De gezichtsscherpte na vitrectomie

Evelyne
Vandermaelen

De gezichtsscherpte na vitrectomie

 

Samenvattend artikel van het eindwerk aangeboden door Evelyne Vandermaelen tot het behalen van het diploma van bachelor in Optiek en Optometrie, academiejaar 2007-2008, EHSAL campus Nieuwland. Promotor: De Heer Robert Marquet.

 

 

Pars plana vitrectomie is een chirurgische procedure waarbij het glasvocht in het oog vervangen wordt door gas of olie. Het primaire doel van vitrectomie is het verwijderen van door bloed troebel geworden glasvocht. Het succes van de operatie heeft echter geleid tot een verdere ontwikkeling van operatietechnieken en -instrumenten. Dankzij deze innovaties is het nu mogelijk om netvliesaandoeningen te behandelen, om andere stoffen in het oog te spuiten en om de effectiviteit van andere chirurgische handelingen te verhogen.

Omdat pars plana vitrectomie niet bij iedereen even goed gekend is, gaat dit artikel eerst enkele basisprincipes behandelen. Nadien zullen de resultaten besproken worden van een subjectief onderzoek uitgevoerd door een online enquête en van een casestudie. Het onderzoek werd uitgevoerd in het St. Rafaël ziekenhuis te Leuven.

 

Pars plana vitrectomie

Pars plana vitrectomie is tegenwoordig een vrij succesvolle behandeling voor een groot aantal aandoeningen, waaronder macula-aandoeningen, netvliesloslatingen, glasvochtbloedingen,… Omdat er drie openingen in het oog moeten worden gemaakt, kan dit het beste aan de achterzijde van het corpus ciliaris, waar het netvlies ontbreekt. Deze plaats noemt het pars plana. Het loopt parallel met de cornea en het heeft geen bekende functie, wat het de ideale plaats maakt om de instrumenten in het oog in te voeren. Deze instrumenten zijn de verlichting, de vitrectoom die het glasvocht en zijn opaciteiten opzuigt en een infuuskanaal om te voorkomen dat het oog ineenzakt tijdens de ingreep. De uitwisselingsstof waarmee het oog gevuld wordt is gas of siliconenolie en deze zorgt voor een tamponade van het netvlies, zodat het rustig kan herstellen en beschermd wordt. Vroeger werden vooral 20-gauge (0,9 mm) instrumenten gebruikt. Deze instrumenten zijn echter breed en dus is men op zoek gegaan naar smallere instrumenten, de 25-gauge (0,4-0,5 mm). Deze waren op hun beurt weer te elastisch en de belichting was te centraal, waardoor de ingreep niet nauwkeurig kon verlopen. Zo werden de 23-gauge instrumenten (0,6 mm) ontwikkeld die genieten van zowel de voordelen van het 20- als 25-gauge systeem.

 

 

Het subjectief onderzoek

Vitrectomie wordt vaak vanuit een objectief standpunt bekeken. Echter, een herstelde visus van 10/10 wil niet zeggen dat de patiënt gelukkig is met het resultaat. 20 mensen hebben de enquête ingevuld, waaronder 7 Belgen, 7 Nederlanders en 6 Fransen.

 

Het objectief onderzoek

Uit het onderzoek van 37 ogen die vitrectomie hebben ondergaan, is gebleken dat visusdaling de voornaamste klacht is waarmee de patiënten naar een specialist stappen. De voornaamste aandoeningen zijn: netvliesloslating, maculapucker en glasvochtvlokken. Als conclusie kunnen we zeggen dat het gemiddelde gezichtsscherpteherstel 1,9/10 bedraagt, met een maximum van 6,9 en een minimum van –6,4. Het lage gemiddelde visusherstel is te wijten aan de hoge preoperatieve visus bij sommige patiënten.

