HEBBEN MUZIKALE TOLKEN EEN BEENTJE VOOR?

Diane M.
Andries

Afbeelding verwijderd.   

Musici in contact met de tolkwereld merken als eersten dat talrijke simultaantolken een muziekinstrument bespelen. Musiceren en simultaan tolken zijn dan ook cognitief veeleisende activiteiten met diverse gelijklopende processen. Bewustwording van de eigen muzikaliteit en een muziekpraktijk, ondersteunen de betekenisdragende prosodische (muzikale) elementen zoals het spreek- en zinsritme, klankherkenning en het semantische belang van de intonatie.

Recentelijk zien we een verrijkende kruisbestuiving tussen muziek en taal en brengt interdisciplinair onderzoek nieuwe kennis aan de oppervlakte. Talrijke auteurs (o.a. Sacks, 2007;  Patel, 2011; Miendlarzewska en Trost, 2013) wijzen op een diep verband tussen muziek en taal. Neurologische en cognitieve onderzoeken tonen aan dat muzikaliteit aan de basis ligt van de ontwikkeling van zowel de muziek- als de taalcognitie. Een pasgeborene leert de moedertaal (Honing, 2010, p. 5) via een samenhang van emoties en een spectrum aan prosodische elementen (brabbeltaal). Hierin ligt de basis van taalontwikkeling als een recentere hoogontwikkelde afgeleide uit de reeds vóór de geboorte aanwezige muzikaliteit (Turner en Ioannidis, 2008, p. 174). In tegenstelling tot taal zit muzikaliteit overal in de hersenen verspreid.

Een drietalige (NL, FR, EN) online selfassessment-enquête (2015-2016) met zesendertig vragen over muzikale aspecten werd naar 85 willekeurig gekozen internationaal verspreide professionele simultaantolken gestuurd. De enquêteresultaten bevestigen door cijfermatige analyse en synthese van de (controle-)vragen, een hoog (66,6%) muzikaliteitsgehalte bij simultaantolken. Wanneer we dirigeren en componeren (tijdrovende, moeilijke activiteiten) buiten beschouwing laten, verkrijgen we zelfs een percentage van 85,2%. Er blijkt dus een significante relatie tussen muzikaal talent en tolkvaardigheid.

image 450

De enquêteresultaten duiden ook de nood aan het definiëren van muzikaliteit. Dit kan per deelaspect maar is onmogelijk universeel te bepalen. De belangrijkste muzikale elementen zijn: ritme, klankhoogte, melodie en harmonie. In tegenstelling tot muziekpraktijk, wordt taalgebruik levenslang onderhouden en zelfs met bijlessen op peil gehouden. Het eigen muzikaal talent wordt vaak onderschat omdat het natuurlijk meervoudige muzikaal talent onvoldoende wordt aangemoedigd, door de teloorgang van de traditionele muziekparticipatie en het beperkte muziekonderwijs; kinderen en volwassenen worden uitgesloten van muzieklessen op een onduidelijke basis, omdat sommigen (ouders, leraren) denken dat de persoon in kwestie geen muzikale aanleg zou hebben. Hierdoor ontstaat een begrips- en communicatiekloof tussen mensen met kennis van muziek en de anderen, wanneer men het heeft over de ontelbare aspecten van muziek. Daar kan pas worden aan verholpen door een inclusief muziekonderwijs.

De talrijke gelijkaardige mentale strategieën van de simultaantolk en de uitvoerende (improviserende jazz-) musicus, vormen de essentie van het onderzoek. De belangrijkste overeenkomsten zijn: anticipatie, multitasking, fraseologie[1], visualisatie, intonatie en semantiek, zelfmonitoring, indeling van pauzes. Musiceren vergt zelfs een meervoudige anticipatie én multitasking zoals anticiperen op wat onmiddellijk volgt maar ook reeds op wat dáárna zal komen of voor een correcte vingerzetting op het muziekinstrument, een constante nauwkeurigheid bewaren, partituurlezen, de dirigent of de dynamiek binnen het jazzcombo volgen, de bewegingsmotoriek, enz. Een muziekinstrument bespelen is dus een uitstekende basis voor het onderhouden en ondersteunen van de cognitieve flexibiliteit (Bastian, 2001, p. 1) van het intense mentale werk dat de simultaantolk levert. Muzikale flexibiliteit omvat bovendien overdraagbare vaardigheden in talrijke andere domeinen. Wanneer muzikaal actieve tolken perfect tweetalig zijn, een uitgebreide prosodie kunnen hanteren, technische kennis hebben en tolkstrategieën toepassen, kunnen zij dit alles als één geïnternaliseerde ‘technische tolktool‘ aanwenden. Het laat hen toe tijdens het tolkwerk het vereiste tempo aan te houden. Ook zouden zij een mogelijk regionaal accent beter kunnen verdoezelen, hebben zij een klare uitspraak, voelen het spraakritme in bron- en doeltaal aan, herkennen en begrijpen zij de klank en intonatie en brengen dit equivalent over, beschikken zij over een geoefend geheugen en werken vanuit een geïnternaliseerde informatiebron. Echter beschikken ook niet-muzikale tolken wel degelijk over een muzikale bagage maar zijn zich daar niet van bewust.

