie gerechtvaardigd zou zijn, maar enkel als aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Als aan één of meerdere voorwaarde(n) niet is voldaan, vindt die wettelijke uitzondering geen toepassing en is opnieuw sprake van moord, meer specifiek gifmoord. Ook het te laat toesturen van het dossier aan de betrokken instanties heeft de kwalificatie gifmoord tot gevolg. Door een combinatie van onder meer een dossierstudie van de zaak Tine Nys, een analyse van de wetsgeschiedenis, rechtspraak, rechtsleer en verschillende interviews, werd een beeld geschetst van hoe de wet ontstaan is, momenteel eruit ziet en werd de vinger op de pijnpunten van die wet gelegd. Bijkomend werd een mogelijkheid tot wetsvoorstel uitgewerkt.

 

Euthanasie voor Assisen

Tine Nys kreeg op 27 april 2010 euthanasie omwille van ondraaglijk psychisch lijden. Na een klacht van haar familie kwam de zaak uiteindelijk voor het Hof van Assisen van Gent. Daar stonden drie artsen voor een volksjury op verdenking van moord. De lange lijdensweg van de drie artsen ging gepaard met het in vraag stellen van het bestaan van de euthanasiewet en de mogelijkheid tot euthanasie. Plots was de mogelijkheid tot euthanasie niet meer vanzelfsprekend, want de arts kon vervolgd worden voor het Hof van Assisen. Zou u nog wel een arts vinden die bereid is om euthanasie bij u uit te voeren als het einde naderde? Die vraag werd een levensvraag. Na een lang gemediatiseerd proces werden alle drie de artsen vrijgesproken. De mist die over de euthanasiewet was getrokken, was echter nog niet weggeruimd.

 

Voor de burgerlijke rechter kwam na Cassatieberoep namelijk nog een vervolg, daar enkel nog tegen de uitvoerende arts. Via een prejudiciële vraag (een vraag tot interpretatie van Grondwettelijk principes) kwam de zaak voor het Grondwettelijk Hof terecht. Het Grondwettelijk Hof besliste dat de euthanasiewet nood had aan onderscheiden sancties voor de verschillende voorwaarden en zette zo de wetgever aan het werk. Het is nu aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers om onderscheiden sancties te voorzien voor de wettelijke voorwaarden. Deze Masterproef geeft een voorstel van hoe de voorwaarden kunnen worden onderverdeeld en welke sancties daaraan kunnen worden verbonden.

 

Maggie De Block:

Nu dat er een uitspraak van het Grondwettelijk Hof is, hebben wij als wetgever geen andere mogelijkheid dan de wet aan te passen. Dat moet, binnen afzienbare tijd.”

 

Voorstel tot Wetswijziging

De euthanasiewet zelf maakt geen onderscheid tussen de soorten voorwaarden. Uit de literatuur is wel een onderscheid vast te stellen tussen enerzijds procedurele en anderzijds inhoudelijke voorwaarden. Deze Masterproef gaat nog verder en onderscheidt vier soorten voorwaarden: de definiërende voorwaarden, de grondvoorwaarden, de inhoudelijke vormvoorwaarden en de vormelijke procedurele voorwaarden. Daarbij omvatten de definiërende voorwaarden de voorwaarde dat de euthanasie op verzoek dient te gebeuren en door een arts. De grondvoorwaarden handelen eerder over de uitzichtloze situatie, de bekwaamheid om een dergelijke vraag tot euthanasie te stellen en het ondraaglijk karakter van het lijden van de patiënt. De inhoudelijke procedurele voorwaarden omschrijven hoe tot de vaststelling van de grondvoorwaarden dient te worden gekomen, voornamelijk door gesprekken. De vormelijke procedurele voorwaarden omvatten daarnaast voornamelijk de administratieve afhandeling en controlemogelijkheden van de euthanasie.

 

Miskenning van de definiërende voorwaarden zou dan gelijk staan aan moord, met levenslange opsluiting als sanctie. De andere voorwaarden zouden kunnen worden beheerst door de euthanasiewet zelf. Ter bestraffing van de miskenning van de grondvoorwaarden van de euthanasiewet, zou, naar het voorbeeld van Nederland, een concrete of effectieve gevangenisstraf van vijftien tot twintig jaar een mogelijkheid zijn. Om een sanctie voor te stellen voor de inhoudelijke procedurele voorwaarden, werd inspiratie gezocht bij de huidige abortuswetgeving, die wel onderscheiden strafmaten bevat. Een mogelijke strafmaat voor miskenning van de inhoudelijke procedurele voorwaarden zou dan een gevangenisstraf zijn van één tot vijf jaar. De vormelijke procedurele voorwaarden zouden kunnen worden gesanctioneerd d.m.v. administratieve en/of tuchtrechtelijke sancties zoals een administratieve boete van 300 tot 3000 euro of een beroepsverbod uitgesproken door de Orde der Artsen.

 

De Euthanasiewet

°28 mei 2002 – 20 oktober 2022 (+)

 

De voorgestelde onderverdeling is uiteraard slechts één mogelijkheid om de euthanasiewet te veranderen. Vast staat wel dat er een aanpassing dient te komen, vermits het Grondwettelijk Hof de euthanasiewet ongrondwettig heeft bevonden. Daarmee tekende het Grondwettelijk Hof op 20 oktober 2022 het doodsvonnis van de oorspronkelijke Euthanasiewet. De opdracht is dan ook duidelijk zoals Maggie De Block, kamerfractievoorzitster van Open VLD, treffend samenvatte: “Nu dat er een uitspraak van het Grondwettelijk Hof is, hebben wij als wetgever geen andere mogelijkheid dan de wet aan te passen. Dat moet, binnen afzienbare tijd.”. De bevolking wacht.

Download scriptie (985.05 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Stéphanie De Coensel