De kwaliteit van pestbeleid op basisscholen, een casestudy van Antwerpse lagere scholen in een OVSG-context

Stephanie
Valckx

PESTBELEID LAGERE SCHOLEN LOOPT SPAAK
49% van de onderzochte scholen heeft geen geschreven pestbeleid

Scholen besteden de laatste jaren meer en meer aandacht aan pesten. Ludieke acties zoals de move tegen pesten van Ketnet en de anti-pestweek van de Vlaamse overheid kennen een opmars, maar hebben de scholen ook een kwalitatief uitgewerkt pestbeleid op papier? Stephanie Valckx (Universiteit Antwerpen) onderzocht voor haar masterscriptie de kwaliteit van het geschreven pestbeleid in zeven Antwerpse basisscholen en ontdekte dat die nog heel wat leemtes vertonen.

“Het uitwerken van een pestbeleid steunt voornamelijk op de algemene beginselen neergelegd in het Verdrag van de Rechten van het Kind (VRK)”, legt Valckx uit. “Vlaanderen zelf heeft daarentegen geen wettelijk kader ontwikkeld dat inspeelt op deze materie. De vormgeving van het pestbeleid wordt vaak overgelaten aan plaatselijke initiatieven van scholen. Literatuur toont nochtans aan dat een pestbeleid dat in geschreven vorm aanwezig is, leidt tot een vermindering in pestincidenten.”

De meerderheid van de onderzochte scholen schenkt in de definiëring van pesten veel aandacht aan de gevolgen voor de slachtoffers, maar deze aandacht vertaalt zich niet in de praktijk, waar vooral gefocust wordt op de pester en het verbeteren van zijn gedrag.

Nieuwe vormen van pesten
Uit Valckx haar onderzoek blijkt dat er is zeer weinig aandacht voor: racisme, ongewenst seksueel gedrag, cyberpesten en steaming. In het VRK staat het ‘belang opbrengen voor andere beschavingen’ nochtans centraal  en wordt uitdrukkelijk vermeld dat ongewenst seksueel gedrag niet getolereerd kan worden. Desondanks besteden de onderzochte scholen hieraan geen aandacht in hun pestbeleid. Ondanks de verhoogde media-aandacht voor cyberpesten, steaming en hate speech worden deze vormen van pesten ook zeer zelden vermeld.

Straffen
De reactie op pestincidenten gebeurt in de meerderheid van de onderzochte scholen volgens eenzelfde filosofie. Er wordt namelijk zo veel mogelijk ingespeeld op de verantwoordelijkheid van de leerlingen zelf. Het werken aan een goede sfeer binnen de klas en bij uitbreiding de hele school staat hierbij centraal. Een tweede schakel in het reageren op pestincidenten vormt de leerkracht. Pas daarna worden er zorgcoördinatoren, directeurs en ouders ingeschakeld. Finaal wordt er een beroep gedaan op het CLB waarbij aangegeven wordt dat dit enkel in uitzonderlijke gevallen gebeurt.

Terwijl de meeste scholen werken met de principes van een no-blame benadering  volgt één onderzochte school een heel andere weg. Door de namen van ‘pesters’ op een lijst in de klas op te schrijven, kan je zeggen dat deze school eerder een blame-aanpak volgt.

Om na te gaan of het pestbeleid voor alle leerlingen even consequent wordt toegepast, is het uitschrijven van een procedure een goed idee. Door het pestbeleid uit te schrijven wordt een poging gedaan om willekeur in de bestrijding van pestgedrag, tegen te gaan. Het biedt een kader waar alle betrokkenen naar kunnen refereren in acties die ze ondernemen. Uit Valckx haar onderzoek blijkt dat de meerderheid van de onderzochte scholen hun procedures nauwgezet volgen.

Passieve houding
Hoewel het VRK ervoor pleit om de mening van het kind centraal te stellen en kinderen mee te laten beslissen in zaken die hen aanbelangen, vermeldt geen enkele school overleg met of participatie van leerlingen in de totstandkoming van het pestbeleid. Voornamelijk het leerkrachtenteam wordt ingezet om het pestbeleid te creëren. Ouders en de gemeenschap worden zeer weinig betrokken.
 

In de communicatie van het beleid zijn er verschillen te ontdekken tussen de onderzochte scholen. Er zijn scholen die actief ouders en leerlingen gaan informeren over het beleid maar deze zijn in de minderheid . De andere scholen hebben een meer ‘passieve houding’ en gaan er bijvoorbeeld vanuit dat ouders en leerlingen het pestbeleid zelf zullen opzoeken op de website.

“De evaluatie van het pestbeleid is in de grote meerderheid van de onderzochte scholen onbestaande op dit moment”, besluit Valckx. “De recentheid van het beleid en het niet ervaren van problemen kunnen hier als redenen worden aangehaald. De meeste scholen geven wel aan dat ze hieraan in de toekomst willen werken.”

Meer weten?
Student: Stephanie Valckx  Stephanie.Valckx@student.ua.ac.be of
Promotor: prof. dr. G.Lauwers gracienne.lauwers@ua.ac.be of 03 238 11 55

Download scriptie (785.04 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2012