De muzikale grammatica (Crédou. 2020, p. 1) en denkprocessen zijn ingewikkelder en diepgaander dan deze van taal. Taalgrammatica wordt deels onbewust verworven en in tegensteling tot muziekpraktijk, gedurende de schooljaren onderricht en vervolgens levenslang gebruikt. Het toepassen van alle aspecten van de prosodie en dus de muzikaliteit vervat in de uitingen van de brontaalspreker, spelen een grote rol in het begrip en omzetten ervan door de tolk en het begrip en aanvoelen ervan door de luisteraar. Tot nu toe heeft alleen Silvia Velardi (2013, p. 1-5) het verband tussen muzikaliteit en tolkvaardigheid onderzocht. Zij suggereert om een aangepaste keuze uit ritme-oefeningen in de tolkopleiding te integreren. Hier kunnen ook zang- en ademhalingsoefeningen worden aan toegevoegd alsook specifieke intonatie-oefeningen tussen talenparen. Het gehoor kan worden verfijnd door harmonieoefeningen, een levendige stemkwaliteit (tessiture, timbre, dictie), akoestische elementen zoals de uitspraak van klankgroepen, lettergrepen en zinnen aan een correct ritme en beklemtoning. Enkele auteurs brengen muziek en taal duidelijk in verband met cognitie en grammatica en duiden de moeilijkheid om muzikaliteit, intonatie, een brede prosodie en deverbalisatie te definiëren.

 image 451

Slotakkoord: dat talrijke simultaantolken actief musiceren en dit het tolkwerk ten goede komt, wordt bevestigd doorheen aspecten van het literatuuronderzoek, de enquêteresultaten en commentaren van simultaantolken-respondenten zelf. Zij duiden spontaan parallellen tussen muziek en taal en muzikaliteit en tolkvaardigheid. Zo wordt o.m. het belang van muzikaliteit in de flow van het tolkwerk erkend. Musiceren heeft verdere positieve invloeden bij taalverwerving en muziektherapie bij het herstel van spraak. Het blijvend ontwikkelen van de aangeboren muzikaliteit, op dezelfde wijze als taalgebruik, biedt grote cognitieve voordelen. Het onderzoeksdeelgebied is nog erg nieuw en dit explorerend onderzoek hoopt een bescheiden bijdrage te mogen leveren aan enkele hiaten in de doorgenomen literatuur en in de tolkwetenschap. In de wetenschap dat iedereen muzikaal wordt geboren zou dit waardevol, onderschat talent een rechtmatige en wetenschappelijke gefundeerde plaats verdienen binnen de tolkopleidingen. Het onderwerp is als dusdanig niet langer toekomstmuziek.

ILLUSTRATIES

p. 1:        Bron: www.brainpickings.org

p. 1:        Tabel:     Cijfermatige samenvatting uit de enquête: vergelijking zelfevaluatie, controlevragen en uitingen zuivere       muzikaliteit door van 85 respondenten-simultaantolken

p. 3:        Bron: https://nl.dreamstime.com

 

[1] Fraseologie: gezegden, al dan niet vaste uitdrukkingen, spreekwoorden, collocaties, woordgroepen, idiomen. Het zijn geïnternaliseerde visualisaties die de tolk gebruikt. Er kan veel tijd mee worden uitgespaard en het geheugen wordt minder belast.
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Mr Peter Groeninck, Mw Nina Reviers
Kernwoorden