De invloed van kredietbeoordelaars in de financiële markten

Leentje
Moortgat

Credit rating agencies (CRAs) of kredietbeoordelaars zijn machtige spelers in de financiële markten. Hun taak bestaat uit het toekennen van ratings aan emittenten van schulden. Hoe hoger de rating, hoe groter de kans dat de schuldenaar zijn schulden zal terugbetalen. Alles ging goed met de credit rating agencies tot aan de financiële aardbeving in 2007. Als een lopend vuurtje besmette de financiële crisis de hele wereldeconomie. Al snel werd duidelijk dat kredietbeoordelaars mee verantwoordelijk waren voor het ontstaan van de crisis en dat ze grote fouten hadden gemaakt. Worden credit rating agencies gestraft voor hun misstap of vergeven de financiële markten hun fouten? Een belangrijke vraag die wacht op een antwoord.

Voordat deze vraag beantwoord kan worden, is het echter  belangrijk om te begrijpen waarom credit ratings agencies zo machtig zijn. In eerste instantie speelt de wet van vraag en aanbod: er is een grote vraag naar ratings terwijl het aanbod beperkt is. De vraag naar ratings komt uit verschillende hoeken. Ten eerste heeft de globalisatie van de financiële markten ervoor gezorgd dat het aanbod aan financiële producten voor de individuele belegger bijna oneindig groot is geworden. Het is voor de belegger dus onmogelijk om te weten welke financiële producten een goede belegging zijn en welke alleen maar tot verlies zullen leiden. Credit rating agencies lossen dit probleem op: door het toekennen van ratings slagen ze er in om beleggers duidelijk te maken hoe waarschijnlijk het is dat een bepaald financieel product het beloofde resultaat zal behalen. Het is dan aan de belegger om te kiezen hoeveel risico hij wil nemen.  Een tweede element die de vraag heeft versterkt, is het bestaan van bepaalde regelgeving. Er bestaan wetten die banken, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsfondsen,... verbieden om te beleggen in financiële producten die een rating hebben die lager is dan bijvoorbeeld een A-rating. Er kan dus ook niet belegd worden in financiële producten zonder rating. Elke ‘verkoper’ van een financieel product, wil dus dat zijn product een rating krijgt. Een derde factor die de vraag zo groot heeft gemaakt is de groeiende complexiteit van de financiële producten. Niet alleen was de keuze voor beleggers oneindig groot, de producten waren vaak zo ingewikkeld dat beleggers niet helemaal weten welke risico’s er aan verbonden zijn. Ze zijn dus genoodzaakt om beroep te doen op het oordeel van de rating agencies. Dan is er nog de aanbodzijde van de markt: er zijn slechts drie grote kredietbeoordelaars die het grootste deel van de markt in handen hebben. Deze zijn Moody’s Investor Service, Standard & Poor’s en Fitch Ratings. Niet verwonderlijk worden ze ‘The Big Three’ genoemd. Wereldwijd hebben deze drie CRAs ongeveer 95% van de markt in handen. Het groot aantal kleine rating agencies heeft dus maar een zeer klein marktaandeel. Daarnaast wordt de macht van CRAs versterkt door twee bijkomende elementen. Enerzijds geldt voor CRAs het recht op vrije meningsuiting. Ratings zijn immers een mening over de waarschijnlijkheid van terugbetaling. Aangezien iedereen recht heeft op het uiten van zijn mening, kan niemand gestraft worden als zijn/haar mening fout is. Hier spelen kredietbeoordelaars dan ook op in. Anderzijds zijn er weinig wetten die beperken wat CRAs wel en niet mogen. Sinds de crisis is er echter veel opstand tegen deze laatste twee elementen. Het samenspel van de wet van vraag en aanbod, de beperkte aansprakelijkheid en het beperkt aantal regels heeft er dus voor gezorgd dat CRAs het hele financiële systeem in hun macht hebben.

Na de financiële crisis is echter de vraag of deze macht nog altijd zo groot is. CRAs zijn immers deels verantwoordelijk voor de crisis en zouden dus eigenlijk gestraft moeten worden. De ergste straf die een rating agency kan krijgen is het verlies van geloofwaardigheid. M.a.w. hechten beleggers bij hun investeringsbeslissing minder belang aan het oordeel van CRAs dan voor de crisis? Deze vraag kan beantwoord worden door te kijken naar de grootte van de prijsschommelingen van bijvoorbeeld aandelen nadat de rating van deze producten verlaagd werd. Als de koers sterk daalt, dan hechten beleggers veel belang aan de rating. Als dit niet het geval is, dan vinden beleggers de rating niet waardevol. Maar wat is nu de definitie van een ‘sterke prijsdaling’? Hiervoor kan best gekeken worden naar een evolutie doorheen de jaren. Anders gesteld, verandert de waarde van een aandeel na een verlaging van een rating sterker voor dan tijdens en na de crisis?  Als dit het geval is, blijkt dat CRAs wel degelijk als minder geloofwaardig worden beschouwd na de crisis. Er mag echter niet vergeten worden dat er ook andere factoren kunnen zijn die de sterkte van de prijsschommeling kunnen bepalen. Voorbeelden hiervan zijn het aantal treden waarmee de rating verlaagd wordt en het land waarin de onderneming beursgenoteerd is. Ook deze factoren worden mee onderzocht.

Het onderzoek is gebaseerd op 550 ondernemingen wiens rating verlaagd werd tussen 2006 en 2012. Uit het gevoerde onderzoek blijkt dat de prijs sterker verandert als de rating sterk daalt. Ook zijn de prijsveranderingen groter bij Amerikaanse ondernemingen dan bij niet-Amerikaanse ondernemingen. Dit kan verklaard worden door het feit dat Amerika een beurscultuur heeft. Dit betekent dat het beurswezen in de Amerikaanse economie een veel groter belang heeft dan bijvoorbeeld in Europa en Japan. Bovendien is  Amerika de thuisbasis van de credit rating agencies. Tot zover zijn de conclusies van het onderzoek vrij logisch. Verrassend genoeg wordt er ook aangetoond dat beleggers sterker reageren op ratingverlagingen tijdens en zelfs na de crisis dan voor de crisis. Aangezien het verlies van geloofwaardigheid als belangrijkste straf wordt beschouwd voor een kredietbeoordelaar, zou je dus kunnen denken dat CRAs niet gestraft worden. Integendeel, ze worden beloond voor hun fouten. Is dit echt zo, of is er toch nog een beetje rechtvaardigheid in de wereld? Je leest het in ‘De invloed van kredietbeoordelaars in de financiële markten’.

Download scriptie (4.09 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013