 


Algemeen besluit

Het subjectieve onderzoek toont aan dat in België de mensen nog vrij lang wachten eer ze een specialist consulteren. Mogelijke verklaring hiervoor is de aansporing om eerst langs te gaan bij de huisarts. Als voorbereiding op de operatie is gebleken dat internet een belangrijk medium is en er zou dus meer aandacht besteed moeten worden aan de juistheid van deze informatie. Opmerkelijk is dat de minst betrouwbare informatiebron, het internet, het meest wordt geraadpleegd. Niemand ging om een secundaire opinie bij een andere specialist vragen. Ook opmerkelijk is, dat bij 15% van de patiënten de arts geen uitleg over complicaties gegeven heeft. Uit het onderzoek is gebleken dat drie kwart gedeeltelijk tevreden was met het resultaat.

Uit het objectieve onderzoek kunnen we besluiten dat de gezichtsscherpte na vitrectomie vrij goed herstelt en dat bij meer dan 50% er een goed postoperatief resultaat is binnen een termijn van gemiddeld 13,5 weken. De hypothese dat het visusherstel beter zou zijn bij jonge patiënten kan verworpen worden. Er was een kleine tendens merkbaar naar een beter herstel bij jongere patiënten, maar dit betekent niet dat oudere patiënten automatisch een slechter herstel hebben. Het patiëntenaantal is te laag om hieromtrent uitspraken te doen, maar de resultaten geven wel een aanwijzing om de leeftijd versus gezichtsscherpteherstel verder te onderzoeken. Ook de hypothese dat de gezichtsscherpte beter zou herstellen indien de klachten niet lang aanwezig waren, kan verworpen worden. Sommige patiënten waarbij de klachten langer aanwezig waren dan bij anderen, hadden toch een beter visusherstel. Men kan dus niet zeggen dat de kwaliteit van het visusherstel afhankelijk is van de duur van de klachten en de snelheid waarmee de ingreep uitgevoerd werd.

De gemiddelde preoperatieve gezichtsscherpte was vrij hoog doordat bij veel patiënten de aandoening niet voor een dramatisch gezichtsscherpteverlies zorgde. Het effectieve herstel na vitrectomie zou in een grotere studie onderzocht moeten worden bij patiënten met enkel een lage preoperatieve gezichtsscherpte. De follow-upperiode door de specialist was te kort om uitspraken te kunnen doen over langdurige postoperatieve complicaties.

Uit beide onderzoeken kan men besluiten dat vitrectomie een doeltreffende operatie is voor een groot aantal aandoeningen en dat de gezichtsscherpte vrijwel in de meeste gevallen zal verbeteren. Omdat het aantal deelnemers aan dit onderzoek te klein is, kunnen er geen statistisch relevante conclusies getrokken worden. Toch zijn er enkele interessante aspecten naar voor gekomen die zeker vatbaar zijn voor nader onderzoek.

 

  

Dankwoord

 

Een woord van dank aan Dhr. Robert Marquet, Dhr. Hans Le Roy en Dhr. Peter Van Elderen voor de goede begeleiding en voor de belangrijke bijdrage die zij geleverd hebben.

 

Referenties

 

* CHARLES, S., SPAIDE, R., FINE, H., Debating the Pros and Cons of 23-g vs. 25-g Vitrectomy. Retinal Physician, 2006.

(www.retinalphysician.com/article.aspx?article=100171)

* CHARTERS, L., ECKARDT, C., 23-gauge instruments have landed, Advantages of this technology for complex vitrectomy cases. Ophthalmology Times Europe, 2006.

(www.oteurope.com/ophthalmologytimeseurope/article/articleDetail.jsp?id=…)

* ROE, R., FU, A., Small-Gauge Vitrectomy: The Future is Now, Most retina specialists have tried small-gauge instruments, but far fewer have converted to full-time use. Review of Ophtalmology, Vol. 14, nr. 6, 2007.

(www.revophth.com/index.asp?page=1_13407.htm)

* PEYMAN, G., et al., Vitreoretinal Surgical Techniques. Eerste druk, Taylor & Francis, 2001, p. 604.

Download scriptie (1.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2008