DRINGEND gezocht: juridisch kader voor minderjarigen die verhuizen naar een ander taalgebied tijdens een jeugdbeschermingsprocedure.

Marie-Julie
Kormoss

Jeugdbescherming, een tak van het recht dat volledig op punt zou moeten staan. Helaas …

Scherm­afbeelding 2023-10-01 om 23.54.14

Hoe een communautair verdeeld land vergeet dat (ouders van) minderjarigen weleens verhuizen

Jeugdbescherming, het woord zegt het zelf. Een tak van het recht met als doel minderjarigen te beschermen. Niet alleen minderjarigen in gevaar worden beschermd, omdat ze bijvoorbeeld verwaarloosd worden. Ook minderjarigen die strafbare feiten plegen, de zogezegde ‘jeugddelinquenten’, verdienen een tweede kans en vallen onder de jeugdbescherming. Waar wringt het schoentje? Het feit dat zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel bevoegd zijn voor de organisatie van de jeugdbescherming.

Afhankelijk van waar de minderjarige woont, is een andere jeugdrechter bevoegd en bijgevolg ook een ander recht van toepassing. Zo is voor een minderjarige die in Vlaanderen woont, een Vlaamse jeugdrechter bevoegd die de Vlaamse wetgeving zal toepassen. Voor een minderjarige die in Wallonië woont, is een Waalse jeugdrechter bevoegd die gelijkerwijs de Waalse wetgeving toepast. In Brussel is het nóg complexer. Afhankelijk van welk soort bescherming de minderjarige nodig heeft, valt een Brusselse minderjarige onder de Vlaamse, Waalse of Brusselse wetgeving.

Máár, iets wat de verschillende wetgevers in ons land duidelijk vergeten zijn, is dat (ouders van) minderjarigen wel eens verhuizen. En in een klein land zoals België kan dat ertoe leiden dat de grenzen van de taalgebieden worden overschreden. Dergelijk verhuis, van Vlaanderen naar Wallonië bijvoorbeeld, kan er vandaag toe leiden dat de minderjarige in een juridisch vacuüm terechtkomt. Er heerst namelijk onduidelijkheid met betrekking tot de territoriaal bevoegde jeugdrechter, de toepasselijke wetgeving en de verdere uitvoering van reeds opgelegde maatregelen in geval van verhuis naar een ander taalgebied. Een duidelijke aantasting van het rechtszekerheidsbeginsel. Derden, en dus ook minderjarigen, moeten namelijk op elk moment kunnen uitmaken welke jeugdrechter bevoegd is en welk recht op hen van toepassing is. Beste wetgevers, er is duidelijk nog heel veel werk aan de winkel!

Waar zitten de knelpunten precies?

Om de knelpunten bloot te leggen werden in deze masterproef de Vlaamse, Waalse en Brusselse wetgeving inzake jeugdbescherming vergeleken. Deze zijn niet steeds op elkaar afgestemd. Een verschil tussen de wetgevingen die problematisch is in geval van verhuis van de minderjarige naar een ander taalgebied, zijn de maximale leeftijdsgrenzen voor het opleggen of handhaven van maatregelen. Dit kan leiden tot een breuk in de jeugdbescherming in geval de minderjarige verhuist naar een ander taalgebied. Een ander knelpunt is het feit dat in Vlaanderen minderjarigen enkel in een gesloten afdeling van een jeugdinstelling kunnen worden geplaatst. In Wallonië en Brussel daarentegen kunnen minderjarigen zowel in een open als in een gesloten afdeling van een jeugdinstelling worden geplaatst.

Een voorbeeld maakt alles tastbaarder

Een 17-jarige wordt na het plegen van een strafbaar feit door de jeugdrechter te Luik geplaatst in een open afdeling van een jeugdinstelling. Plaatsing in een open afdeling houdt in dat de minderjarige, onder bepaalde voorwaarden, de instelling mag verlaten. Tijdens de uitvoering van de plaatsingsmaatregel verhuizen de ouders van de betrokken minderjarige naar Dendermonde, met als gevolg dat ook voor de betrokken minderjarige de gezinsverblijfplaats verplaatst naar Dendermonde. Indien de jeugdrechter te Dendermonde de Vlaamse wetgeving inzake jeugdbescherming dient toe te passen, eindigt strikt gezien meteen ook de plaatsing in een open afdeling van een jeugdinstelling aangezien, voor minderjarigen met gezinsverblijfplaats in Vlaanderen, plaatsing in een open afdeling niet bestaat.

Hoe tegemoet komen aan deze problematiek?  

Om mogelijke oplossingen te suggereren werd onder andere bekeken hoe met gelijkaardige vraagstukken wordt omgegaan in geval een minderjarige verhuist over de landsgrenzen heen. Ook is de beschikbare rechtspraak besproken en geanalyseerd. Zo wordt achterhaald hoe de rechtspraktijk omgaat met de in deze masterproef aangehaalde problematiek.

In de masterproef worden verschillende mogelijke oplossingen dieper geanalyseerd in het licht van de haalbaarheid ervan. De meest ‘logische’ oplossing houdt in dat de federale wetgever bevoegd wordt voor alles omtrent jeugdbescherming. Op deze manier is er slechts één wetgeving van toepassing voor héél België. Echter is dit scenario politiek onrealistich omdat de Vlaamse en de Waalse decreetgever niet op dezelfde golflengte zitten met betrekking tot de jeugdbescherming. Wel is een wijziging van de Jeugdbeschermingswet meer dan noodzakelijk. Tevens moeten de verschillende wetgevers samenwerken en een akkoord sluiten om het mogelijk te maken maatregelen inzake jeugdbescherming, opgelegd door een jeugdrechter van het ene taalgebied, uit te voeren in diensten en instellingen van een ander taalgebied. Omdat het sluiten van een dergelijk akkoord niet altijd van een leien dakje gaat, werden in deze masterproef twee mogelijke alternatieven bekeken, waarvan de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van vonnissen en rechterlijke beslissingen inzake jeugdbescherming mijn voorkeur geniet.

Beste wetgevers, in het belang van de minderjarigen, neem het heft in handen!

Download scriptie (1.91 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Elisabeth Alofs