Volgens Vlaamse consumenten biedt VRT waardevolle informatie aan met De Inspecteur

Liese
Lenaerts

Masterproef UAntwerpen onderzocht de maatschappelijke meerwaarde van het consumentenprogramma van de openbare omroep

De publieke omroep maakt haar educatieve opdracht waar met het Radio 2 programma De Inspecteur. Dat concludeert Liese Lenaerts, voormalig studente aan Universiteit Antwerpen, in haar masterproef. Het consumentenprogramma biedt relevante informatie aan voor een breed publiek. Daarbij blijken luisteraars de verkregen informatie het vaakst aan te wenden tijdens het nemen van consumptiebeslissingen.

Na kritieken dat de VRT te sterk gericht zou zijn op commerciële doeleinden, probeert de omroep zich de laatste jaren opnieuw te onderscheiden van concurrenten als VTM, VIER, Q-music, enz. Dat merken we wanneer we de tv aanzetten. Programma’s als Van Algemeen Nut en Dank Dat U Bij Ons Was zoomen in op de primaire omroepopdracht: het vervullen van een maatschappelijke meerwaarde, of het leveren van bijdragen aan het leven van Vlamingen.

Ook de steeds opnieuw terugkerende tv-promotie van Radio 2’s De Inspecteur maakt duidelijk dat de VRT educatieve meerwaarde voor Vlaamse consumenten koppelt aan het consumentenprogramma. Master Communicatiewetenschappen Liese Lenaerts observeerde in dat verband enkele gaten in de huidige manieren waarop de VRT-programma’s, waaronder De Inspecteur, worden geëvalueerd: “Zowel de VRT, haar controleorganen, als wetenschappers blijven zich afvragen wát die ‘meerwaarde’ voor het Vlaamse publiek juist betekent, en hoe die betrouwbaar in kaart kan worden gebracht.”

Met die observaties ging de masterstudente aan de slag. Volgens haar geven recente studies voldoende richting om een impactmeting uitvoerbaar te maken die publieke meerwaarde van een programma in kaart brengt. Dit voorjaar verspreidde Lenaerts een online enquête, en bereikte daarmee 164 Vlamingen die al eens luisteren naar De Inspecteur. Haar vraag: In welke mate ervaren luisteraars van het VRT-programma nu echt een waardevolle impact op hun leven als consument?

Informatie voor iedereen

Uit de enquête blijkt dat de informatie die het consumentenprogramma aanbiedt relevantie heeft voor vrijwel alle Vlaamse consumenten. De resultaten suggereren dat hoger opgeleiden via andere media bekend raken met consumenteninformatie. Toch hoeft dat niet te betekenen dat ze geen bijkomende informatie kunnen halen bij De Inspecteur. “Meer dan 90% van de luisteraars in het onderzoek rapporteerde dat het programma zijn of haar kennis over consumentenzaken vergroot”, zo stelt Lenaerts vast.

Ondanks de waarneming dat het programma informatief werkt voor het grote publiek, bleken vooral niet-hooggeschoolde 60+ers de meest frequente luisteraars van De Inspecteur te zijn. “Hoewel het programma dus relevante informatie aanbiedt voor alle Vlaamse consumenten, zal die op dit moment niet iedereen bereiken”, concludeert Lenaerts.

Consumentenproblemen grootste interesse

Lenaerts omschrijft ‘consumentenproblemen’ als de problemen waarmee consumenten wel eens te maken krijgen, zoals foutieve facturen, niet opdagende pakketbezorgers, enz. “Het consumentenprogramma kan in theorie de perfecte brug vormen in debatten tussen consumenten en verkopers, vanwege haar neutrale en bereikbare middenpositie. Maar dat diende onderzocht te worden.”

Het resultaat? “Wanneer De Inspecteur consumentenproblemen bespreekt, lijkt dat harder binnen te komen bij het publiek. Luisteraars onthouden deze onderwerpen beter dan andere.” Een mogelijke verklaring ligt volgens Lenaerts in het negatieve karakter ervan. “Als consumenten in het nadeel zijn, vergroot dat mogelijk hun betrokkenheid.”

95,1% van alle deelnemende luisteraars herinnert zich consumentenproblemen die besproken werden bij De Inspecteur

Impact op koopgedrag

De enquête was ook geïnteresseerd in de wijze waarop luisteraars aan de slag gaan met de aangereikte informatie. Lenaerts stelt vast dat verschillende acties worden ondernomen, maar het vaakst passen luisteraars hun koopgedrag aan of besluiten ze zelf verder op zoek te gaan naar consumenteninformatie. In mindere mate doen ze beroep op aangereikte dienstverleningen, participeren ze aan voorgestelde acties, of leveren ze een actieve bijdrage aan het consumentenprogramma zelf.

Invloed van sociale media

Wie niet enkel naar het radioprogramma luistert, maar daarnaast ook de Facebookpagina volgt, en/of de website raadpleegt, neemt vaker actief deel aan het programma, of ondervindt vaker een impact op zijn of haar consumentengedrag, dan zij die de online platformen van De Inspecteur niet volgen. Lenaerts vermoedt dat herhaling van informatie in tekstvorm daar voor iets tussen zit: “Radio is een vluchtig medium waaraan je doorgaans minder aandacht schenkt terwijl je ernaar luistert, dan bijvoorbeeld aan een website die je raadpleegt. De informatie zal dus beter onthouden worden wanneer luisteraars het nadien online herlezen.”

Ook de frequentie waarmee je luistert naar De Inspecteur heeft invloed op de mate van participatie. Vaste luisteraars doen vaker beroep op de consumentendienstverlening die in het programma voorkomt, werken sneller mee aan acties, en participeren vaker aan het programma.

Stof tot nadenken

Waarom zijn de resultaten van deze masterproef van belang? “Het onderzoek was niet de ideale methode om publieke meerwaarde aan te tonen. We weten bijvoorbeeld niet of luisteraars die hun consumptiepatroon aanpassen op basis van het programma, dat ook op een sociaal wenselijke manier doen.” Wel bewijst de studie dat luisteraars effectief iets bijleren en actief gebruik maken van de tips en info die De Inspecteur aanbiedt. Deze vorm van evaluatie heeft daarom veel meer dan andere methoden oog voor de ervaringen van het Vlaamse publiek.

Volgens Lenaerts is dit belangrijk: “De VRT kan nu een concreter oordeel vellen over de publieke impact van het consumentenprogramma. Ze weten nu bijvoorbeeld welke informatie luisteraars het meest bijblijft, en hoe luisteraars de tips uit het programma gebruiken in hun consumptieactiviteiten. De programmamakers zouden kunnen herbekijken op welke manier luisteraars zonder toegang tot internet aangespoord kunnen worden tot participatie aan het programma, en kunnen nagaan of eventueel een breder publiek profiel bereikt kan worden.”

Download scriptie (903.18 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. H. Van den Bulck