De gootsteen als verspreider van superbacterie

Robin
Vanstokstraeten

 

IMG 8477

Jaarlijks worden wereldwijd vele mensen tijdens hun opname in het ziekenhuis besmet met een zogenaamde ‘ziekenhuisbacterie’. Dit gaat vaak gepaard met zeer moeilijk te behandelen infecties, die in sommige gevallen fataal kunnen zijn. Maar van waar komen deze ziekteverwekkers? En hoe besmetten ze een patiënt? Apotheker Robin Vanstokstraeten (Vrije Universiteit Brussel) onderzocht tijdens zijn masterproef of de gootstenen in het ziekenhuis hierbij een rol spelen.

Ziekenhuisbacterie

Een ziekenhuisbacterie is een bacterie die patiënten kunnen oplopen tijdens hun hospitalisatie. Vaak gaat dit over zeer resistente bacteriën waartegen weinig soorten antibiotica nog actief zijn. In dat geval wordt er in de volksmond vaak gesproken over een ‘superbacterie’. Dit komt omdat deze beestjes zich aanpassen door manieren te ontwikkelen om het antibioticum steeds te slim af te zijn en te overleven. Deze superbacteriën zijn wereldwijd een groeiend en ernstig probleem, ook in onze Belgische ziekenhuizen.

De gootsteen

Het is belangrijk dit probleem bij de bron aan te pakken en te begrijpen vanwaar deze bacteriën komen. Bacteriën hebben, net zoals alle andere levende beestjes, voedsel en water nodig om te overleven. Deze twee voorwaarden zijn massaal te vinden in de afvoer van een gootsteen: water uit de kraan en voedingsstoffen afkomstig van afval dat in de gootsteen wordt gegoten. Bovendien bezit dit afval in ziekenhuizen vaak grote hoeveelheden antibiotica, waardoor enkel de allersterkste bacteriën in deze gootstenen blijven leven. Daarbovenop produceren deze bacteriën op de wanden van de afvoer een zogenaamde ‘biofilm’. Dit is een uiterst sterke slijmlaag waarin de bacteriën bescherming vinden, hierdoor zijn gecontamineerde gootstenen vaak erg moeilijk bacterievrij te krijgen.

Als deze theorie klopt, en de gootstenen in ziekenhuizen effectief een bron kunnen zijn van deze bacteriën, rijst natuurlijk de vraag hoe patiënten hierdoor besmet worden. Wanneer we de kraan boven een gootstenen laten lopen, wordt er een aerosol gevormd. Dit zijn zeer kleine druppeltjes water die zich via de lucht verspreiden. Deze minuscule druppeltjes kunnen op hun beurt deeltjes, waaronder bacteriën, uit de afvoer vernevelen in de omgeving. Wanneer een gehospitaliseerde patiënt dan zo’n bacterie-bevattende druppel inademt, kan hij geïnfecteerd worden.

Universitair Ziekenhuis Brussel

Helaas kampt ook het UZ Brussel met ziekenhuisbacteriën, in het bijzonder met een superresistente vorm van de soort “Pseudomonas aeruginosa” op de dienst intensieve zorgen. Deze soort is van nature reeds zeer resistent tegen de meest gebruikte antibiotica. Daarbovenop kunnen sommige superresistente varianten het eiwit “VIM” produceren. Dit eiwit zorgt ervoor dat de bacterie nóg resistenter wordt waardoor infecties met deze vorm in sommige gevallen amper nog behandelbaar zijn. Met enige regelmaat worden er patiënten in het UZ Brussel op de dienst intensieve zorgen geïnfecteerd door deze superbacterie. Tot voor kort was de oorzaak van deze infecties nog onbekend.

In het onderzoek van Apr. Vanstokstraeten werden de 36 gootstenen op de dienst intensieve zorgen onderzocht op de aanwezigheid van superresistente varianten van Pseudomonas aeruginosa. Na analyses in het labo werd in 31% van de gootstenen deze superresistente variant gevonden, wat dus bewijst dat deze gevaarlijke beestjes een thuis vinden in de gootstenen van het ziekenhuis.

De gootsteen als verspreider van superbacterie

In een volgend onderdeel van het onderzoek werd het erfelijk materiaal van deze bacteriën uit de gootsteen vergeleken met het erfelijk materiaal van de bacteriën afkomstig van 5 geïnfecteerde patiënten gehospitaliseerd op de intensieve zorgen. Op deze manier kan nagegaan worden of de bacteriën uit de gootsteen dezelfde zijn als deze gevonden bij de patiënten. Na onderzoek in het labo werd duidelijk dat alle 5 de patiënten effectief besmet waren door superresistente kiemen uit de gootsteen. Tijdens het onderzoek bleek ook dat vele andere patiënten besmet waren met andere, minder gevaarlijke bacteriën uit de gootsteen. Vaak staan deze besmette gootstenen net naast het bed van de patiënt, waardoor de kans op infectie aanzienlijk toeneemt. Deze resultaten bewijzen dus dat sommige gootstenen in het ziekenhuis een rol spelen bij de verspreiding van superbacteriën.

Wat is de oplossing?

Vaak kunnen kleine aanpassingen al veel goeds betekenen. Zo speelt het ontwerp van de gootsteen een grote rol: hoe meer het water kan wegspatten en vernevelen, hoe slechter. Uiteraard moet in de toekomst vermeden worden dat er nog afval en antibiotica-bevattend materiaal doorgespoeld wordt in de gootsteen, zodat de groei en selectie van deze superbacteriën vermeden wordt. Verder moeten de zorgverleners op de desbetreffende diensten eens nagaan of het werkelijk nodig is om naast elk bed een gootsteen te zetten. Vaak is één centrale gootsteen per ruimte meer dan voldoende. Ten slotte is een goede hygiëne ook zeer belangrijk: het is van groot belang de gootstenen en zijn afvoer regelmatig en correct te reinigen met de juiste producten. Vaak wordt voor de verwijdering van deze bacteriën en hun biofilm hoge concentraties azijnzuur gebruikt. Sommige ziekenhuizen hebben de gootsteen reeds verbannen uit de patiëntenkamers, met enorme dalingen in het aantal ziekenhuisinfecties als gevolg.

Download scriptie (2.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Denis Piérard; Prof. Dr. Apr. Deborah De Geyter; Dr. Florence Crombe